Home » Posts tagged "platformen" (Page 2)

Het Europees Parlement spreekt zich uit over de Digital Services Act

30 oktober 2020

Naar aanloop van de nieuwe Digital Services Act, verwacht komende december, heeft het Europees Parlement op 20 oktober 2020 drie resoluties aangenomen met het oog op het reguleren van online platformen en het zoveel mogelijk bestrijden van illegale content.

Om gevarieerde en kwaliteitsvolle inhoud te garanderen, is er nood aan grotere transparantie en het verbeteren van de vaardigheden van de burgers inzake media- en digitale geletterdheid m.b.t. de verspreiding van schadelijke content, haatzaaiende uitlatingen en desinformatie, samen met het versterken van onafhankelijke beroepsjournalistiek.

De bestrijding van illegale content

Illegale content is de laatste jaren meer en meer een probleem geworden. Lidstaten bestrijden dit elk op hun eigen manier wat tot een versnippering van regels heeft geleid en de vraag naar een Europees rechtskader steeds luider deed klinken. Illegale content vormt een ernstige bedreiging en schendt het vertrouwen van de burger in de digitale omgeving, maar heeft ook langdurige gevolgen voor de veiligheid en de grondrechten van personen.

  • Het Europees Parlement dringt aan een duidelijk onderscheid te maken tussen enerzijds illegale inhoud, strafbare feiten en illegaal gedeelde inhoud, en anderzijds schadelijke content, haatzaaiende uitlatingen en desinformatie die niet altijd illegaal zijn. Ze onderstrepen het beginsel “wat offline illegaal is, is dat ook online”.
  • Zelfreguleringen en co-reguleringen hebben de voorbije jaren veel goeds verricht. Ze verzekeren dat platformen zorgvuldig, evenredig en niet-discriminerend te werk gaan en voorkomen dat onopzettelijke inhoud die niet illegaal is, wordt verwijderd. Het gevaar bij deze reguleringen is dat ze kunnen leiden tot verplichte filtering van de geüploade inhoud. Er is nood aan een duidelijk kader voor het bestrijden en verwijderen van illegale content en aan activiteiten om ervoor te zorgen dat deze content snel wordt gemeld en verwijderd.
  • Het Europees Parlement vraagt verduidelijking van de actieve en passieve rol van platformen. Aanbieders van internettoegang vervullen een passieve en neutrale rol en kunnen dus niet aansprakelijk gesteld worden voor illegale inhoud. Een actieve rol is wanneer een platform inhoud creëert of in zekere mate bijdraagt aan de illegaliteit van inhoud of als zij inhoud van derde partijen als eigen inhoud overneemt. Onlinetussenpersonen kunnen niet louter als actief beschouwd omwille van de maatregelen die ze nemen om illegale content te bestrijden.
  • Bij twijfel over het “illegale” karakter van bepaalde inhoud, moet deze onderworpen worden aan menselijke evaluatie en mag niet zomaar overgegaan worden tot het verwijderen van deze inhoud. Geautomatiseerde instrumenten zijn niet in staat om illegale content op betrouwbare wijze te onderscheiden van inhoud die in bepaalde context legaal is. Het Europees Parlement streeft voor een onafhankelijk geschillenbeslechtingsorgaan om geschillen over de rechtmatigheid van geüploade content te beslechten. Dit orgaan mag mee gefinancierd worden door de online platformen via een speciaal fonds en wordt beheerd door een Europese entiteit. De platformen kunnen boetes opgelegd krijgen wegens niet-naleving van de wetgeving. Deze boetes helpen bij de financiering van het speciaal fonds.
  • Gebruikers moeten illegale content gemakkelijk kunnen aangeven. Deze melding moet voldoende onderbouwd zijn zodat er een weloverwogen besluit kan genomen worden. Wanneer een beslissing wordt genomen, worden alle partijen hiervan op de hoogte gebracht. Wanneer een persoon herhaaldelijk illegale content plaatst, neemt het platform gepaste maatregelen. Voorts moeten platformen verplicht illegale content, die een ernstig strafbaar feit kan vormen, melden aan de bevoegde rechtshavingsinstanties.
  • Platformen worden verplicht jaarlijks een transparantieverslag te publiceren met onder andere het totaal aantal meldingen, aantal verwijderingen, maatregelen tegenover herhaaldelijke inbreuken, etc.

Striktere regulering persoonsgerichte advertenties

Het Europees Parlement wil persoonsgerichte advertenties strikter maken. Platformen tonen doelgerichte advertenties om hun winst te vergroten, maar gebruiken hiervoor veel data van de gebruikers. Het Europees Parlement streeft naar strikte voorwaarden voor het gebruik van gerichte persoonlijke reclame door middel van vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige voorafgaande toestemming van de gebruiker. Zo krijgen gebruikers meer controle over hun eigen data en hebben ze de keuze om persoonlijke reclame te weigeren, te beperken of aan hun eigen behoeften aan te passen. De toestemming voor gerichte reclame wordt niet als vrij en geldig beschouwd indien de toegang tot de dienst afhankelijk wordt gesteld van gegevensverwerking.

Het Parlement vraagt hierom nieuwe transparantiemaatregelen voor de vaststelling van een kader voor de betrekkingen tussen platform en gebruiker, onder meer voor reclame, digitale nudging en preferentiële behandeling. Daarnaast vraagt ze de Europese Commissie na te gaan welke mogelijkheden er zijn om gerichte reclame te reguleren, alsook een geleidelijke afschaffing die leidt tot een verbod.

Het voorstel tot het verbieden van persoonsgerichte advertenties, baart de sector zorgen. Online advertenties zijn namelijk een belangrijke inkomstenbron en zorgen ervoor dat burgers nog steeds veen gratis content ter beschikking krijgen. Uitgevers gebruiken hiervoor inderdaad data van de lezers om hen informatie op maat te bezorgen, inclusief advertenties, met respect voor hun privacy. Deze financiering garandeert dat journalistiek gratis en onafhankelijk blijft.

Het grootste deel van advertentie-inkomsten lopen uitgevers echter mis. Deze gaan rechtstreeks naar de GAFA’s van de wereld en zorgen ervoor dat kleinere spelers moeten vechten om zich staande te houden. De sector vreest dan ook dat het verbieden van persoonsgerichte advertenties enkel de kleine spelers zal treffen, waardoor de kwaliteit van berichtgeving in het gedrang komt. In plaats daarvan is er nood aan wetgeving die de grondrechten en de bescherming van burgers waarborgt en tegelijk instaat voor gelijke concurrentie. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen het recht op privacy van de burger en het recht om hen diensten te verlenen, zoals kwaliteitsjournalistiek. De regulering terzake moet zich enerzijds focussen op het datagebruik en de monopolisering van advertentie-inkomsten van de grote platformen, en anderzijds op het waarborgen van de duurzaamheid van pers en media.

De vrijheid van meningsuiting en van informatie zorgen ervoor dat we beschikken over een vrij en divers pers- en medialandschap, mede met het oog op de bescherming van onafhankelijke journalistiek. Gebruikers moeten ook beter in staat zijn hun grondrechten online af te dwingen. De snelle ontwikkelingen op technologisch vlak vereisen ook om persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer te beschermen.

De nieuwe Digital Services Act heeft als hoofddoel de veiligheid van gebruikers op het internet te beschermen en zal online platformen verplichten hun steentje bij te dragen. Het is nu wachten op het officiële wetsvoorstel van de Europese Commissie.

Moet fake news gereguleerd worden?

7 oktober 2020

De senaat buigt zich momenteel over de bestrijding van fake news. In het kader van het toekomstig informatieverslag werden reeds verschillende hoorzittingen georganiseerd. Op vijf oktober 2020 kwamen onder meer de Vereniging van Journalisten en de Raad voor de Journalistiek hun standpunt uiteen zetten.

De VVJ is van oordeel dat kwalitatieve journalistiek moet worden gewaarborgd door enerzijds de uitgevers, die hun journalisten correcte arbeidsvoorwaarden en een goede werklast bieden, en anderzijds door de overheid, met onder meer de wet van 1963 inzake de erkenning en de bescherming van de titel van beroepsjournalist. Ook mediawijsheid is niet te onderschatten in de strijd tegen fake news. De VVJ maakt een onderscheid tussen desinformatie, waarbij moet ingezet worden op transparantie en fake news, waar er wel degelijk plaats kan zijn voor censuur. Hier kijkt de VVJ naar de online platformen zelf.

Langs de Franstalige kant vindt l’Association des Journalistes Professionnels (AJP) dat platformen zelf actie moeten ondernemen, en wanneer zij dit niet doen, hiertoe moeten worden verplicht. De AJP pleit voor een GAFA belasting die dient terug te vloeien naar degenen die correcte informatie verspreiden.

Volgens de Raad voor de Journalistiek moet men streven naar betrouwbare journalistiek en mediageletterdheid. Fake news moet ofwel worden verboden of men moet waarheidsgetrouwe informatie worden bevorderd. Sociale media mogen zelf niet beslissen welke media “kwaliteitsvol” zijn, hiervoor moet een zelfregulerende raad zijn waarbij media zich aansluiten en vervolgens engageren een gedragscode te volgen. De Raad voor de Journalistiek vindt ook dat de huidige regelgeving voor sociale media voldoende is en vreest dat zelfregulering bij online platformen weinig zal opleveren.

Le Conseil de déontologie journalistique (CDJ) vreest dat wetgeving inzake fake news gevaren inhoudt voor de volledige perssector. Ze opteren dan ook voor meer transparantie, de controle van de geloofwaardigheid van berichten en een samenwerking van alle partijen. Zelfregulering bij de  platformen zelf zal volgens hen niet de gewenste resultaten opleveren.

 

Online platformen worden transparanter dankzij de P2B-Verordening

6 oktober 2020

Afgelopen zomer is de Europese verordening ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten in werking getreden (de “P2B-verordering”). Deze vordering heeft als voornaamste doel platformen transparanter te maken om zakelijke gebruikers te beschermen en de interne markt optimaal te waarborgen.

Om de transparantie tussen de verkoper en het platform te garanderen, is het platform verplicht zijn algemene voorwaarden aan te passen. Sinds 12 juli 2020 moeten deze in een duidelijke, begrijpbare taal beschreven zijn, gemakkelijk beschikbaar zijn en voorzien zijn een termijn van vijftien dagen bij het wijzigen van de voorwaarden zodat de gebruiker de nodige aanpassingen kan doen.

Daarnaast kunnen de platformen de diensten van een gebruiker niet langer beëindigen of schorsen zonder geldige reden. De gebruiker zal van deze beslissing dertig dagen op voorhand op de hoogte worden gebracht.

Platformen moeten de criteria aangeven die zij hanteren om  goederen en diensten te rangschikken, zodat de gebruikers hun aanwezigheid op de platformen kunnen optimaliseren. Wanneer platformen hun eigen producten favoriseren, moeten zij dit verplicht vermelden in de algemene voorwaarden.

Tot slot moet elk platform ook beschikken over een intern klachtenafhandelingssysteem dat eenvoudig en kosteloos toegankelijk is voor zakelijke gebruikers. Hierdoor zullen ook “kleine” zakelijke gebruikers platformen voor de rechter kunnen brengen wanneer zij merken dat aan bovenstaande regels geen gehoor wordt gegeven.

Een eerste evaluatie van de verordening volgt op uiterlijk 13 januari 2022.

 

De moeilijke verhouding tussen content producenten en content verspreiders – evoluties in Australië en Europa

4 september 2020

In Australië vindt de overheid het hoog tijd dat Facebook en Google een deel van hun advertentie-inkomsten afstaan aan lokale mediabedrijven. Sinds 2019 probeert de mededingingsautoriteit (ACCC) rond de tafel te zitten met de twee techgiganten om een vrijwillige gedragscode op te stellen. De code bepaalt dat Google en Facebook ter goeder trouw moeten onderhandelen met Australische nieuwsmedia en hen dient te vergoeden voor de content die ze op hun platformen hergebruiken. Indien er na drie maanden onderhandeling geen akkoord kan worden bereikt, worden door de overheid bemiddelaars aangesteld die finaal de knoop moeten doorhakken. De code bepaalt eveneens dat er op de platformen een informatieverplichting rust inzake algoritmewijzigingen en de data die verwerkt worden.  Concrete onderhandelingsresultaten blijven echter uit en het feit dat de  reclame-inkomsten van nieuwsbedrijven drastisch kelderen door de coronacrisis, zet de Australische regering nu aan om te opteren de code om te zetten in wetgeving en bijgevolg de platformen te verplichten om  uitgevers billijk te vergoeden voor het gebruik van de content van Australische nieuwsredacties dat gretig gedeeld wordt via hun platformen.

Facebook en Google blijven echter bij het standpunt dat ze “geen nieuws nodig hebben” en Facebook dreigt met een totaalverbod voor het delen van nieuwsberichten in Australië. Ook Google dreigt haar platform aan te passen indien ze een vergoeding moet betalen. Beide platformen hebben zonder nieuws aan te bieden nog genoeg inkomsten, maar het zijn net de nieuwsuitgevers die zouden bloeden indien hun nieuws niet meer beschikbaar zou zijn op deze platformen, aldus Google en Facebook. Anderzijds zouden bepaalde Australische nieuwsmedia reeds een vergoeding ontvangen van Facebook en zou de code enkel billijkheid en transparantie brengen in de onderhandelingen met de Australische nieuwsmedia. Want, hoewel Facebook en Google naar het publiek toe blijven beweren geen nieuws nodig te hebben, ondernemen ze in verschillende landen achter de schermen pogingen om tot een akkoord te komen met grote nieuwsmedia.

In Europa werd vorig jaar werd de Europese richtlijn Auteursrechten goedgekeurd die een uitgeversrecht invoert, een rechtsfiguur die de onderhandelingspositie ten overstaan van de mondiale technologie spelers kan versterken. In Frankrijk, het enige land waar het uitgeversrecht reeds werd omgezet,  zijn de Franse nieuwsuitgevers en Google er niet in geslaagd om de onderhandelingen opgelegd door de mededingingsautoriteit succesvol af te ronden. Als gevolg hiervan hebben de Franse nieuwsuitgevers een nieuwe klacht ingediend bij de mededingingsautoriteit luidende dat (i) Google de onderhandelingen niet ter goeder trouw heeft uitgevoerd en (ii) Google de voorlopige maatregelen niet respecteert. Google van haar kant vraagt een maand extra onderhandelingstermijn. Google is in beroep gegaan tegen de eerdere beslissing van de mededingingsautoriteit waarvan de hoorzitting voor het Franse Hof van Beroep op 10 september plaatsvindt.

De Europese mediasector roept de nieuwe Europese Commissie op om met een allesomvattende Europese mediastrategie te komen

9 december 2019

Op dinsdag 3 december 2019 organiseerde News Media Europe, in samenwerking met Association Européenne des Radios, Association of commercial Television in Europe en EBU Operating Eurovision and Euroradio, de conferentie “Shaping the future of EU media policy” inzake de toekomst van het Europese Mediabeleid.

De dag werd geopend met een speech van Europees Commissaris voor Transparantie en Waarden, Vera Jourová.  “A free, independant and strong press” moet gegarandeerd worden aangezien dit een van de krachtpijlen van onze democratie is. De komende jaren zal de Commissaris dan ook werken aan transparantie, de toegankelijkheid van data en het verfijnen van de GDPR.

Doorheen de dag werden drie thema’s besproken:

Het eerste thema betrof het bevorderen en het behouden van kwaliteitsvolle journalistiek. Hierbij kwamen vooral desinformatie en persvrijheid aan bod. Om desinformatie tegen te gaan, werden er drie maatregelen vermeld: het promoten van professionele media, instaan voor geloofwaardige entiteiten en het informeren van de media. Qua persvrijheid zouden journalisten overde nodige middelen moeten kunnen beschikken om artikelen te schrijven. Er werd ook aangehaald dat de maatschappij moet beschermd worden tegen bepaalde content en dat zelfregulering hierbij vaak tekortschiet. Als laatste punt werden de platformen besproken. Door toegang tot hun data te verkrijgen, zou de impact van media op bv. Brexit en de Europese verkiezingen onderzocht kunnen worden.

Vervolgens besprak men de voorwaarden voor een gedijde mediasector. Eerst en vooral zouden de platformen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen omtrent hun content. Er zou hierbij een specifieke regelgeving inzake aansprakelijkheid moeten komen. Daarnaast zou er ook een eerlijke regelgeving gecreëerd moeten worden. Er moet een duidelijk kader zijn over wie kwalificeert als platform en wie dusdanig de regelgeving moet volgen. De huidige regelgeving is van toepassing op alle klassieke media, maar sociale netwerken vallen hier niet onder.

Als laatste thema was er de bespreking van eerlijke concurrentie in de digitale markt. Er kunnen drie grote problemen onderscheiden worden. Ten eerste zijn er de platformen zelf, die zichzelf promoten en geen verantwoordelijkheid nemen over de content die geplaatst wordt. Ten tweede is er de toegang tot data. Platformen verzamelen data, maar delen deze met niemand waardoor andere media niet kunnen inspelen op de wensen van de consument. Ten derde zijn er de bedrijven, waarbij er een onevenwicht bestaat tussen commerciële media en de openbare omroepen. Hoewel er al vrij veel wetgeving omtrent concurrentie bestaat, zouden deze beter afgestemd moeten worden op elkaar.

Nieuwe wetgevende stappen voor online platforms die leiden tot meer transparantie en billijke voorwaarden

5 mei 2018

De Europese Commissie heeft op 26 april 2018 een voorstel van verordening bekend gemaakt om de onbillijke contractbepalingen en handelspraktijken van online platforms ten opzichte van zakelijke gebruikers te faciliteren. Het voorstel is het resultaat van twee jaar feitenonderzoek met verscheidene raadplegingen, een Eurobarometer-enquête en een uitgebreid economisch onderzoek. Deze nieuwe regeling dient een eerlijk, transparant en voorspelbaar ondernemingsklimaat voor kleinere bedrijven te creëren en hierdoor een betere werking van de digitale eengemaakte markt te bewerkstelligen. In deze markt zijn platforms en zoekmachines belangrijke kanalen geworden voor bedrijven om hun consumenten te bereiken. Volgens een recente door de Europese Commissie gevoerde Eurobarometer-enquête maakt 42% van de kleine en middelgrote ondernemingen gebruik van een onlinemarktplaats om producten of diensten aan te bieden.
Er is een duidelijke erkenning dat deze onlinemarktplaatsen de groei en ondernemerschap binnen de Europese Unie stimuleren, maar anderzijds is er nood aan rechtszekerheid en een duidelijke omkadering aangezien kleine bedrijven sterk afhankelijk zijn geworden van deze nieuwe kanalen en misbruiken in de digitale economie moeten worden vermeden. De aanpak van de Europese Commissie dient een versnippering van de interne markt door een lappendeken aan nationale regels te voorkomen.
Het voorstel tracht deze problematiek aan te pakken door een regeling uit te werken op het vlak van:

Transparantie (artikel 3, 4, 5, 6, 8)

Aanbieders van onlinediensten moeten ervoor zorgen dat hun voorwaarden voor professionele gebruikers gemakkelijk te begrijpen en te allen tijde beschikbaar zijn, zelfs in de precontractuele fase. Bij niet naleving zullen de bepalingen niet bindend zijn voor de professionele gebruikers.
Duidelijke communicatie is vereist met betrekking tot de redenen waarom een professionele gebruiker tijdelijk of definitief van een platform kan worden verwijderd, die bovendien gebaseerd moeten zijn op objectieve gronden. Deze aanbieders moeten een minimale termijn in acht nemen (ten minste 15 dagen) voordat zij hun voorwaarden wijzigen, tenzij het zou gaan om een wijziging vanwege een wettelijke verplichting.
Wanneer een onlineplatform het aanbod van een zakelijke gebruiker geheel of gedeeltelijk offline haalt of verwijdert, moet het platform dat motiveren met objectieve gronden.
Tot slot moeten onlineplatforms en onlinezoekmachines in hun voorwaarden algemene criteria vaststellen voor de wijze waarop goederen en diensten worden gerangschikt in de zoekresultaten en moeten platforms een algemeen beleid opstellen en publiceren over:
(i) welke gegevens zij genereren en voor wie en onder welke voorwaarden deze toegankelijk zijn;
(ii) hoe zij hun eigen goederen of diensten behandelen ten opzichte van die welke worden aangeboden door hun zakelijke gebruikers;
(iii) hoe zij via contractclausules de gunstigste prijs of de interessantste producten en diensten van hun zakelijke gebruikers eisen (Most-Favoured-Nation-clausules).

 

Geschillenbeslechting: klachtenprocedures en bemiddeling (artikel 9, 10, 11, 12)

Aanbieders van onlinebemiddelingsdiensten moeten een intern systeem voor de behandeling van klachten opzetten dat makkelijk toegankelijk is voor de professionele gebruikers. Zij maken jaarlijks alle relevante informatie (het totaal aantal ingediende klachten, het onderwerp van de klachten, de verwerkingstijd en het gevolg dat aan de klachten is gegeven) over het functioneren en de doeltreffendheid van hun interne klachtenbehandelingssysteem beschikbaar voor het publiek.
Om alternatieve geschillenbeslechting te vergemakkelijken moeten alle aanbieders van onlinediensten in hun voorwaarden aangeven met welke onafhankelijke en gekwalificeerde bemiddelaars zij bereid zijn om te goeder trouw samen te werken aan de geschillenbeslechting. De sector wordt dan ook aangemoedigd om op vrijwillige basis gespecialiseerde onafhankelijke bemiddelaars aan te stellen die buitengerechtelijke geschillen in het kader van onlinebemiddelingsdiensten kunnen behandelen.
Tot slot krijgen representatieve organisaties of verenigingen (Bijvoorbeeld: organisaties en verenigingen die een legitiem belang hebben bij het vertegenwoordigen van professionele gebruikers, alsmede overheidsinstanties die in de lidstaten zijn gevestigd) het recht om namens bedrijven gerechtelijke procedures te starten om de nieuwe regels inzake transparantie en geschillenbeslechting te doen naleven en inbreuken te doen verbieden.

Een opvolgingssysteem om het effect van de nieuwe regels te evalueren (artikel 14)

Deze “waarnemingspost” dient de huidige en nieuwe problemen en kansen in de digitale economie te monitoren zodat de Europese Commissie het wetgevingsvoorstel kan aanpassen indien dit noodzakelijk zou blijken. De verplichtingen uit de artikels 5 tot en met 8 worden geëvalueerd en eventueel kunnen bijkomende bepalingen, zoals op het gebeid van de handhaving, worden toegevoegd. Afhankelijk van de vorderingen en de inzichten van het waarnemingscentrum zal de Commissie uiterlijk over drie jaar vanaf de inwerkingtreding nagaan of er behoefte is aan verdere maatregelen en een rapport opstellen.
Er kan bovendien door personen of ondernemingen feedback worden gegeven t.e.m. 28 juni 2018 via de website van de Europese Commissie. Na inzameling van alle adviezen en voorstellen zal de Europese Commissie een samenvattend document opstellen en overhandigen aan het Europees Parlement en de Raad zodat deze tijdens de onderhandelingen kunnen worden besproken.

Mededeling Europese Commissie inzake Fake News: oog voor ondersteuning kwaliteitsjournalistiek en mediawijsheid

30 april 2018

Op 26 april 2018 maakte de Europese Commissie in een Mededeling haar visie inzake het aanpakken van online desinformatie bekend.
De Europese Commissie definieert de term ‘fake news’ niet, maar definieert ‘desinformatie’ als ‘verifieerbare valse of misleidende informatie gemaakt, voorgesteld en verspreid uit economisch gewin of om opzettelijk het publiek te misleiden en in elk geval publieke schade toe te brengen’.
De Commissie wenst vier zaken te bereiken:

  • Verbeteren van transparantie inzake de manier waarop informatie werd geproduceerd of gesponsord;
  • Promoten van diversiteit van informatie (via de ondersteuning van kwaliteitsvolle journalistiek en het in evenwicht brengen van de relatie tussen de content producenten en de content verspreiders);
  • Bevorderen van de credibiliteit van informatie, met indicatie van de betrouwbaarheid van informatie door ‘trusted flaggers’ en door het verbeteren van de traceerbaarheid van informatie en authenticatie van invloedrijke informatie verspreiders;
  • Inclusieve oplossingen gedragen door een brede groep van stakeholders (publieke instellingen, online platformen, adverteerders, trusted flaggers, journalisten en mediabedrijven).

De mededeling introduceert een breed gamma van aanbevelingen, met een focus op online platformen. Vijf acties staan in de pipeline:

  1. Naar een transparanter, betrouwbaar en verantwoordelijk ecosysteem

Aangezien online desinformatie samengaat met een gebrek aan transparantie en traceerbaarheid in het bestaande platform ecosysteem en de impact van algoritmes en online advertentiemodellen, is  volgens de Commissie het volgende noodzakelijk:

  • Gedragsverandering bij online platformen: zij moeten snel en effectief reageren om gebruikers te beschermen tegen disinformatie: de Commissie ondersteunt het opstellen van een ambitieuze Code of Practice, dat zal voortbouwen op de kernprincipes zoals voorgesteld door de High level Expert Group. De Commissie zal hiervoor een multistakeholder forum bijeenroepen teneinde een kader aan te bieden voor een efficiënte samenwerking tussen de verschillende stakeholders, i.e. online platformen, advertentie spelers, media en vertegenwoordigers van de burgermaatschappij.  De input van dit forum moet eind juli resulteren in een Europese’ Code of Practice on Disinformation’.
  • Faciliteren van fact checking: gemeenschappelijke kennis en vermogen om disinformatie te monitoren moet worden versterkt. Een intens netwerk van sterke en onafhankelijke fact-checkers is een essentiële voorwaarde voor een gezond ecosysteem. De Commissie zal dan ook de oprichting van een onafhankelijk Europees netwerk van fact-checkers ondersteunen. De Commissie zal hiervoor ook een veilig Europees online platform ter beschikking stellen.
  • Bevorderen van online verantwoordelijkheid: de Commissie zal het eIDAS netwerk aanmoedigen om in samenwerking met de platformen vrijwillige online systemen te promoten die toelaten aanbieders van informatie te identificeren door middel van betrouwbare elektronische identificatie en authenticatie middelen.
  • Aanwenden van nieuwe technologieën (A.I., blockchain, cognitieve algoritmes etc.)
  1. Naar veiligere en robuuste verkiezingen

De Commissie zal een dialoog opstarten met de lidstaten om hen te ondersteunen in het beheren van de risico’s inzake cyberaanvallen en disinformatie tijdens het verkiezingsproces.

  1. Bevorderen van onderwijs en mediawijsheid
  • De Commissie zit de Media Literacy Expert Group voor en steunt pilootprojecten zoals ‘Media Literacy for all’;
  • De Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten erkent het belang van mediawijsheid;
  • De Commissie steunt een aantal initiatieven inzake Internet Safety, digital well-being, digital skills etc.;
  • Lidstaten, sociale partners en onderwijsinstellingen delen hun expertise inzake digitaal onderwijs in de ‘EU’s Working Group Digital Skills and Competences’;
  • De Commissie moedigt lidstaten aan om middelen vrij te maken en mediawijsheid op te nemen in hun onderwijsrichtlijnen.

De  Commissie zal ook een Europese week inzake mediawijsheid organiseren.

  1. Ondersteuning van kwaliteitsjournalistiek als een essentieel element in een democratische samenleving

Kwaliteitsmedia en journalistiek speler een belangrijke rol in het aanbieden van kwaliteitsvolle en diverse informatie aan de burgers. Het garanderen van een pluralistische en diverse mediaomgeving, zal ervoor zorgen dat disinformatie afzwakt.  Concreet voorziet de Commissie het volgende:

  • Lidstaten worden aangemoedigd horizontale steun te overwegen gericht op marktfalen, dat een invloed heeft op kwaliteitsjournalistiek, alsook om specifieke activiteiten te ondersteunen, zoals opleiding van journalisten;
  • De Commissie zal in 2018 een call lanceren voor de productie en verspreiding van kwaliteitsnieuws over Europese zaken via data-driven nieuwsmedia;
  • De ‘Fundamental Rights Agency’ zal aanbevelingen, tips en tools ter beschikking stellen aan journalisten inzake ethische dilemma’s, waaronder desinformatie.
  1. Counteren van interne en externe desinformatie via strategische communicatie: de Europese Commissie zal werk maken van een betere communicatie als reactie op o.a. de Russische desinformatie.

 


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.