Europese Commissie voert strijd tegen desinformatie verder op met een nieuw actieplan
12 december 2018
Historiek
Op 5 december 2018 heeft de Europese Commissie een actieplan tegen nepnieuws en desinformatie voorgesteld met het oog op de komende verkiezingen van mei 2019 zodat de campagnes eerlijk en betrouwbaar kunnen verlopen terwijl tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en pluralisme gevrijwaard zullen blijven. Dit actieplan is één van de vele initiatieven die Europa doorheen de jaren op het vlak van desinformatie heeft gerealiseerd.
Reeds in 2015 werd op voorstel van de Europese Raad de East Stratcom Task Force opgericht als onderdeel van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO). Deze task Force had voornamelijk tot doel om op te treden tegen de desinformatiecampagnes komende uit Rusland en heeft gespecialiseerde analyses opgesteld met betrekking tot de verspreidingswijzen, technieken en intenties van desinformatie uit Rusland.
In opvolging hiervan werd de strijd tegen desinformatie een wereldwijd maatschappelijke bedreiging. De Europese Commissie heeft de bestrijding van desinformatie als een belangrijke doelstelling aangegeven omdat het de Europese waarden en democratie dient te beschermen aangezien elke vorm van desinformatie zeer ontwrichtend kan werken in onze samenleving. Op 26 april 2018 had de Europese Commissie dan ook opgeroepen om dit maatschappelijk probleem aan te pakken en te zorgen voor meer transparantie, betrouwbaarheid en verantwoordingsplicht door een multi-stakeholder forum te organiseren en een Europees plan van aanpak in de vorm van een zelfregulerende praktijkcode op te stellen. Op 26 september 2018 hebben internetplatformen en de advertentie-industrie deze praktijkcode op vrijwillige basis ondertekend en erkend om op gezamenlijke basis oplossingen te bieden tegen de blootstelling van grootschalige desinformatie. De aanbevelingen uit de gedragscode werden gegroepeerd rond 5 belangrijke actiepunten.
Nieuw actieplan van de Europese Commissie
De strijd wordt eind 2018 nog verder opgevoerd. De volgende stap wordt door de Europese Commissie gerealiseerd door een actieplan met aanvullende maatregelen tegen desinformatie bekend te maken en tegelijkertijd verslag uit te brengen over de tot nu toe gerealiseerde vooruitgang met betrekking tot de aanbevelingen uit de Praktijkcode .
In dit actieplan worden maatregelen voorgesteld die een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak van Europa bij de strijd tegen desinformatie moeten bevorderen. De verschillende betrokkenen moeten voorrang geven aan deze coördinerende samenwerking om de verkiezingen van mei 2019 zo eerlijk en transparant mogelijk te laten verlopen. Het actieplan vormt een aanvulling op de maatregelen die de Commissie in september 2018 heeft aangekondigd in haar mededeling over vrije en eerlijke Europese verkiezingen en haar mededeling over de bestrijding van online desinformatie. De Europese Commissie zal deze reeks maatregelen uitvoeren in samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement.
Om de strijd tegen desinformatie op te voeren, bestaat het actieplan uit vier hoofdzakelijke pijlers:
- een capaciteitsverbetering die de Europese instellingen in staat moet stellen om desinformatie op efficiëntere wijze op te sporen, te analyseren en te reduceren;
- krachtigere gecoördineerde en gezamenlijke reacties van de Europese instellingen en de lidstaten;
- inschakeling van de particuliere sector in de strijd tegen desinformatie en
- bewustmaking bij het algemene publiek met betrekking tot desinformatie en vergroten van de maatschappelijke veerkracht.
Concrete verbintenissen
Het plan voorziet in een ‘rapid alert system’ (snellewaarschuwingssysteem) dat vanaf maart 2019 misleidende berichten efficiënt moet signaleren en doorgeven aan de lidstaten waardoor de uitwisseling van gegevens en evaluaties van desinformatiecampagnes wordt vergemakkelijkt. De Europese instellingen en de lidstaten zullen zich tegelijkertijd ook richten op proactieve en objectieve communicatie over de verschillende waarden en het beleid van de Europese Unie.
Daarnaast zal er door de Europese Commissie in samenwerking met de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten een nauwgezet toezicht komen op de tenuitvoerlegging van de praktijkcode tegen nepnieuws die door de onlineplatforms zoals Facebook, Twitter en Google werd ondertekend. De ondertekenaars van de praktijkcode moeten de verplichtingen die zij in die praktijkcode zijn aangegaan snel en doeltreffend uitvoeren en zich richten op verbintenissen die noodzakelijk zijn in het licht van de Europese verkiezingen van 2019. Ze verzekeren daarin onder meer de verplichting tot meer openheid met betrekking tot de oorsprong van de inhoud op platformen en de geldstromen erachter, nepaccounts snel te verwijderen, transparantie over politieke advertenties, advertenties duidelijk te onderscheiden van redactionele inhoud, gebruikers in staat stellen om desinformatie te rapporteren en de zicht- en vindbaarheid van gezaghebbende content te verbeteren. Zij zullen vanaf januari tot en met mei 2019 maandelijks rapporteren aan de Europese Commissie over hun activiteiten. Na 12 maanden zal de Praktijkcode worden geëvalueerd en zal worden bepaald of er verregaandere verplichtingen dienen te worden opgelegd aan de internetplatforms en advertentiesector.
Ook andere betrokkenen zullen actief worden benaderd door meer bewustmaking van en meer verantwoordelijkheid voor de burgers te creëren. Naast gerichte bewustmakingscampagnes zullen de Europese instellingen en de lidstaten mediageletterdheid bevorderen via specifieke programma’s en steun verlenen aan nationale multidisciplinaire teams van onafhankelijke factcheckers en onderzoekers om desinformatiecampagnes op social media te detecteren. Bovendien heeft de Commissie in haar voorstel voor het programma Horizon Europa van 2021 tot 2027 een topic toegevoegd voor de ontwikkeling van nieuwe instrumenten om online desinformatie te bestrijden en meer inzicht te krijgen in de rol van journalistieke normen en door gebruikers gegenereerde inhoud.
Het actieplan voorziet bovendien ook in extra budgettaire middelen en gespecialiseerde personeelsleden voor de bedoelde maatregelen. De begroting voor strategische communicatie binnen de EDEO ter bestrijding van desinformatie en voor de bewustmaking van de negatieve gevolgen ervan zal meer dan verdubbelen, van 1,9 miljoen euro in 2018 tot 5 miljoen euro in 2019. In het kader van het komende programma Creatief Europa ter ondersteuning van de journalistiek, mediavrijheid, pluralisme van de media en mediageletterdheid zal de Europese Commissie eveneens 61 miljoen euro vrijmaken. De Europese lidstaten moeten deze maatregelen aanvullen door hun eigen middelen ter bestrijding van desinformatie te versterken.
Mediacademie Journalistiek: ontdek de opleidingen najaar 2018
25 oktober 2018
Ook dit jaar organiseert Mediacademie Journalistiek enkele opleidingen in het najaar.
Inschrijven voor deze opleidingen kan via info@mediacademie.be
Deze opleidingen zijn gratis toegankelijk voor alle medewerkers en freelancers verbonden aan een van de leden van Vlaamse Nieuwsmedia, We Media, Medianetwerk Plus en Media21.
Fake news
Datum: 26 november 2018, 12u-14u
Locatie: VVJ, Zennestraat 21, 1000 Brussel
Inhoud:
De journalistiek onder vuur: historiek en context. Hoe omgaan met verwijten van fake news en andere mediakritiek? Hoe verhogen we de kwaliteit van ons nieuwsaanbod? En hoe herwinnen we het vertrouwen in de journalistiek?
GDPR
Datum: 20 november 2018, 12u-14u
Locatie: VVJ, Zennestraat 21, 1000 Brussel
Inhoud:
Wat zijn de implicaties voor redacties en journalisten? Welke verplichtingen brengt de GDPR met zich mee, en welke vrijstellingen hebben journalisten in vergelijking met andere dataverwerkers? Hoe reageren op verzoeken van burgers om inzage in dossiers, om correctie van gegevens, om schrapping van informatie?
Drones
Datum: 11 december 2018 (onder voorbehoud)
Locatie: Mediahuis Groot Bijgaarden
Organisator: MA Journalistiek/Mediarte + dronefederatie
Inhoud:
- Intro luchtvaart / Airmanship
- Opleiding
- Belgische drone federatie BeUAS
- Wetgeving België & Europa
- Toepassingsgebieden
- Toekomst
Zelfdoding in de media
Diverse data
Locatie: diverse redacties in Vlaanderen
Organisator: RVDJ en Werkgroep Verder
Inhoud:
Berichtgeving over zelfdoding leidt vaak tot controverse. Journalisten vinden berichtgeving relevant en nodig vanwege de aanleiding, zoals sexting, pesten op het werk, burn-out enz. of vanwege de specifieke plaats of de (on)gebruikelijke methode, zoals het inademen van helium. Deskundigen en hulpverleners maken bezwaar en wijzen op het gevaar van copycat gedrag. Er zijn aanbevelingen voor de media, die gebaseerd zijn op richtlijnen van de WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) en de Raad voor de Journalistiek vraagt om bij berichtgeving over zelfdoding dramatisering, gedetailleerde beschrijving en positieve voorstelling van de feiten te vermijden.
Wat dat allemaal betekent voor de dagelijkse journalistieke praktijk, wil de MediAcademie aan bod brengen in een workshop met de redacties. Geen eenrichtingsverkeer, maar een gesprek over valkuilen en kansen met Lore Vonck, coördinator van de Werkgroep Verder en Pieter Knapen, ombudsman van de Raad voor de Journalistiek. Lore Vonck licht de wetenschappelijke mechanismen toe die mediaberichtgeving uitoefent op suïcidale personen. Pieter Knapen gaat in op de bepalingen in de code van de Raad voor de Journalistiek en modereert het gesprek.
Europese Gedragscode om strijd tegen desinformatie aan te gaan: voldoende geconcretiseerd?
4 oktober 2018
Zowel Europa als België nemen initiatieven inzake de bestrijding van desinformatie
24 juli 2018
1) Europees niveau
De blootstelling van grootschalige desinformatie aan burgers is een omvangrijke uitdaging voor Europa. Om dit maatschappelijk vraagstuk aan te pakken heeft de Europese Commissie op 26 april 2018 een mededeling inzake het aanpakken van online desinformatie bekendgemaakt. Teneinde de transparantie van online platformen te verbeteren, heeft de Europese Commissie het initiatief gelanceerd om een multi-stakeholder forum te organiseren en in de zomer van 2018 een Europese Code of Pratice inzake desinformatie op te stellen. Aangezien de verspreiding van desinformatie via verschillende informatiekanalen gebeurt en gevolgen heeft voor een zeer breed segment van actoren in het ecosysteem, hebben alle betrokken spelers een rol en verantwoordelijkheid bij de bestrijding van desinformatie en dienen zij zich ertoe te verbinden om hun inspanningen te bundelen en te versterken.
Een werkgroep van het multi–stakeholder forum, dat bestaat uit vertegenwoordigers van platformen, vooraanstaande sociale netwerken en adverteerders heeft de opdracht van de Europese Commissie gekregen om een Code of Practice op te stellen. Deze eerste stap is gebaseerd op de aanbevelingen van de High Level Expert Group die op 12 januari 2018 door de Europese Commissie werd samengesteld en die een alternatieve samenwerkingsaanpak met verschillende stakeholders heeft voorgesteld waarbij repressief wetgevende maatregelen in een eerste fase dienen te worden vermeden.
De eerste draftversie van de Code of Practice is verschenen op 17 juli 2018 en bestaat uit volgende aanbevelingen:
- het verbeteren van de controle op advertenties teneinde verspreiders van desinformatie te demonetiseren;
- transparantie van politieke en thematische advertenties waarborgen, zodat gebruikers gesponsorde content kunnen identificeren;
- de integriteit van de diensten van platforms waarborgen, onder meer door valse accounts te identificeren en af te sluiten en passende mechanismen te gebruiken om botgestuurde interacties te signaleren;
- het voor gebruikers gemakkelijker maken om verschillende nieuwsbronnen te ontdekken die alternatieve perspectieven aanbieden en er toegang tot te krijgen;
- De onderzoeksgemeenschap mondiger maken door toegang te verlenen tot de gegevens van platformen die noodzakelijk zijn om voortdurend online desinformatie te monitoren.
Een Sounding Board van het multi-stakeholder forum dient deze zomer feedback te geven op voornoemde Code of Practice en aanbevelingen tot verbetering te formuleren zodat eind september 2018 de finale versie van de Code of Practice kan worden opgesteld. De Sounding Board bestaat uit vertegenwoordigers van verenigingen uit de mediasector, maatschappelijke organisaties, fact-checking-organisaties en academici. De Sounding Board heeft al aangegeven deze eerste versie te willen verfijnen door concrete verbintenissen op te leggen en duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot welke meetbare verbeteringen door welke partij zal worden doorgevoerd.
2) Belgisch niveau
Ook op nationaal vlak worden er inspanningen geleverd om de problematiek van desinformatie te bestrijden. Minister van Digitale Agenda Alexander De Croo lanceerde begin mei de #stopfakenews campagne. Om de Belgische aanpak vorm te geven, heeft de minister naar analogie van de Europese High Level Expert Group een expertengroep van academici en stakeholders samengesteld. Bedoeling is om op complementaire wijze de huidige Europese initiatieven aan te vullen. De expertengroep had als opdracht een reeks beleidsaanbevelingen te formuleren en concrete voorstellen uit te werken om online desinformatie te bestrijden. Naast deze expertengroep was er een brede burgerbevraging via de website stopfakenews.be waar iedereen voorstellen kon formuleren en voorstellen van andere kon beoordelen. Op 17 mei 2018 vond er bovendien een stakeholdersdebat plaats waarbij de minister in debat is gegaan met verschillende experten.
De boodschap van minister De Croo was reeds op voorhand duidelijk: er dienen oplossingen te komen voor de bestrijding van fake news, maar dit mag niet ten koste gaan van de vrijheid van meningsuiting. Er wordt hierbij gerefereerd naar reeds bestaande pogingen uit andere Europese landen zoals Frankrijk en Duitsland die fake news aan banden proberen te leggen door wetgevend op te treden. De taak van de overheid is echter om faciliterend te werk te gaan en de stakeholders de nodige tools te geven voor de bestrijding van fake news, maar censuur dient in elke democratie te worden vermeden.
De expertengroep bestaat uit 7 deelnemers en heeft op 18 juli 2018 haar advies overgemaakt aan minister De Croo. Net zoals de Europese Commissie is deze expertengroep van mening dat een repressief wetgevende beleidsaanpak geen oplossing zal bieden om desinformatie te bestrijden. De Belgische expertengroep kiest in eerste fase voor een overlegmodel waarbij alle pertinente stakeholders worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van deze maatschappelijke gedachtewisseling, waarbij als hoofddoel empowerment en transparantie ten aanzien van de burger wordt vooropgesteld.
In Het verslag van de Belgische expertengroep inzake fake news en desinformatie worden twee concrete aanbevelingen gedaan. Eerst een vooral dient een permanent overlegmodel tussen academici, ngo’s, media journalisten en online platformen te worden opgericht met 4 actielijnen: onderzoek, tools voor burgers, mediawijsheid en kwaliteitsjournalistiek. Hierbij dient er een constructieve samenwerking te worden opgebouwd met de platformen om georganiseerde desinformatiecampagnes zo vroeg mogelijk op te sporen en tegen te gaan. Ten tweede raadt de expertengroep aan deze samenwerkingsprojecten te testen in een Belgische proeftuin met de platformen. Hierbij kunnen best practices uit het buitenland worden geïmplementeerd. De expertengroep wil hier gericht focussen op de ontwikkeling van tools met betrekking tot de kwaliteit van bronnen, de ontwikkeling van een initiatief rond fact checking en tools ter bevordering van diversiteit, ontwikkeling van metadata voor onderzoekers rond de verspreiding van desinformatie en initiatieven inzake “algoritmewijsheid”. Vanwege de centrale ligging van België en de nabijheid van de Europese instellingen creëert dit een ideale voortrekkersrol voor België. Dit initiatief zou dan in overleg met andere federale en regionale bevoegde ministers worden gerealiseerd.
Minister De Croo organiseert debat fake news
29 mei 2018
Nadat enkele belangrijke ontwikkelingen met betrekking tot fake news zich hebben voorgedaan op Europees vlak, zijn er ook vanuit Belgische hoek initiatieven ontstaan om de negatieve gevolgen van desinformatie tegen te gaan. Eerder maakte de Europese Commissie in een mededeling haar visie inzake het aanpakken van online desinformatie bekend. Kort daarna heeft ook Minister van Digitale Agenda Alexander De Croo opdracht gegeven om een expertengroep samen te stellen met academici en stakeholders die tegen 25 juni 2018 aanbevelingen over fake news zullen overmaken aan de minister met oog op het bepalen van een Belgisch standpunt. De minister pleit daarbij voor een evenwicht tussen het beschermen van de vrijheid van meningsuiting enerzijds en maatregelen tegen desinformatie anderzijds. Bovendien loopt er tot 31 mei 2018 een burgerbevraging om tot concrete voorstellen te komen voor de bestrijding van fake news via de website www.stopfakenews.be waarbij iedereen voorstellen kan formuleren en voorstellen van anderen kan beoordelen door deze te liken of juist niet te liken. Tot slot was er op 17 mei een publiek debat met topexperts in BeCentral. Vragen die hierbij werden gesteld waren hoe we fake news dienen te bestrijden, of er regulering nodig is om dit fenomeen aan te pakken en dienen online platformen aan zelfcensuur te doen? Dit debat vormt een drieluik, samen met de publieke consultatie en de expertengroep over fake news.
In het debat met topexperts zetelden Alexander De Croo, Christian Van Thillo (CEO De Persgroep), Siada El Ramly (EU organisatie online platformen), Beatrice Delvaux (hoofdeditorialiste Le Soir) en Antoinette Rouvroy (Universiteit van Namen). Kortom een veelzijdig paneldebat met meningen uit verschillende invalshoeken.
Ter inleiding werden de gevaren van fake news voor een democratie besproken. Fake news is van alle tijden maar door zijn razendsnelle verspreiding, het gebruik van algoritmen en de problematiek om de bron te achterhalen, maakt dat fake news zoals deze zich vandaag manifesteert, gevaarlijker is dan ooit. In een democratie kan dit dan ook catastrofaal zijn als niemand hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld. Daarenboven schuilt er ook een gevaar voor de mediasector aangezien er geen duidelijk onderscheid meer is tussen kwaliteitsvolle journalistiek en artikels met een puur commercieel belang.
Al snel kwam het veelbesproken incident rond Cambridge Analytica ter sprake (Cambridge Analytica was een privaat Brits-Amerikaans databedrijf dat datamining, data-analyse en direct marketing bundelde met strategische communicatie voor verkiezingscampagnes. Het consultingbedrijf heeft ondertussen een faillissementsprocedure aangevraagd). Sinds maart 2018 is aan het licht gekomen dat de dataverwerker misbruik maakte van de gegevens van miljoenen Facebookgebruikers. Cambridge Analytica had persoonlijkheidstesten ontwikkeld om data van gebruikers uit het sociaal netwerk te halen en verkocht het aan bedrijven en politieke partijen, die daardoor gerichte advertenties op Facebook konden plaatsen. Zo wordt beweerd dat gerichte propaganda werd verstuurd naar aanloop van het referendum over de Brexit en de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016. Het gebruik van persoonlijke data die wordt verzameld zonder toestemming van gebruikers (en zelfs van hun vrienden die geen gebruiker zijn) roept ethische vragen en bedenkingen rond privacy op.
Christian Van Thillo vindt het dan ook noodzakelijk dat er wetgeving komt die internetbedrijven zoals Google en Facebook verantwoordelijk, maakt voor de content die op hun platformen verschijnt. Zij aggregeren, cureren en publishen net zoals een uitgever waardoor zij geen zuiver technologisch bedrijf meer zijn maar hierdoor een redactionele verantwoordelijkheid hebben. “Dat de eigenaars van de mediaplatformen de dans ontspringen, is het grootste onrecht dat bestaat”, aldus Van Thillo.
Platformen zijn tot op vandaag niet aansprakelijk voor de inhoud dat wordt geplaatst, tenzij voor enkele uitzonderingsgevallen zoals vb. oproep tot geweld of rassenhaat. Van Thillo wil dat voor hen dezelfde wetten gelden als voor uitgevers.
Siada El Ramly, die de internetplatformen vertegenwoordigd, heeft hier een andere mening over. Zij werkt voor een koepelorganisatie met onder meer Facebook, Google en Twitter als leden. Volgens haar zijn de internetbedrijven wel degelijk verantwoordelijk voor wat gepubliceerd wordt en moeten ze zich houden aan de wetten in alle Europese lidstaten en zijn er bovendien ook strenge gedragscodes. Minister De Croo bevestigde dat de platformen inderdaad strafrechtelijke verantwoordelijkheid hebben. De aansprakelijkheid van journalistieke media gaat echter veel verder, want hier geldt ook de burgerrechtelijke aansprakelijkheid.
Op de vraag of fake news dient te worden gereglementeerd, waren de meningen verdeeld. Het is echter wel duidelijk dat deze problematiek een gedeelde verantwoordelijkheid is van zowel de traditionele media, de regering, de platformen maar ook van de gebruikers zelf. Er dient vanuit de regering te worden ingezet op mediageletterdheid zodat de burgers kritisch kunnen redeneren en oordelen. Op deze manier kan fake news worden aangepakt waaruit iedereen voordeel haalt.
Ook het verslag van de Europese Commissie bevestigt dat 74% van de bevraagden van mening is dat lezers zich onvoldoende bewust zijn van de stappen die moeten worden genomen om de waarheidsgetrouwheid van nieuws te verifiëren tijdens het lezen en delen van online nieuws Bovendien is 71% van deze bevraagden voorstander voor een verdere investering in opleidingen en het bewustmaken van nieuwsverificatie door de gebruikers met het oog op het kritischer beoordelen en gebruiken van online informatie.
Mededeling Europese Commissie inzake Fake News: oog voor ondersteuning kwaliteitsjournalistiek en mediawijsheid
30 april 2018
Op 26 april 2018 maakte de Europese Commissie in een Mededeling haar visie inzake het aanpakken van online desinformatie bekend.
De Europese Commissie definieert de term ‘fake news’ niet, maar definieert ‘desinformatie’ als ‘verifieerbare valse of misleidende informatie gemaakt, voorgesteld en verspreid uit economisch gewin of om opzettelijk het publiek te misleiden en in elk geval publieke schade toe te brengen’.
De Commissie wenst vier zaken te bereiken:
- Verbeteren van transparantie inzake de manier waarop informatie werd geproduceerd of gesponsord;
- Promoten van diversiteit van informatie (via de ondersteuning van kwaliteitsvolle journalistiek en het in evenwicht brengen van de relatie tussen de content producenten en de content verspreiders);
- Bevorderen van de credibiliteit van informatie, met indicatie van de betrouwbaarheid van informatie door ‘trusted flaggers’ en door het verbeteren van de traceerbaarheid van informatie en authenticatie van invloedrijke informatie verspreiders;
- Inclusieve oplossingen gedragen door een brede groep van stakeholders (publieke instellingen, online platformen, adverteerders, trusted flaggers, journalisten en mediabedrijven).
De mededeling introduceert een breed gamma van aanbevelingen, met een focus op online platformen. Vijf acties staan in de pipeline:
- Naar een transparanter, betrouwbaar en verantwoordelijk ecosysteem
Aangezien online desinformatie samengaat met een gebrek aan transparantie en traceerbaarheid in het bestaande platform ecosysteem en de impact van algoritmes en online advertentiemodellen, is volgens de Commissie het volgende noodzakelijk:
- Gedragsverandering bij online platformen: zij moeten snel en effectief reageren om gebruikers te beschermen tegen disinformatie: de Commissie ondersteunt het opstellen van een ambitieuze Code of Practice, dat zal voortbouwen op de kernprincipes zoals voorgesteld door de High level Expert Group. De Commissie zal hiervoor een multistakeholder forum bijeenroepen teneinde een kader aan te bieden voor een efficiënte samenwerking tussen de verschillende stakeholders, i.e. online platformen, advertentie spelers, media en vertegenwoordigers van de burgermaatschappij. De input van dit forum moet eind juli resulteren in een Europese’ Code of Practice on Disinformation’.
- Faciliteren van fact checking: gemeenschappelijke kennis en vermogen om disinformatie te monitoren moet worden versterkt. Een intens netwerk van sterke en onafhankelijke fact-checkers is een essentiële voorwaarde voor een gezond ecosysteem. De Commissie zal dan ook de oprichting van een onafhankelijk Europees netwerk van fact-checkers ondersteunen. De Commissie zal hiervoor ook een veilig Europees online platform ter beschikking stellen.
- Bevorderen van online verantwoordelijkheid: de Commissie zal het eIDAS netwerk aanmoedigen om in samenwerking met de platformen vrijwillige online systemen te promoten die toelaten aanbieders van informatie te identificeren door middel van betrouwbare elektronische identificatie en authenticatie middelen.
- Aanwenden van nieuwe technologieën (A.I., blockchain, cognitieve algoritmes etc.)
- Naar veiligere en robuuste verkiezingen
De Commissie zal een dialoog opstarten met de lidstaten om hen te ondersteunen in het beheren van de risico’s inzake cyberaanvallen en disinformatie tijdens het verkiezingsproces.
- Bevorderen van onderwijs en mediawijsheid
- De Commissie zit de Media Literacy Expert Group voor en steunt pilootprojecten zoals ‘Media Literacy for all’;
- De Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten erkent het belang van mediawijsheid;
- De Commissie steunt een aantal initiatieven inzake Internet Safety, digital well-being, digital skills etc.;
- Lidstaten, sociale partners en onderwijsinstellingen delen hun expertise inzake digitaal onderwijs in de ‘EU’s Working Group Digital Skills and Competences’;
- De Commissie moedigt lidstaten aan om middelen vrij te maken en mediawijsheid op te nemen in hun onderwijsrichtlijnen.
De Commissie zal ook een Europese week inzake mediawijsheid organiseren.
- Ondersteuning van kwaliteitsjournalistiek als een essentieel element in een democratische samenleving
Kwaliteitsmedia en journalistiek speler een belangrijke rol in het aanbieden van kwaliteitsvolle en diverse informatie aan de burgers. Het garanderen van een pluralistische en diverse mediaomgeving, zal ervoor zorgen dat disinformatie afzwakt. Concreet voorziet de Commissie het volgende:
- Lidstaten worden aangemoedigd horizontale steun te overwegen gericht op marktfalen, dat een invloed heeft op kwaliteitsjournalistiek, alsook om specifieke activiteiten te ondersteunen, zoals opleiding van journalisten;
- De Commissie zal in 2018 een call lanceren voor de productie en verspreiding van kwaliteitsnieuws over Europese zaken via data-driven nieuwsmedia;
- De ‘Fundamental Rights Agency’ zal aanbevelingen, tips en tools ter beschikking stellen aan journalisten inzake ethische dilemma’s, waaronder desinformatie.
- Counteren van interne en externe desinformatie via strategische communicatie: de Europese Commissie zal werk maken van een betere communicatie als reactie op o.a. de Russische desinformatie.
Minister Gatz richt burgerkabinet Media op waarbij burgers kunnen debatteren en aanbevelingen formuleren
30 maart 2018
Groot-Bijgaarden, 30 maart 2018
Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, Sven Gatz heeft een initiatief gelanceerd om burgers te betrekken bij zijn beleid. Via deze vier opgerichte burgerkabinetten kan elke geïnteresseerde mee debatteren en aanbevelingen formuleren.
Er worden met betrekking tot het burgerkabinet Media dit voorjaar twee projecten voorzien. Voor het eerste project kan iedereen zich online inschrijven. Van 31 januari tot en met 7 april 2018 kunnen ideeën en ervaringen worden gedeeld op het online platform www.burgerkabinet.be of via mini-burgerkabinetten die worden georganiseerd door lokale organisaties. Er zullen ook drie online paneldebatten (Fake news, Iedereen journalist en Blik op de toekomst) worden georganiseerd waarbij er via de PC kan worden gedebatteerd.
Het tweede project bestaat uit een bijeenkomst in het Vlaams Parlement op 21 april 2018 van een kerngroep van 150 personen die de resultaten van het onlinetraject uitwerkt tot beleidsaanbevelingen voor de sector en voor de minister van Media. Na afloop van het burgerkabinet zal minister Gatz de aanbevelingen opnemen in zijn beleid en delen met de mediasector.
De resultaten van het eerste debat over fake news zijn reeds terug te vinden op de website van het burgerkabinet. Er werd gepoogd om een definitie over fake news te formuleren, maar zoals bij de meeste hedendaagse paneldebatten over fake news werd er geen gemeenschappelijk standpunt overeengekomen omdat dit begrip verschillende ladingen dekt. Een belangrijk onderdeel van fake news was volgens de deelnemers wel het bewust gebruik van nieuws om te manipuleren. Slechts 30% was van mening dat fake news geen grote problemen met zich zal meebrengen, maar de meerderheid van de deelnemers zag het fenomeen als een bedreiging voor de democratie waarbij media een belangrijke rol vervullen. Het concept ‘fake news’ ondermijnt het geloof in de media tout court, en ondermijnt de meningsvorming die essentieel is voor een gezonde democratie.
Zowel de burgers als de nieuwsmedia (nieuwsorganisaties, zenders, journalisten…) dienen volgens de deelnemers hun verantwoordelijkheid op te nemen. Deze nieuwsmedia dient kritisch om te gaan met bronnen en feiten. Deze worden geacht de kwaliteitsbewakers te zijn die goed geschoold, kritisch en onafhankelijk moeten zijn. De burger zelf dient ook bewust te zijn van het fenomeen en met een kritische geest om te gaan met verschillende nieuwsbronnen. Het onderwijs, politici en de overheid dienen de burgers te ondersteunen en mediawijsheid verder te ontwikkelen. Er is geen consensus over de aard en vorm over mogelijke controleorganismen, maar het was vrijwel duidelijk dat dit niet aan de overheid mag worden overgelaten omdat het principiële recht op vrije meningsuiting ten alle tijde dient te worden gevrijwaard. Buiten de overtuiging van de rol van de media om feiten en uitspraken te controleren (fact checking) werden er enkele ideeën en oplossingen gesuggereerd zoals vb. een onafhankelijk orgaan, mappen van fake news, facebooktransparantie, steun van de media, cybersecurity, hygiëne standaarden voor ISP,…
De conclusie was echter nog steeds dat online fake news moeilijk te bestrijden is en dat de meest optimale oplossing er nog altijd in bestaat om te investeren in mediawijsheid en hopen dat de burger autonoom kan reflecteren. Een conclusie die door de Vlaamse nieuwsmedia zeker kan worden gedeeld.
Wout van Wijk maakt deel uit van de High-level Expert Group om fake news en online desinformatie te bestrijden
18 januari 2018
Naar aanleiding van de tweedaagse multi-stakeholder conferentie die door de Europese Commissie op 13 en 14 november 2017 werd georganiseerd betreffende de problematiek over fake news en online desinformatie, werden nu de eerste concrete stappen gezet. (Voor eerdere berichtgeving zie hier).
De Europese Commissie heeft het initiatief genomen om in de strijd tegen fake news een ‘high-level expert group’ op te stellen van experten die komen uit verschillende stakeholdersgroepen om te peilen naar hun inzichten en mogelijke oplossingen. Met deze adviezen wil de Europese commissie komen tot een gecoördineerde Europese strategie om de negatieve gevolgen van fake news en online desinformatie tegen te gaan. Kandidaten met de nodige ervaring en expertise konden zich tot midden december 2017 aanmelden.
De Europese Commissie heeft op 12 januari 2018 de groep van 39 experten aangesteld die onder meer het fenomeen “fake news” zullen verkennen, de taken en verantwoordelijkheden van de relevante stakeholders zullen definiëren, fake news in een internationale dimensie zullen plaatsen, de verschillende posities zullen inventariseren en aanbevelingen formuleren. Normaal gezien zal er in de lente een strategie komen van de Europese Commissie om fake news tegen te gaan.
In deze expertengroep zitten onder meer academici, journalisten, vertegenwoordigers van sociale mediaplatformen (Facebook, Twitter, Google) en nieuwsmedia-organisaties. Onder deze laatste categorie zal onder meer Wout van Wijk van News Media Europe een bijdrage leveren want ook uitgevers zijn bezorgd dat de problematiek van fake news een ontwrichtend effect kan teweeg brengen doordat de band en het vertrouwen die uitgevers hebben opgebouwd met hun lezers wordt aangetast.
Wout van Wijk had al eerder verwezen naar het project: “Nieuws in de Klas” van Vlaamse Nieuwsmedia als initiatief om mediageletterdheid in scholen te verbeteren. Dit schooljaar hoopt men 8000 klassen te kunnen bereiken in Vlaanderen en Brussel waarbij het doel is om kritisch na te denken over online content en daarvoor de noodzakelijke instrumenten aan te bieden. Hierdoor worden leerlingen in staat gesteld om goedgeïnformeerde beslissingen te nemen over onze vrije en democratische samenleving, waarin vrije en pluralistische media een fundamentele rol in spelen.
Professor dr. Madeleine de Cock Buning van de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in Intellectuele Eigendom, Auteursrecht en Media- en Communicatiewet, is voorgedragen om de expertengroep voor te zitten.
De volledige lijst van experts aangesteld door de Europese Commissie kan u hier terugvinden.
De Europese Commissie treedt op tegen fake news en online desinformatie
16 november 2017
Wat is fake news en waar is het ontstaan?
Het fenomeen van fake news en online desinformatie is een bron van bezorgdheid vanwege de potentiele gevolgen op de reputatie van publieke instanties, resultaten van democratische beraadslagingen en op het vormen van opinies van burgers over belangrijke maatschappelijke domeinen zoals immigratie, veiligheid, economie, journalistiek… Een eenduidige definitie van fake news bestaat er echter niet. De problematiek inzake fake news is dat er veel grijze zones bestaan en het dus niet evident is om duidelijke afbakeningscriteria op te leggen, alsook dat de verspreiding van fake news moeilijk kan worden tegengaan omdat dit evolueert door technologische veranderingen.
De term “fake news” is officieel ontstaan in het stadje Veles uit Macedonië waar enkele jongeren verschillende websites hebben opgericht met als corebusiness het verspreiden van fake news en het maken van clickbait, artikels met sensationele misleidende titels die zoveel mogelijk moeten worden gedeeld op mediakanalen. Fake news is sindsdien op korte tijd een wereldwijde epidemie geworden dankzij de razendsnelle verspreiding via sociale platformen. Daarom is het belangrijk om de burgers de noodzakelijke informatietools te geven om fake news te herkennen en de informatie die ze ontvangen efficiënt te kunnen beoordelen. Een belangrijke stap hierbij is om dit kritisch redeneren in de samenleving in te bedden via onderwijs en educatieve projecten, voornamelijk bij studenten en jongvolwassenen. Verschillende mogelijke oplossingen zijn reeds gangbaar zoals het controleren van accounts, fact checking en het investeren in initiatieven voor mediageletterdheid. Een voorbeeld hiervan is het Nieuws in de Klas project dat in samenwerking met het Kenniscentrum Mediawijsheid lespakketten aanbiedt aan leerkrachten en studenten, waaronder een uitgebreid lespakket rond fake news. Zij leren kritisch om te gaan met verschillende soorten nieuwsbronnen en krijgen inzicht in het fenomeen ‘filter bubble’.
Doel van de Europese Commissie
Voorzitter Jean-Claude Juncker heeft via een intentieverklaring aan het Europees parlement, alsook in een opdrachtbrief aan Europees commissaris voor Digitale Economie en Maatschappij, Mariya Gabriel verzocht om de problematiek inzake fake news op Europees niveau aan te pakken. Hij roept op tot actie om de uitdagingen aan te gaan die online platformen creëren voor onze democratie met betrekking tot de verspreiding van fake news en wil overgaan tot een algemene nadenkbeweging waardoor de bescherming van de burgers op Europees vlak wordt verzekerd.
Op 13 en 14 november 2017 heeft de Europese commissie als reactie hierop een tweedaagse multi-stakeholder conferentie gehouden dat de problematiek over fake news en online desinformatie behandelt. Commissaris Gabriel opent de conferentie zeggende dat wanneer fake news wordt aangepakt, het juiste evenwicht moet worden gevonden tussen de vrijheid van meningsuiting, mediapluralisme en het recht van de burgers om toegang te hebben tot betrouwbare informatiebronnen. Wout van Wijk van News Media Europe nam ook deel aan het debat waarin hij het project: “Nieuws in de Klas” aanhaalt van Vlaamse Nieuwsmedia als initiatief om mediageletterdheid in scholen te verbeteren. Dit schooljaar hoopt men 8000 klassen te kunnen bereiken in Vlaanderen en Brussel waarbij het doel is om kritisch na te denken over online content en daarvoor de noodzakelijke instrumenten aan te bieden. Hierdoor worden leerlingen in staat gesteld om goedgeïnformeerde beslissingen te nemen over onze vrije en democratische samenleving, waarin vrije en pluralistische media een fundamentele rol in spelen.
De Europese Commissie zal in de strijd tegen fake news een ‘high level expert-group’ opstellen van experten die komen uit verschillende stakeholdersgroepen om te peilen naar hun inzichten en mogelijke oplossingen. Met deze adviezen zou de Europese commissie willen komen tot een gecoördineerde Europese strategie om de negatieve gevolgen van fake news en online desinformatie tegen te gaan. Kandidaten met de nodige ervaring en expertise kunnen zich tot midden december aanmelden. Bovendien start de Europese commissie met een publieke bevraging via een online enquête om te weten te komen hoe stakeholders de overvloed aan fake news op het internet ervaren. Burgers, sociale mediaplatformen, overheden, fact checkers, onderzoekers, journalisten en nieuwsinstanties kunnen tot 23 februari 2018 hun input bezorgen.
Gevolgen op de geloofwaardigheid van kwalitatieve journalistiek?
De vraag wordt meermaals gesteld of de kwalitatieve journalistiek door fake news een deel van haar geloofwaardigheid heeft verloren. Wout Van Wijk haalde terecht aan dat uit een recente studie van het onderzoeksbureau Kantar blijkt dat het publiek zich nu beter informeert en meer aandacht besteedt aan de kwaliteit van nieuwsbronnen dan een jaar geleden. Uit het onderzoekt blijkt zelfs dat de reguliere media nog steeds een positief imago hebben en dat fake news vooral schadelijke gevolgen heeft veroorzaakt voor de sociale mediakanalen. Desalniettemin zijn de verschillende uitgevers bezorgd dat de problematiek van fake news de band en het vertrouwen kan aantasten die ze hebben opgebouwd met hun lezers. Het blijft dan ook een prioriteit om te investeren in kwaliteitsvolle journalistiek zodat fake news kan worden overwonnen. Kwalitatieve journalistiek draagt namelijk bij tot een gezonde democratie.
De bedreiging die fake news heeft op kwaliteitsvolle journalistiek moet bovendien in een breder kader worden geplaatst waarbij uitgevers in de hedendaagse maatschappij moeilijkheden ondervinden, namelijk de voortdurende strijd voor een faire vergoeding voor de commerciële exploitatie van hun content en het creëren van een gelijk speelveld tussen de verschillende (online) marktspelers. Bovendien zullen de strengere regels over adverteren leiden tot een sterke daling van de inkomsten van de uitgevers en ook de nieuwe e-Privacy Verordening kan de businessmodellen van uitgevers zwaar verstoren.
De Europese Commissie heeft de nadelige positie van uitgevers ook erkend in haar voorstel van de nieuwe Auteursrechtrichtlijn waarbij het aan uitgevers een uitgeversrecht wil geven. Een uitgeversrecht versterkt de positie van nieuwsuitgevers ten opzichte van derden om te kunnen optreden tegen aggregatoren en internetplatforms die content op ontoelaatbare wijze hergebruiken.
Nieuws in de Klas: Fake News op Difference Day
26 april 2017
‘Fake news’ staat steeds vaker in de schijnwerpers. De betrouwbaarheid van nieuwsberichten of nieuwsmakers inschatten wordt steeds moeilijker. Valse nieuwsberichten zijn ook niet voorbehouden voor sociale media: ook de klassieke media en hun sites lopen het gevaar valse nieuwsberichten over te nemen. Maar wat kunnen we eraan doen? En hoe moeten we hier mee omgaan?
Studenten komen het te weten tijdens de Living Library op Difference Day op 3 mei 2017 van 09u30 tot 12u30 in Bozar in Brussel.
Tijdens deze Living Library kunnen studenten van de derde graad secundair onderwijs en studenten van de hogeschool/universiteit speeddaten met Nederlandstalige en Franstalige mediaprofessionals en opiniemakers over fake news.
Het Kenniscentrum Mediawijsheid ontwikkelde in samenwerking met Nieuws in de Klas en andere mediapartners een uitgebreid lespakket rond fake news. De opdrachten zijn bedoeld voor leerlingen van de derde graad secundair onderwijs. De studenten leren valse nieuwsberichten en misleidende informatie herkennen en krijgen inzicht in het fenomeen ‘filter bubble’. Er wordt kritisch stilgestaan bij verschillende soorten nieuwsberichten. De studenten gaan bovendien aan de slag met bestaand materiaal en stellen zelf berichten op.
Download hier het themadossier rond Fake News en ga ermee aan de slag!