Technologiebedrijven en brancheverenigingen trekken aan de alarmbel
18 november 2020
135 technologiebedrijven en 30 brancheverenigingen hebben op 12 november 2020 een open brief bezorgd aan Europese vicepresident en Eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager om de monopoliepositie van Google aan te kaarten. De aanwezigheid van Google zorgt namelijk voor oneerlijke concurrentie op de markt en men vraagt concrete maatregelen te nemen om deze ongelijkheid te stoppen.
De verschillende bedrijven zijn van oordeel dat Google zijn eigen diensten bevooroordeeld ten koste van andere spelers en zo zijn machtspositie exploiteert. Zo verkrijgt Google een oneerlijk concurrentievoordeel en verwerft ze snel marktaandeel. Google verzamelt als geen ander data en content waar andere spelers alleen maar van kunnen dromen. Deze “kleinere” spelers missen de opportuniteit om op basis van internetverkeer en data te innoveren en kunnen op lange termijn door Google overbodig gemaakt worden.
Een beslissing van de Europese Commissie van 27 juni 2017 stelde dat reeds Google zijn eigen diensten niet zomaar mocht promoten. Waar deze beslissing een voorbeeld had moeten stellen, blijkt dat ze drie jaar na datum nog steeds geen wijzigingen teweeg bracht. Met andere woorden, Google doet nog steeds zijn eigen ding.
De Europese Commissie wordt dan ook aangespoord om actie te ondernemen. Bovenvermelde beslissing moet gehandhaafd worden en alle nodige stappen moeten worden ondernomen om gelijke behandeling op de zoekpagina’s te verzekeren zodat kleine spelers kans hebben om te overleven.
Praktijkcode inzake desinformatie ten tijde van COVID-19
12 november 2020
De Praktijkcode inzake desinformatie die in september 2018 werd afgesloten, was toe aan een evaluatie. Hieruit blijkt dat platformen, mits de nodige inspanningen, veel kunnen verwezenlijken om desinformatie tegen te gaan. Een heikel punt blijft de transparantie van platformen. Zo wordt nog steeds te weinig informatie verstrekt over hun beleid en gegevens. Platformen moeten zich verantwoordelijker gedragen en duidelijker verantwoording afleggen. Voorts is er nog steeds geen samenwerking tussen platformen en de onderzoeksgemeenschap tot stand gekomen, net zoals andere belanghebbenden, zoals de reclamesector, nog niet werden betrokken bij de Praktijkcode.
Door het gevaar dat desinformatie teweeg brengt, zeker ten tijde van COVID-19, werd door de Europese Commissie aan de platformen gevraagd vooruitgangsrapporten op te stellen over de maatregelen die zij hebben genomen om desinformatie omtrent COVID-19 te bestrijden.
Zowel Google als Facebook hebben zich de voorbije maanden geëngageerd om correct nieuws te brengen en de veiligheid van hun gebruikers te garanderen. COVID-19 heeft platformen verplicht meer maatregelen te nemen dan wat de Praktijkcode verwacht en heeft aangetoond dat platformen meer kunnen realiseren dan wat de Praktijkcode vraagt.
Beide platformen zorgen dat hun gebruikers gemakkelijk bij de juiste informatie terechtkomen. Zo werken beiden samen met o.a. de Wereldgezondheidsorganisatie om de verspreiding van het virus te stoppen en bieden deze organisaties gratis advertentieruimte aan. Zowel Facebook als Google zoeken actief naar misinformatie en verwijderen deze indien nodig.
Zowel Facebook als Google hebben tijdens deze pandemie geïnvesteerd in journalistiek. Zo richtte Google het Journalism Emergency Relief Fund op om kleine tot middelgrote nieuwsorganisaties te ondersteunen. Facebook investeerde dan weer een groot bedrag, enerzijds voor hun Facebook Journalism Project, anderzijds voor nieuwsorganisaties wereldwijd te steunen. Daarnaast werd er door het Facebook Journalism Project en het European Journalism Center een steunfonds opgericht om Europese kleine en middelgrote nieuwsorganisaties te ondersteunen.
Ook hebben beide platformen geïnvesteerd in fact-checking programma’s en werken ze er nauw mee samen. Google doet dit door locatiegegevens mee te delen zodat men COVID-19 beter in kaart kan brengen. Facebook zette dan weer bij 98 miljoen posts wereldwijd een waarschuwing dat de informatie fout of gedeeltelijk fout is en reduceerde hun verspreiding (dit voor de periode april- juni 2020). Facebook is ook een nieuwe campagne gestart om foutief nieuws te herkennen.
Beide platformen ondernemen ook actie tegen advertenties die schadelijke informatie bevatten. Sinds het begin van 2020 blokkeerde Google al meer dan 85 miljoen advertenties betreffende COVID-19. In België werden tot september 426.837 advertenties geblokkeerd, waarmee we het beter doen dan buurlanden Nederland (4.295.544) en Duitsland (10.845.588). Frankrijk doet dan weer beter met “slechts” 421.259 geblokkeerde advertenties. Google schorste in ons land nog geen accounts, maar blokkeerde wel 6 URLs. Facebook heeft de nodige maatregelen genomen om te voorkomen dat advertenties gebruikt worden om misinformatie over COVID-19 te verspreiden. Advertenties die beweren het virus te voorkomen of te genezen, worden geweigerd.
Om te helpen met de strijd tegen desinformatie, zal de Europese Commissie eind 2020 een actieplan voor democratie en het wetgevingspakket inzake digitale diensten voorstellen. Deze zullen de vrije en onafhankelijke media ondersteunen en de regelgeving voor platformen actualiseren.
EUROPESE UNIE ZET ZICH IN TEGEN FAKE NEWS
12 juni 2020
Sinds het begin van de coronacrisis is de nood aan nieuws des te belangrijker geworden. De crisis heeft aangetoond dat vrije en onafhankelijke media essentieel zijn om betrouwbare en juiste informatie te kunnen aanbieden. Covid-19 heeft er echter voor gezorgd dat er een grote hoeveelheid fake news aanwezig was. De Europese Unie heeft de afgelopen weken al verschillende initiatieven genomen om desinformatie te bestrijden, zoals het beter informeren van burgers en het nauwer samen werken met internationale actoren, maar ook via het herstelpakket voor de mediasector zelf. Er is echter nood aan verdere stappen. Daarom hebben de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger een gezamenlijk standpunt gepubliceerd waarin de reeds genomen maatregelen worden geanalyseerd en volgende maatregelen worden toegelicht.
De voorbije weken was er een ware “infodemic” over het coronavirus, waarvan lang niet alle informatie correct was. Toch kan niet alle onjuiste informatie worden beschouwd als fake news. Sommige informatie kan namelijk onjuist zijn, maar had niet die intentie. Er moet dusdanig een onderscheid gemaakt worden tussen illegale content en schadelijke content die niet illegaal is. Men moet nagaan of er de bedoeling was om mensen te misleiden, om publieke schade te verrichten of om winst te maken.
De EU neemt voor de nabije toekomst enkele concrete maatregelen om de strijd tegen fake news verder te zetten. Zo zullen online platformen maandelijks moeten rapporteren over hoe zij desinformatie tegengaan (met het oog op de gedragscode inzake desinformatie), zal de Europese Commissie fact-checking ondersteunen door de oprichting van het European Digital Media Observatory en zal er meer steun gegeven worden aan onafhankelijke media en journalisten in de EU en wereldwijd. Er zal eveneens meer steun gegeven worden voor de controle op schendingen van de persvrijheid en voor het bepleiten van een veiliger mediaklimaat, waarbij de vrijheid van meningsuiting voorop staat.
Deze initiatieven vormen de basis voor het toekomstige European Democracy Action plan, wat tegen eind 2020 wordt verwacht, en de Digital Services Act.
Het volledige standpunt is hier terug te vinden.
De toekomst voor een digitaal Europa volgens de Europese Commissie
26 februari 2020
De snel groeiende technologische maatschappij zorgt ervoor dat Europa zich op de markt moet profileren als een sterke, onafhankelijke en doelbewuste speler. De digitale transformatie zorgt voor een grotere hoeveelheid aan data, waardoor de nood aan regelgeving groot is. Iedereen, elke burger, elke werknemer en elke onderneming, moet een eerlijke kans krijgen om te genieten van de voordelen van de digitalisatie. Een digitaal Europa moet gelijk staan aan een open, eerlijk, divers, democratisch en zelfverzekerd Europa. De concrete ideeën en acties die de Europese Commissie zal nemen in de nabije toekomst voor een optimaal digitaal Europa, werden op 19 februari 2020 bekendgemaakt.
De Europese Commissie heeft drie doelstellingen opgesteld om een digitaal Europa te garanderen: Technologie dat voor mensen werkt, een eerlijke en competitieve economie en een open, democratische en duurzame maatschappij.
Wat de eerste doelstelling betreft, is samenwerking het belangrijkste. Er komt regelgeving voor bedrijven om informatie proactief met elkaar te delen, er worden nieuwe middelen ontwikkeld tegen cybercriminaliteit en er zal meer geïnvesteerd worden in 5G en 6G. Een Digitaal Educatie Actieplan moet de digitale geletterdheid en competenties stimuleren en een initiatief voor de platformwerknemers moet hun werkomstandigheden verbeteren.
In een eerlijke en competitieve economie moet data gemakkelijk toegankelijk, bruikbaar en verwerkbaar zijn. Om de innovatie en mededinging te optimaliseren, zou niet-persoonlijke data voor iedereen beschikbaar moeten zijn. Een Europese Industriële Strategie moet de overgang naar een meer digitale Europese industrie vergemakkelijken. Momenteel worden de huidige mededingingsregels gecontroleerd en volgt een sectorale bevraging over de nieuwe ontwikkelingen op de digitale markt. Met de Digital Services Act wil de Europese Commissie de markten met de zogenaamde gatekeepers, de grote bedrijven zoals Google en Facebook, ex ante regels opleggen om een eerlijke markt te waarborgen. Deze regels moeten de transparantie, het gedrag en de aansprakelijkheid van de gatekeepers bepalen. Inzake digitale belastingheffing van bedrijven zal er een strategie worden uitgewerkt.
Om een open, democratische en duurzame maatschappij te bekomen, is het nodig de regels inzake de Digital Services Act te versterken en te verbeteren met het oog om het verduidelijken van de verantwoordelijkheden van online platformen. Wat offline illegaal is, moet online eveneens illegaal zijn. Een Media en Audiovisueel Actieplan moet ondersteuning bieden aan de digitale transformatie van de media en de toegang tot kwaliteitsvolle content en mediapluralisme stimuleren. Het Actieplan Democratie moet de veerkracht van de democratische systemen verbeteren, het mediapluralisme ondersteunen en zal de beïnvloeding tijdens de Europese verkiezingen adresseren.
Om een optimale digitale markt te verkrijgen, moet Europa oplossingen bieden waarbij personen op de eerste plaats staan en waarbij ondernemingen het vertrouwen, de bevoegdheid en de middelen krijgen om te digitaliseren. Enkel indien er intensief wordt samengewerkt met de lidstaten, de verschillende regio’s en de private sector, is een digitaal Europa mogelijk.
De Europese mediasector roept de nieuwe Europese Commissie op om met een allesomvattende Europese mediastrategie te komen
9 december 2019
Op dinsdag 3 december 2019 organiseerde News Media Europe, in samenwerking met Association Européenne des Radios, Association of commercial Television in Europe en EBU Operating Eurovision and Euroradio, de conferentie “Shaping the future of EU media policy” inzake de toekomst van het Europese Mediabeleid.
De dag werd geopend met een speech van Europees Commissaris voor Transparantie en Waarden, Vera Jourová. “A free, independant and strong press” moet gegarandeerd worden aangezien dit een van de krachtpijlen van onze democratie is. De komende jaren zal de Commissaris dan ook werken aan transparantie, de toegankelijkheid van data en het verfijnen van de GDPR.
Doorheen de dag werden drie thema’s besproken:
Het eerste thema betrof het bevorderen en het behouden van kwaliteitsvolle journalistiek. Hierbij kwamen vooral desinformatie en persvrijheid aan bod. Om desinformatie tegen te gaan, werden er drie maatregelen vermeld: het promoten van professionele media, instaan voor geloofwaardige entiteiten en het informeren van de media. Qua persvrijheid zouden journalisten overde nodige middelen moeten kunnen beschikken om artikelen te schrijven. Er werd ook aangehaald dat de maatschappij moet beschermd worden tegen bepaalde content en dat zelfregulering hierbij vaak tekortschiet. Als laatste punt werden de platformen besproken. Door toegang tot hun data te verkrijgen, zou de impact van media op bv. Brexit en de Europese verkiezingen onderzocht kunnen worden.
Vervolgens besprak men de voorwaarden voor een gedijde mediasector. Eerst en vooral zouden de platformen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen omtrent hun content. Er zou hierbij een specifieke regelgeving inzake aansprakelijkheid moeten komen. Daarnaast zou er ook een eerlijke regelgeving gecreëerd moeten worden. Er moet een duidelijk kader zijn over wie kwalificeert als platform en wie dusdanig de regelgeving moet volgen. De huidige regelgeving is van toepassing op alle klassieke media, maar sociale netwerken vallen hier niet onder.
Als laatste thema was er de bespreking van eerlijke concurrentie in de digitale markt. Er kunnen drie grote problemen onderscheiden worden. Ten eerste zijn er de platformen zelf, die zichzelf promoten en geen verantwoordelijkheid nemen over de content die geplaatst wordt. Ten tweede is er de toegang tot data. Platformen verzamelen data, maar delen deze met niemand waardoor andere media niet kunnen inspelen op de wensen van de consument. Ten derde zijn er de bedrijven, waarbij er een onevenwicht bestaat tussen commerciële media en de openbare omroepen. Hoewel er al vrij veel wetgeving omtrent concurrentie bestaat, zouden deze beter afgestemd moeten worden op elkaar.
Europese Commissie voert strijd tegen desinformatie verder op met een nieuw actieplan
12 december 2018
Historiek
Op 5 december 2018 heeft de Europese Commissie een actieplan tegen nepnieuws en desinformatie voorgesteld met het oog op de komende verkiezingen van mei 2019 zodat de campagnes eerlijk en betrouwbaar kunnen verlopen terwijl tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en pluralisme gevrijwaard zullen blijven. Dit actieplan is één van de vele initiatieven die Europa doorheen de jaren op het vlak van desinformatie heeft gerealiseerd.
Reeds in 2015 werd op voorstel van de Europese Raad de East Stratcom Task Force opgericht als onderdeel van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO). Deze task Force had voornamelijk tot doel om op te treden tegen de desinformatiecampagnes komende uit Rusland en heeft gespecialiseerde analyses opgesteld met betrekking tot de verspreidingswijzen, technieken en intenties van desinformatie uit Rusland.
In opvolging hiervan werd de strijd tegen desinformatie een wereldwijd maatschappelijke bedreiging. De Europese Commissie heeft de bestrijding van desinformatie als een belangrijke doelstelling aangegeven omdat het de Europese waarden en democratie dient te beschermen aangezien elke vorm van desinformatie zeer ontwrichtend kan werken in onze samenleving. Op 26 april 2018 had de Europese Commissie dan ook opgeroepen om dit maatschappelijk probleem aan te pakken en te zorgen voor meer transparantie, betrouwbaarheid en verantwoordingsplicht door een multi-stakeholder forum te organiseren en een Europees plan van aanpak in de vorm van een zelfregulerende praktijkcode op te stellen. Op 26 september 2018 hebben internetplatformen en de advertentie-industrie deze praktijkcode op vrijwillige basis ondertekend en erkend om op gezamenlijke basis oplossingen te bieden tegen de blootstelling van grootschalige desinformatie. De aanbevelingen uit de gedragscode werden gegroepeerd rond 5 belangrijke actiepunten.
Nieuw actieplan van de Europese Commissie
De strijd wordt eind 2018 nog verder opgevoerd. De volgende stap wordt door de Europese Commissie gerealiseerd door een actieplan met aanvullende maatregelen tegen desinformatie bekend te maken en tegelijkertijd verslag uit te brengen over de tot nu toe gerealiseerde vooruitgang met betrekking tot de aanbevelingen uit de Praktijkcode .
In dit actieplan worden maatregelen voorgesteld die een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak van Europa bij de strijd tegen desinformatie moeten bevorderen. De verschillende betrokkenen moeten voorrang geven aan deze coördinerende samenwerking om de verkiezingen van mei 2019 zo eerlijk en transparant mogelijk te laten verlopen. Het actieplan vormt een aanvulling op de maatregelen die de Commissie in september 2018 heeft aangekondigd in haar mededeling over vrije en eerlijke Europese verkiezingen en haar mededeling over de bestrijding van online desinformatie. De Europese Commissie zal deze reeks maatregelen uitvoeren in samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement.
Om de strijd tegen desinformatie op te voeren, bestaat het actieplan uit vier hoofdzakelijke pijlers:
- een capaciteitsverbetering die de Europese instellingen in staat moet stellen om desinformatie op efficiëntere wijze op te sporen, te analyseren en te reduceren;
- krachtigere gecoördineerde en gezamenlijke reacties van de Europese instellingen en de lidstaten;
- inschakeling van de particuliere sector in de strijd tegen desinformatie en
- bewustmaking bij het algemene publiek met betrekking tot desinformatie en vergroten van de maatschappelijke veerkracht.
Concrete verbintenissen
Het plan voorziet in een ‘rapid alert system’ (snellewaarschuwingssysteem) dat vanaf maart 2019 misleidende berichten efficiënt moet signaleren en doorgeven aan de lidstaten waardoor de uitwisseling van gegevens en evaluaties van desinformatiecampagnes wordt vergemakkelijkt. De Europese instellingen en de lidstaten zullen zich tegelijkertijd ook richten op proactieve en objectieve communicatie over de verschillende waarden en het beleid van de Europese Unie.
Daarnaast zal er door de Europese Commissie in samenwerking met de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten een nauwgezet toezicht komen op de tenuitvoerlegging van de praktijkcode tegen nepnieuws die door de onlineplatforms zoals Facebook, Twitter en Google werd ondertekend. De ondertekenaars van de praktijkcode moeten de verplichtingen die zij in die praktijkcode zijn aangegaan snel en doeltreffend uitvoeren en zich richten op verbintenissen die noodzakelijk zijn in het licht van de Europese verkiezingen van 2019. Ze verzekeren daarin onder meer de verplichting tot meer openheid met betrekking tot de oorsprong van de inhoud op platformen en de geldstromen erachter, nepaccounts snel te verwijderen, transparantie over politieke advertenties, advertenties duidelijk te onderscheiden van redactionele inhoud, gebruikers in staat stellen om desinformatie te rapporteren en de zicht- en vindbaarheid van gezaghebbende content te verbeteren. Zij zullen vanaf januari tot en met mei 2019 maandelijks rapporteren aan de Europese Commissie over hun activiteiten. Na 12 maanden zal de Praktijkcode worden geëvalueerd en zal worden bepaald of er verregaandere verplichtingen dienen te worden opgelegd aan de internetplatforms en advertentiesector.
Ook andere betrokkenen zullen actief worden benaderd door meer bewustmaking van en meer verantwoordelijkheid voor de burgers te creëren. Naast gerichte bewustmakingscampagnes zullen de Europese instellingen en de lidstaten mediageletterdheid bevorderen via specifieke programma’s en steun verlenen aan nationale multidisciplinaire teams van onafhankelijke factcheckers en onderzoekers om desinformatiecampagnes op social media te detecteren. Bovendien heeft de Commissie in haar voorstel voor het programma Horizon Europa van 2021 tot 2027 een topic toegevoegd voor de ontwikkeling van nieuwe instrumenten om online desinformatie te bestrijden en meer inzicht te krijgen in de rol van journalistieke normen en door gebruikers gegenereerde inhoud.
Het actieplan voorziet bovendien ook in extra budgettaire middelen en gespecialiseerde personeelsleden voor de bedoelde maatregelen. De begroting voor strategische communicatie binnen de EDEO ter bestrijding van desinformatie en voor de bewustmaking van de negatieve gevolgen ervan zal meer dan verdubbelen, van 1,9 miljoen euro in 2018 tot 5 miljoen euro in 2019. In het kader van het komende programma Creatief Europa ter ondersteuning van de journalistiek, mediavrijheid, pluralisme van de media en mediageletterdheid zal de Europese Commissie eveneens 61 miljoen euro vrijmaken. De Europese lidstaten moeten deze maatregelen aanvullen door hun eigen middelen ter bestrijding van desinformatie te versterken.
Europese Gedragscode om strijd tegen desinformatie aan te gaan: voldoende geconcretiseerd?
4 oktober 2018
Zowel Europa als België nemen initiatieven inzake de bestrijding van desinformatie
24 juli 2018
1) Europees niveau
De blootstelling van grootschalige desinformatie aan burgers is een omvangrijke uitdaging voor Europa. Om dit maatschappelijk vraagstuk aan te pakken heeft de Europese Commissie op 26 april 2018 een mededeling inzake het aanpakken van online desinformatie bekendgemaakt. Teneinde de transparantie van online platformen te verbeteren, heeft de Europese Commissie het initiatief gelanceerd om een multi-stakeholder forum te organiseren en in de zomer van 2018 een Europese Code of Pratice inzake desinformatie op te stellen. Aangezien de verspreiding van desinformatie via verschillende informatiekanalen gebeurt en gevolgen heeft voor een zeer breed segment van actoren in het ecosysteem, hebben alle betrokken spelers een rol en verantwoordelijkheid bij de bestrijding van desinformatie en dienen zij zich ertoe te verbinden om hun inspanningen te bundelen en te versterken.
Een werkgroep van het multi–stakeholder forum, dat bestaat uit vertegenwoordigers van platformen, vooraanstaande sociale netwerken en adverteerders heeft de opdracht van de Europese Commissie gekregen om een Code of Practice op te stellen. Deze eerste stap is gebaseerd op de aanbevelingen van de High Level Expert Group die op 12 januari 2018 door de Europese Commissie werd samengesteld en die een alternatieve samenwerkingsaanpak met verschillende stakeholders heeft voorgesteld waarbij repressief wetgevende maatregelen in een eerste fase dienen te worden vermeden.
De eerste draftversie van de Code of Practice is verschenen op 17 juli 2018 en bestaat uit volgende aanbevelingen:
- het verbeteren van de controle op advertenties teneinde verspreiders van desinformatie te demonetiseren;
- transparantie van politieke en thematische advertenties waarborgen, zodat gebruikers gesponsorde content kunnen identificeren;
- de integriteit van de diensten van platforms waarborgen, onder meer door valse accounts te identificeren en af te sluiten en passende mechanismen te gebruiken om botgestuurde interacties te signaleren;
- het voor gebruikers gemakkelijker maken om verschillende nieuwsbronnen te ontdekken die alternatieve perspectieven aanbieden en er toegang tot te krijgen;
- De onderzoeksgemeenschap mondiger maken door toegang te verlenen tot de gegevens van platformen die noodzakelijk zijn om voortdurend online desinformatie te monitoren.
Een Sounding Board van het multi-stakeholder forum dient deze zomer feedback te geven op voornoemde Code of Practice en aanbevelingen tot verbetering te formuleren zodat eind september 2018 de finale versie van de Code of Practice kan worden opgesteld. De Sounding Board bestaat uit vertegenwoordigers van verenigingen uit de mediasector, maatschappelijke organisaties, fact-checking-organisaties en academici. De Sounding Board heeft al aangegeven deze eerste versie te willen verfijnen door concrete verbintenissen op te leggen en duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot welke meetbare verbeteringen door welke partij zal worden doorgevoerd.
2) Belgisch niveau
Ook op nationaal vlak worden er inspanningen geleverd om de problematiek van desinformatie te bestrijden. Minister van Digitale Agenda Alexander De Croo lanceerde begin mei de #stopfakenews campagne. Om de Belgische aanpak vorm te geven, heeft de minister naar analogie van de Europese High Level Expert Group een expertengroep van academici en stakeholders samengesteld. Bedoeling is om op complementaire wijze de huidige Europese initiatieven aan te vullen. De expertengroep had als opdracht een reeks beleidsaanbevelingen te formuleren en concrete voorstellen uit te werken om online desinformatie te bestrijden. Naast deze expertengroep was er een brede burgerbevraging via de website stopfakenews.be waar iedereen voorstellen kon formuleren en voorstellen van andere kon beoordelen. Op 17 mei 2018 vond er bovendien een stakeholdersdebat plaats waarbij de minister in debat is gegaan met verschillende experten.
De boodschap van minister De Croo was reeds op voorhand duidelijk: er dienen oplossingen te komen voor de bestrijding van fake news, maar dit mag niet ten koste gaan van de vrijheid van meningsuiting. Er wordt hierbij gerefereerd naar reeds bestaande pogingen uit andere Europese landen zoals Frankrijk en Duitsland die fake news aan banden proberen te leggen door wetgevend op te treden. De taak van de overheid is echter om faciliterend te werk te gaan en de stakeholders de nodige tools te geven voor de bestrijding van fake news, maar censuur dient in elke democratie te worden vermeden.
De expertengroep bestaat uit 7 deelnemers en heeft op 18 juli 2018 haar advies overgemaakt aan minister De Croo. Net zoals de Europese Commissie is deze expertengroep van mening dat een repressief wetgevende beleidsaanpak geen oplossing zal bieden om desinformatie te bestrijden. De Belgische expertengroep kiest in eerste fase voor een overlegmodel waarbij alle pertinente stakeholders worden gestimuleerd om hun verantwoordelijkheid op te nemen ten aanzien van deze maatschappelijke gedachtewisseling, waarbij als hoofddoel empowerment en transparantie ten aanzien van de burger wordt vooropgesteld.
In Het verslag van de Belgische expertengroep inzake fake news en desinformatie worden twee concrete aanbevelingen gedaan. Eerst een vooral dient een permanent overlegmodel tussen academici, ngo’s, media journalisten en online platformen te worden opgericht met 4 actielijnen: onderzoek, tools voor burgers, mediawijsheid en kwaliteitsjournalistiek. Hierbij dient er een constructieve samenwerking te worden opgebouwd met de platformen om georganiseerde desinformatiecampagnes zo vroeg mogelijk op te sporen en tegen te gaan. Ten tweede raadt de expertengroep aan deze samenwerkingsprojecten te testen in een Belgische proeftuin met de platformen. Hierbij kunnen best practices uit het buitenland worden geïmplementeerd. De expertengroep wil hier gericht focussen op de ontwikkeling van tools met betrekking tot de kwaliteit van bronnen, de ontwikkeling van een initiatief rond fact checking en tools ter bevordering van diversiteit, ontwikkeling van metadata voor onderzoekers rond de verspreiding van desinformatie en initiatieven inzake “algoritmewijsheid”. Vanwege de centrale ligging van België en de nabijheid van de Europese instellingen creëert dit een ideale voortrekkersrol voor België. Dit initiatief zou dan in overleg met andere federale en regionale bevoegde ministers worden gerealiseerd.
Nieuwe wetgevende stappen voor online platforms die leiden tot meer transparantie en billijke voorwaarden
5 mei 2018
De Europese Commissie heeft op 26 april 2018 een voorstel van verordening bekend gemaakt om de onbillijke contractbepalingen en handelspraktijken van online platforms ten opzichte van zakelijke gebruikers te faciliteren. Het voorstel is het resultaat van twee jaar feitenonderzoek met verscheidene raadplegingen, een Eurobarometer-enquête en een uitgebreid economisch onderzoek. Deze nieuwe regeling dient een eerlijk, transparant en voorspelbaar ondernemingsklimaat voor kleinere bedrijven te creëren en hierdoor een betere werking van de digitale eengemaakte markt te bewerkstelligen. In deze markt zijn platforms en zoekmachines belangrijke kanalen geworden voor bedrijven om hun consumenten te bereiken. Volgens een recente door de Europese Commissie gevoerde Eurobarometer-enquête maakt 42% van de kleine en middelgrote ondernemingen gebruik van een onlinemarktplaats om producten of diensten aan te bieden.
Er is een duidelijke erkenning dat deze onlinemarktplaatsen de groei en ondernemerschap binnen de Europese Unie stimuleren, maar anderzijds is er nood aan rechtszekerheid en een duidelijke omkadering aangezien kleine bedrijven sterk afhankelijk zijn geworden van deze nieuwe kanalen en misbruiken in de digitale economie moeten worden vermeden. De aanpak van de Europese Commissie dient een versnippering van de interne markt door een lappendeken aan nationale regels te voorkomen.
Het voorstel tracht deze problematiek aan te pakken door een regeling uit te werken op het vlak van:
Transparantie (artikel 3, 4, 5, 6, 8)
Aanbieders van onlinediensten moeten ervoor zorgen dat hun voorwaarden voor professionele gebruikers gemakkelijk te begrijpen en te allen tijde beschikbaar zijn, zelfs in de precontractuele fase. Bij niet naleving zullen de bepalingen niet bindend zijn voor de professionele gebruikers.
Duidelijke communicatie is vereist met betrekking tot de redenen waarom een professionele gebruiker tijdelijk of definitief van een platform kan worden verwijderd, die bovendien gebaseerd moeten zijn op objectieve gronden. Deze aanbieders moeten een minimale termijn in acht nemen (ten minste 15 dagen) voordat zij hun voorwaarden wijzigen, tenzij het zou gaan om een wijziging vanwege een wettelijke verplichting.
Wanneer een onlineplatform het aanbod van een zakelijke gebruiker geheel of gedeeltelijk offline haalt of verwijdert, moet het platform dat motiveren met objectieve gronden.
Tot slot moeten onlineplatforms en onlinezoekmachines in hun voorwaarden algemene criteria vaststellen voor de wijze waarop goederen en diensten worden gerangschikt in de zoekresultaten en moeten platforms een algemeen beleid opstellen en publiceren over:
(i) welke gegevens zij genereren en voor wie en onder welke voorwaarden deze toegankelijk zijn;
(ii) hoe zij hun eigen goederen of diensten behandelen ten opzichte van die welke worden aangeboden door hun zakelijke gebruikers;
(iii) hoe zij via contractclausules de gunstigste prijs of de interessantste producten en diensten van hun zakelijke gebruikers eisen (Most-Favoured-Nation-clausules).
Geschillenbeslechting: klachtenprocedures en bemiddeling (artikel 9, 10, 11, 12)
Aanbieders van onlinebemiddelingsdiensten moeten een intern systeem voor de behandeling van klachten opzetten dat makkelijk toegankelijk is voor de professionele gebruikers. Zij maken jaarlijks alle relevante informatie (het totaal aantal ingediende klachten, het onderwerp van de klachten, de verwerkingstijd en het gevolg dat aan de klachten is gegeven) over het functioneren en de doeltreffendheid van hun interne klachtenbehandelingssysteem beschikbaar voor het publiek.
Om alternatieve geschillenbeslechting te vergemakkelijken moeten alle aanbieders van onlinediensten in hun voorwaarden aangeven met welke onafhankelijke en gekwalificeerde bemiddelaars zij bereid zijn om te goeder trouw samen te werken aan de geschillenbeslechting. De sector wordt dan ook aangemoedigd om op vrijwillige basis gespecialiseerde onafhankelijke bemiddelaars aan te stellen die buitengerechtelijke geschillen in het kader van onlinebemiddelingsdiensten kunnen behandelen.
Tot slot krijgen representatieve organisaties of verenigingen (Bijvoorbeeld: organisaties en verenigingen die een legitiem belang hebben bij het vertegenwoordigen van professionele gebruikers, alsmede overheidsinstanties die in de lidstaten zijn gevestigd) het recht om namens bedrijven gerechtelijke procedures te starten om de nieuwe regels inzake transparantie en geschillenbeslechting te doen naleven en inbreuken te doen verbieden.
Een opvolgingssysteem om het effect van de nieuwe regels te evalueren (artikel 14)
Deze “waarnemingspost” dient de huidige en nieuwe problemen en kansen in de digitale economie te monitoren zodat de Europese Commissie het wetgevingsvoorstel kan aanpassen indien dit noodzakelijk zou blijken. De verplichtingen uit de artikels 5 tot en met 8 worden geëvalueerd en eventueel kunnen bijkomende bepalingen, zoals op het gebeid van de handhaving, worden toegevoegd. Afhankelijk van de vorderingen en de inzichten van het waarnemingscentrum zal de Commissie uiterlijk over drie jaar vanaf de inwerkingtreding nagaan of er behoefte is aan verdere maatregelen en een rapport opstellen.
Er kan bovendien door personen of ondernemingen feedback worden gegeven t.e.m. 28 juni 2018 via de website van de Europese Commissie. Na inzameling van alle adviezen en voorstellen zal de Europese Commissie een samenvattend document opstellen en overhandigen aan het Europees Parlement en de Raad zodat deze tijdens de onderhandelingen kunnen worden besproken.
Mededeling Europese Commissie inzake Fake News: oog voor ondersteuning kwaliteitsjournalistiek en mediawijsheid
30 april 2018
Op 26 april 2018 maakte de Europese Commissie in een Mededeling haar visie inzake het aanpakken van online desinformatie bekend.
De Europese Commissie definieert de term ‘fake news’ niet, maar definieert ‘desinformatie’ als ‘verifieerbare valse of misleidende informatie gemaakt, voorgesteld en verspreid uit economisch gewin of om opzettelijk het publiek te misleiden en in elk geval publieke schade toe te brengen’.
De Commissie wenst vier zaken te bereiken:
- Verbeteren van transparantie inzake de manier waarop informatie werd geproduceerd of gesponsord;
- Promoten van diversiteit van informatie (via de ondersteuning van kwaliteitsvolle journalistiek en het in evenwicht brengen van de relatie tussen de content producenten en de content verspreiders);
- Bevorderen van de credibiliteit van informatie, met indicatie van de betrouwbaarheid van informatie door ‘trusted flaggers’ en door het verbeteren van de traceerbaarheid van informatie en authenticatie van invloedrijke informatie verspreiders;
- Inclusieve oplossingen gedragen door een brede groep van stakeholders (publieke instellingen, online platformen, adverteerders, trusted flaggers, journalisten en mediabedrijven).
De mededeling introduceert een breed gamma van aanbevelingen, met een focus op online platformen. Vijf acties staan in de pipeline:
- Naar een transparanter, betrouwbaar en verantwoordelijk ecosysteem
Aangezien online desinformatie samengaat met een gebrek aan transparantie en traceerbaarheid in het bestaande platform ecosysteem en de impact van algoritmes en online advertentiemodellen, is volgens de Commissie het volgende noodzakelijk:
- Gedragsverandering bij online platformen: zij moeten snel en effectief reageren om gebruikers te beschermen tegen disinformatie: de Commissie ondersteunt het opstellen van een ambitieuze Code of Practice, dat zal voortbouwen op de kernprincipes zoals voorgesteld door de High level Expert Group. De Commissie zal hiervoor een multistakeholder forum bijeenroepen teneinde een kader aan te bieden voor een efficiënte samenwerking tussen de verschillende stakeholders, i.e. online platformen, advertentie spelers, media en vertegenwoordigers van de burgermaatschappij. De input van dit forum moet eind juli resulteren in een Europese’ Code of Practice on Disinformation’.
- Faciliteren van fact checking: gemeenschappelijke kennis en vermogen om disinformatie te monitoren moet worden versterkt. Een intens netwerk van sterke en onafhankelijke fact-checkers is een essentiële voorwaarde voor een gezond ecosysteem. De Commissie zal dan ook de oprichting van een onafhankelijk Europees netwerk van fact-checkers ondersteunen. De Commissie zal hiervoor ook een veilig Europees online platform ter beschikking stellen.
- Bevorderen van online verantwoordelijkheid: de Commissie zal het eIDAS netwerk aanmoedigen om in samenwerking met de platformen vrijwillige online systemen te promoten die toelaten aanbieders van informatie te identificeren door middel van betrouwbare elektronische identificatie en authenticatie middelen.
- Aanwenden van nieuwe technologieën (A.I., blockchain, cognitieve algoritmes etc.)
- Naar veiligere en robuuste verkiezingen
De Commissie zal een dialoog opstarten met de lidstaten om hen te ondersteunen in het beheren van de risico’s inzake cyberaanvallen en disinformatie tijdens het verkiezingsproces.
- Bevorderen van onderwijs en mediawijsheid
- De Commissie zit de Media Literacy Expert Group voor en steunt pilootprojecten zoals ‘Media Literacy for all’;
- De Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten erkent het belang van mediawijsheid;
- De Commissie steunt een aantal initiatieven inzake Internet Safety, digital well-being, digital skills etc.;
- Lidstaten, sociale partners en onderwijsinstellingen delen hun expertise inzake digitaal onderwijs in de ‘EU’s Working Group Digital Skills and Competences’;
- De Commissie moedigt lidstaten aan om middelen vrij te maken en mediawijsheid op te nemen in hun onderwijsrichtlijnen.
De Commissie zal ook een Europese week inzake mediawijsheid organiseren.
- Ondersteuning van kwaliteitsjournalistiek als een essentieel element in een democratische samenleving
Kwaliteitsmedia en journalistiek speler een belangrijke rol in het aanbieden van kwaliteitsvolle en diverse informatie aan de burgers. Het garanderen van een pluralistische en diverse mediaomgeving, zal ervoor zorgen dat disinformatie afzwakt. Concreet voorziet de Commissie het volgende:
- Lidstaten worden aangemoedigd horizontale steun te overwegen gericht op marktfalen, dat een invloed heeft op kwaliteitsjournalistiek, alsook om specifieke activiteiten te ondersteunen, zoals opleiding van journalisten;
- De Commissie zal in 2018 een call lanceren voor de productie en verspreiding van kwaliteitsnieuws over Europese zaken via data-driven nieuwsmedia;
- De ‘Fundamental Rights Agency’ zal aanbevelingen, tips en tools ter beschikking stellen aan journalisten inzake ethische dilemma’s, waaronder desinformatie.
- Counteren van interne en externe desinformatie via strategische communicatie: de Europese Commissie zal werk maken van een betere communicatie als reactie op o.a. de Russische desinformatie.