Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt het akkoord in de Kamercommissie Financiën inzake btw op digitale publicaties
19 maart 2019
De Commissie Financiën van de Kamer keurde vandaag op 19 maart 2019 een door Open VLD en MR ingediend wetsvoorstel goed dat het btw tarief op digitale publicaties gelijkschakelt met het tarief op de papieren publicaties. Hiermee komt er een einde aan de huidige ongelijke behandeling van digitale en papieren publicaties.
Door de gelijkschakeling, zal voortaan een nultarief gelden voor papieren en digitale kranten en weekbladen. Naar deze aanpassing werd lange tijd uitgekeken in de perssector. De bestaande praktijk dat er verschillende btw-tarieven bestaan tussen twee journalistieke producten, met dezelfde inhoud maar op een andere drager, viel anno 2019 niet langer te rechtvaardigen. Het hogere btw-tarief op digitale publicaties creëerde een onnodige drempel voor innovatie en belemmert de transitie van print naar digitaal.
Na goedkeuring door de Kamer is plenaire zitting, kan het nieuwe regime in werking treden met ingang van 1 april 2019.
Save the date – Festival voor de Jonge Journalist
Op donderdag 19 september 2019 organiseert Mediacademie Journalistiek in Muntpunt Brussel het Festival voor de Jonge Journalist. Alle studenten journalistiek zijn van harte welkom!
Op het programma staan boeiende workshops en sprekers, speeddates en een jobbeurs. De dag wordt afgesloten met de bekroning van de beste journalistieke stukken ingestuurd door pas afgestudeerde studenten journalistiek.
Dit event is volledig kosteloos voor studenten journalistiek en pas afgestudeerde journalisten.
Dit event wordt georganiseerd met de steun van de Vlaamse Overheid, de Vlaamse Nieuwsmedia, We Media, Medianetwerk Plus en Media21 in samenwerking met Mediarte, VVJ en de Raad voor de Journalistiek
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt het akkoord dat in het kader van de hervorming van het auteursrecht in de trialoog is bereikt
14 februari 2019
Uitgevers bereiken meer lezers dan ooit en investeren hiervoor drastisch in nieuwe business modellen, aangepast aan de digitale realiteit. Uitgevers beschikken echter niet over een instrument om deze investeringen op een afdoende wijze te kunnen beschermen. Uitgevers kunnen niet eeuwig blijven investeren in content die door derde partijen systematisch wordt hergebruikt zonder dat er hiervoor een vergoeding tegenover staat.
Vandaar dat er een aanpassing van het juridisch kader zich opdringt en de invoering van een uitgeversrecht noodzakelijk is. Want het gebrek aan dergelijk kader vandaag de dag speelt in het voordeel van derde partijen die freeriden op deze content en gaat ten koste van een kwaliteitsvolle onafhankelijke pers.
Artikel 11 is een duidelijke juridische erkenning die tot gevolg moet hebben dat de belangrijke positie die uitgevers innemen in het ecosysteem naar waarde wordt geschat. Een uitgeversrecht in de vorm van een naburig recht is de enige rechtsfiguur die uitgevers kan erkennen als rechthebbenden en zodoende hun positie zal versterken ten opzichte van derden en hen zal toelaten hun content te exploiteren en efficiënter op te treden tegen derden-inbreukmakers. Het is de enige rechtsfiguur die effectief de onderhandelingspositie van uitgevers kan versterken, hetgeen broodnodig is om o.a. de onderhandelingen met de mondiale technologie spelers te kunnen aangaan.
Het uitgeversrecht is niet meer of minder wat vandaag de dag al jaren bestaat voor andere content producenten. Audiovisuele producenten genieten reeds jaren een eigen naburig recht voor de content die zij produceren, wat hen, dankzij de investeringen die zij gedaan hebben, toelaat zelfstandig hun content te exploiteren. Persuitgevers investeren evenzeer in hun content en dragen hiervoor evenzeer de risico’s zonder dat daar een eigen recht tegenover staat. Dit zorgt voor een ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan.
Vlaamse Nieuwsmedia is dan ook verheugd dat de Europese instellingen deze realiteit erkennen en tot een evenwichtige en afdwingbare oplossing zijn gekomen om persuitgevers te beschermen tegen het gratis hergebruik van content door onlinediensten in de digitale omgeving.
De overeengekomen tekst moet nu formeel worden bevestigd door het Europees Parlement en de Raad. Zodra de nieuwe regels zijn bevestigd en in het Publicatieblad van de EU zijn bekendgemaakt, hebben de lidstaten 24 maanden de tijd om ze in nationale wetgeving om te zetten.
Vlaamse Nieuwsmedia juicht akkoord in de Raad inzake de Copyright Richtlijn toe
11 februari 2019
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de beslissing van de lidstaten om vooruit te gaan met de door de Europese Commissie voorgestelde hervorming van de Copyright Richtlijn. De goedkeuring van een nieuw mandaat door de Coreper afgelopen vrijdag was noodzakelijk opdat de laatste onderhandelingen tussen de lidstaten en het Europees Parlement van start kunnen gaan.
Hoewel de tekst zoals die werd goedgekeurd op 8 februari 2019 een stap in de goede richting is – aangezien hij een verbetering inhoudt van de formulering van het vorige mandaat – zal hij nog steeds leiden tot aanzienlijke rechtsonzekerheid voor persuitgevers, aangezien het gebruik van hun content door aggregatoren en zoekmachines niet voldoende duidelijk wordt beschermd, wat tenslotte de bedoeling van dit recht is. Het Europees Parlement stelt in zijn benadering van artikel 11 (het recht van de persuitgever) – die door veel lidstaten in de Coreper werd gesteund of flexibel werd toegepast – een evenwichtige en afdwingbare oplossing voor om persuitgevers te beschermen tegen het gratis hergebruik van content door onlinediensten in de digitale omgeving.
De trialoog, die vanavond van start gaat, is een unieke gelegenheid om het juiste evenwicht te vinden voor het online-ecosysteem door de huidige regelgeving inzake copyright aan te passen aan de technologische revolutie. To be continued!
Naar een recht van antwoord online?
De Commissie Transversale aangelegenheden – Gemeenschapsbevoegdheden van de Senaat wordt verzocht een informatieverslag betreffende het recht van antwoord op het internet op te stellen. De huidige wetgeving is verouderd in die zin dat de regeling die van toepassing is, verschilt naargelang van het betrokken medium en geen bepalingen omvat inzake het recht van antwoord online.
Het doel van het informatieverslag is dan ook enerzijds een oproep te doen tot modernisering van de wetgeving en tot harmonisering van de toepasselijke rechtsregels en anderzijds een alternatieve oplossing te overwegen voor de geringe doeltreffendheid van de procedure in geval van weigering of laattijdige of zelfs niet-conforme publicatie van het antwoord.
Deze problematiek heeft de afgelopen jaren aanleiding gegeven tot discussie en verschillende wetsvoorstellen in opvolging van het debat van de werkgroep over het recht van antwoord die werd opgericht bij het Observatorium van de rechten op het internet en dat geleid heeft tot de goedkeuring op 5 september 2006 van advies nr. 5 over het recht van antwoord in de media.
De Commissie Transversale bevoegdheden is eind november haar werkzaamheden rond het informatierapport betreffende het recht van antwoord gestart met een aantal hoorzittingen. O.a. vertegenwoordigers van VVJ, AJP, Raad voor de Journalistiek, VRT, Media 21, academici en experten werden hierop uitgenodigd. Op maandag 4 februari 2019 kwamen de krantenuitgevers aan de beurt. U vindt hier de presentatie van Vlaamse Nieuwsmedia.
Raad voor de Reclame stelt concretere richtlijnen inzake native advertising op
15 januari 2019
Europese Commissie voert strijd tegen desinformatie verder op met een nieuw actieplan
12 december 2018
Historiek
Op 5 december 2018 heeft de Europese Commissie een actieplan tegen nepnieuws en desinformatie voorgesteld met het oog op de komende verkiezingen van mei 2019 zodat de campagnes eerlijk en betrouwbaar kunnen verlopen terwijl tegelijkertijd de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en pluralisme gevrijwaard zullen blijven. Dit actieplan is één van de vele initiatieven die Europa doorheen de jaren op het vlak van desinformatie heeft gerealiseerd.
Reeds in 2015 werd op voorstel van de Europese Raad de East Stratcom Task Force opgericht als onderdeel van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO). Deze task Force had voornamelijk tot doel om op te treden tegen de desinformatiecampagnes komende uit Rusland en heeft gespecialiseerde analyses opgesteld met betrekking tot de verspreidingswijzen, technieken en intenties van desinformatie uit Rusland.
In opvolging hiervan werd de strijd tegen desinformatie een wereldwijd maatschappelijke bedreiging. De Europese Commissie heeft de bestrijding van desinformatie als een belangrijke doelstelling aangegeven omdat het de Europese waarden en democratie dient te beschermen aangezien elke vorm van desinformatie zeer ontwrichtend kan werken in onze samenleving. Op 26 april 2018 had de Europese Commissie dan ook opgeroepen om dit maatschappelijk probleem aan te pakken en te zorgen voor meer transparantie, betrouwbaarheid en verantwoordingsplicht door een multi-stakeholder forum te organiseren en een Europees plan van aanpak in de vorm van een zelfregulerende praktijkcode op te stellen. Op 26 september 2018 hebben internetplatformen en de advertentie-industrie deze praktijkcode op vrijwillige basis ondertekend en erkend om op gezamenlijke basis oplossingen te bieden tegen de blootstelling van grootschalige desinformatie. De aanbevelingen uit de gedragscode werden gegroepeerd rond 5 belangrijke actiepunten.
Nieuw actieplan van de Europese Commissie
De strijd wordt eind 2018 nog verder opgevoerd. De volgende stap wordt door de Europese Commissie gerealiseerd door een actieplan met aanvullende maatregelen tegen desinformatie bekend te maken en tegelijkertijd verslag uit te brengen over de tot nu toe gerealiseerde vooruitgang met betrekking tot de aanbevelingen uit de Praktijkcode .
In dit actieplan worden maatregelen voorgesteld die een gezamenlijke en gecoördineerde aanpak van Europa bij de strijd tegen desinformatie moeten bevorderen. De verschillende betrokkenen moeten voorrang geven aan deze coördinerende samenwerking om de verkiezingen van mei 2019 zo eerlijk en transparant mogelijk te laten verlopen. Het actieplan vormt een aanvulling op de maatregelen die de Commissie in september 2018 heeft aangekondigd in haar mededeling over vrije en eerlijke Europese verkiezingen en haar mededeling over de bestrijding van online desinformatie. De Europese Commissie zal deze reeks maatregelen uitvoeren in samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement.
Om de strijd tegen desinformatie op te voeren, bestaat het actieplan uit vier hoofdzakelijke pijlers:
- een capaciteitsverbetering die de Europese instellingen in staat moet stellen om desinformatie op efficiëntere wijze op te sporen, te analyseren en te reduceren;
- krachtigere gecoördineerde en gezamenlijke reacties van de Europese instellingen en de lidstaten;
- inschakeling van de particuliere sector in de strijd tegen desinformatie en
- bewustmaking bij het algemene publiek met betrekking tot desinformatie en vergroten van de maatschappelijke veerkracht.
Concrete verbintenissen
Het plan voorziet in een ‘rapid alert system’ (snellewaarschuwingssysteem) dat vanaf maart 2019 misleidende berichten efficiënt moet signaleren en doorgeven aan de lidstaten waardoor de uitwisseling van gegevens en evaluaties van desinformatiecampagnes wordt vergemakkelijkt. De Europese instellingen en de lidstaten zullen zich tegelijkertijd ook richten op proactieve en objectieve communicatie over de verschillende waarden en het beleid van de Europese Unie.
Daarnaast zal er door de Europese Commissie in samenwerking met de Europese Groep van regelgevende instanties voor audiovisuele mediadiensten een nauwgezet toezicht komen op de tenuitvoerlegging van de praktijkcode tegen nepnieuws die door de onlineplatforms zoals Facebook, Twitter en Google werd ondertekend. De ondertekenaars van de praktijkcode moeten de verplichtingen die zij in die praktijkcode zijn aangegaan snel en doeltreffend uitvoeren en zich richten op verbintenissen die noodzakelijk zijn in het licht van de Europese verkiezingen van 2019. Ze verzekeren daarin onder meer de verplichting tot meer openheid met betrekking tot de oorsprong van de inhoud op platformen en de geldstromen erachter, nepaccounts snel te verwijderen, transparantie over politieke advertenties, advertenties duidelijk te onderscheiden van redactionele inhoud, gebruikers in staat stellen om desinformatie te rapporteren en de zicht- en vindbaarheid van gezaghebbende content te verbeteren. Zij zullen vanaf januari tot en met mei 2019 maandelijks rapporteren aan de Europese Commissie over hun activiteiten. Na 12 maanden zal de Praktijkcode worden geëvalueerd en zal worden bepaald of er verregaandere verplichtingen dienen te worden opgelegd aan de internetplatforms en advertentiesector.
Ook andere betrokkenen zullen actief worden benaderd door meer bewustmaking van en meer verantwoordelijkheid voor de burgers te creëren. Naast gerichte bewustmakingscampagnes zullen de Europese instellingen en de lidstaten mediageletterdheid bevorderen via specifieke programma’s en steun verlenen aan nationale multidisciplinaire teams van onafhankelijke factcheckers en onderzoekers om desinformatiecampagnes op social media te detecteren. Bovendien heeft de Commissie in haar voorstel voor het programma Horizon Europa van 2021 tot 2027 een topic toegevoegd voor de ontwikkeling van nieuwe instrumenten om online desinformatie te bestrijden en meer inzicht te krijgen in de rol van journalistieke normen en door gebruikers gegenereerde inhoud.
Het actieplan voorziet bovendien ook in extra budgettaire middelen en gespecialiseerde personeelsleden voor de bedoelde maatregelen. De begroting voor strategische communicatie binnen de EDEO ter bestrijding van desinformatie en voor de bewustmaking van de negatieve gevolgen ervan zal meer dan verdubbelen, van 1,9 miljoen euro in 2018 tot 5 miljoen euro in 2019. In het kader van het komende programma Creatief Europa ter ondersteuning van de journalistiek, mediavrijheid, pluralisme van de media en mediageletterdheid zal de Europese Commissie eveneens 61 miljoen euro vrijmaken. De Europese lidstaten moeten deze maatregelen aanvullen door hun eigen middelen ter bestrijding van desinformatie te versterken.
Mediacademie Journalistiek: ontdek de opleidingen najaar 2018
25 oktober 2018
Ook dit jaar organiseert Mediacademie Journalistiek enkele opleidingen in het najaar.
Inschrijven voor deze opleidingen kan via info@mediacademie.be
Deze opleidingen zijn gratis toegankelijk voor alle medewerkers en freelancers verbonden aan een van de leden van Vlaamse Nieuwsmedia, We Media, Medianetwerk Plus en Media21.
Fake news
Datum: 26 november 2018, 12u-14u
Locatie: VVJ, Zennestraat 21, 1000 Brussel
Inhoud:
De journalistiek onder vuur: historiek en context. Hoe omgaan met verwijten van fake news en andere mediakritiek? Hoe verhogen we de kwaliteit van ons nieuwsaanbod? En hoe herwinnen we het vertrouwen in de journalistiek?
GDPR
Datum: 20 november 2018, 12u-14u
Locatie: VVJ, Zennestraat 21, 1000 Brussel
Inhoud:
Wat zijn de implicaties voor redacties en journalisten? Welke verplichtingen brengt de GDPR met zich mee, en welke vrijstellingen hebben journalisten in vergelijking met andere dataverwerkers? Hoe reageren op verzoeken van burgers om inzage in dossiers, om correctie van gegevens, om schrapping van informatie?
Drones
Datum: 11 december 2018 (onder voorbehoud)
Locatie: Mediahuis Groot Bijgaarden
Organisator: MA Journalistiek/Mediarte + dronefederatie
Inhoud:
- Intro luchtvaart / Airmanship
- Opleiding
- Belgische drone federatie BeUAS
- Wetgeving België & Europa
- Toepassingsgebieden
- Toekomst
Zelfdoding in de media
Diverse data
Locatie: diverse redacties in Vlaanderen
Organisator: RVDJ en Werkgroep Verder
Inhoud:
Berichtgeving over zelfdoding leidt vaak tot controverse. Journalisten vinden berichtgeving relevant en nodig vanwege de aanleiding, zoals sexting, pesten op het werk, burn-out enz. of vanwege de specifieke plaats of de (on)gebruikelijke methode, zoals het inademen van helium. Deskundigen en hulpverleners maken bezwaar en wijzen op het gevaar van copycat gedrag. Er zijn aanbevelingen voor de media, die gebaseerd zijn op richtlijnen van de WHO (Wereld Gezondheidsorganisatie) en de Raad voor de Journalistiek vraagt om bij berichtgeving over zelfdoding dramatisering, gedetailleerde beschrijving en positieve voorstelling van de feiten te vermijden.
Wat dat allemaal betekent voor de dagelijkse journalistieke praktijk, wil de MediAcademie aan bod brengen in een workshop met de redacties. Geen eenrichtingsverkeer, maar een gesprek over valkuilen en kansen met Lore Vonck, coördinator van de Werkgroep Verder en Pieter Knapen, ombudsman van de Raad voor de Journalistiek. Lore Vonck licht de wetenschappelijke mechanismen toe die mediaberichtgeving uitoefent op suïcidale personen. Pieter Knapen gaat in op de bepalingen in de code van de Raad voor de Journalistiek en modereert het gesprek.
Europese Gedragscode om strijd tegen desinformatie aan te gaan: voldoende geconcretiseerd?
4 oktober 2018
Lancering Nieuws in de Klas 2018-2019
2 oktober 2018
Van ‘nieuwswijze omnivoor’ tot ‘toevallige nieuwspassant’. Deze ochtend ontdekten de leerlingen van het 4de middelbaar van de GO! Atheneum Unesco in Koekelberg samen met de Vlaams Minister van Media welk type nieuwsgebruiker ze zijn. De test werd ontwikkeld in het kader van Nieuws in de Klas en is gebaseerd op de cijfers van Apestaartjaren 2018. De test moet leerkrachten en leerlingen bewust maken van nieuwe vormen van nieuwsconsumptie.
Sociale media voornaamste nieuwsbron
Al voor de zevende keer peilde het Apestaartjarenonderzoek van Mediawijs, Mediaraven en imec-MICT-UGent naar het mediagebruik, -bezit en -gedrag van kinderen en jongeren. Ook het nieuwsgebruik van 12- tot 18-jarigen kwam aan bod. Vlaamse jongeren consumeren het nieuws wekelijks vooral via sociale media, televisie en radio. Hiermee blijft de top drie van nieuwskanalen ongewijzigd t.o.v. 2016. Bovendien blijft ruim de helft van de jongeren (57,1%) zelfs dagelijks op de hoogte van de recente nieuwsfeiten via sociale media. Opvallend is dat ook 1 op de 2 jongeren wekelijks in contact komt met nieuws via persoonlijke en groepsberichten in apps als WhatsApp of Facebook Messenger.
“In de huidige samenleving waar alles meer digitaal is, is het belangrijk dat jongeren kritisch en bewust leren omgaan met online informatie en nieuws.” aldus Minister van Media Sven Gatz. “Daarom zet de Vlaamse overheid samen met de nieuwsmedia en educatieve partners zoals Mediawijs in op nieuws- en informatiegeletterdheid. We maakten twee jaar geleden een shift van Kranten in de Klas naar Nieuws in de Klas. We leren leerkrachten en leerlingen kennismaken met het brede aanbod aan papieren en digitale kranten, magazines, onafhankelijke nieuwswebsites en dit jaar ook met een selectie beeldmateriaal van o.a. de VRT dat VIAA op Het Archief voor Onderwijs ter beschikking stelt.”
Leerkrachten cruciaal
Scholieren zien sociale media als een waardevolle nieuwsbron en een verrijking van hun nieuwsdieet. En dat nieuwsdieet kan je letterlijk nemen. Jongeren volgen in vergelijking met het vorige Apestaartjarenonderzoek minder het nieuws. Geen enkel nieuwsonderwerp kan hen ook echt boeien. Voor cultuur, sport, criminaliteit en nieuws over beroemdheden is er nog interesse, maar maatschappelijke kwesties en politiek nieuws boeit hen duidelijk minder.
Vlaamse minister van Media Sven Gatz ziet dan ook een cruciale rol voor leerkrachten weggelegd.
“Leerkrachten moeten jongeren inspireren en motiveren om het nieuws te volgen. Nieuws in de Klas kan hierbij helpen. Het hele schooljaar door kunnen leerkrachten aan de slag met actuele items om hun lessen te verrijken. Op die manier brengen ze het nieuws niet alleen binnen, maar leren ze kinderen en jongeren hier ook kritisch en bewust mee omgaan.”
Nieuws in de Klas in een nieuw jasje
Vlaamse minister van Media, Mediawijs, Vlaamse Nieuwsmedia, WE MEDIA, Media.21, VRT en VIAA slaan de handen in elkaar voor het project ‘Nieuws in de Klas’. De Vlaamse Minister van Media Sven Gatz trekt voor het project 1.044.000 euro uit. 10.000 euro meer dan vorig jaar voor extra promotie van het project.
Nieuws in de Klas is ondertussen al aan zijn 16de editie toe en elk jaar blijft de vraag groot. Vorig schooljaar bereikten we 6892 klassen, dat is goed voor een bereik van van zo’n 155.850 leerlingen in Vlaanderen en Brussel. En dat waren ongeveer 1000 klassen extra t.o.v. schooljaar 2016-2017. Hoewel we elk jaar meer klassen bereiken, willen we dit schooljaar extra inzetten op het bereiken van nieuwe scholen en andere doelgroepen.
Werken aan nieuws- en informatiegeletterdheid bij jongeren is belangrijk en met Nieuws in de Klas zetten we hier op verschillende manieren op in. Vanaf dit schooljaar is er ook nieuwe website. Leerkrachten vinden er kant en klaar lesmateriaal, themadossiers, audiovisuele content en kunnen er ook kranten en magazines aanvragen. Met andere woorden: een tornado aan nieuws, maar dan netjes gebundeld in één pakket. Tot op de drempel van het klaslokaal van elke leerkracht vanaf derde graad lager onderwijs.
Leerkrachten kunnen vanaf 3 oktober aan de slag met het uitgebreide aanbod van Nieuws in de Klas en een aanvraag indienen voor papieren kranten en magazines.