Op weg naar een naburig recht voor persproducenten in Duitsland en Frankrijk?
3 oktober 2012
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Op 29 augustus 2012 keurde het Duitse Bundeskabinett de zevende wet tot herziening van de Duitse auteurswet, dat voorziet in een naburig recht voor persproducenten, goed. Deze tekst geeft, naar analogie van de regeling die al jaren geldt voor audiovisuele producenten, aan persproducenten een gelijkaardige bescherming voor de investeringen in hun content. Content die in een digitale omgeving dagelijks ontelbare keren wordt hergebruikt door aggregatoren die hun business model baseren op het reproduceren van andermans materiaal.
De tekst stelt een naburig recht in voor de producent van een persproduct waardoor die zich een exclusief recht om zijn persproduct of delen ervan (bv. snippets) publiek mee te delen voor commerciële doeleinden ziet toegekend. De publieke mededeling ervan is toegelaten in zoverre het niet gebeurt door commerciële zoekmotoren of aggregatoren. De geboden bescherming geldt dus enkel ten aanzien van systematische vormen van toegangverlening tot gepubliceerd materiaal door zoekmachines of aggregatoren en geldt niet voor bloggers, bedrijven, verenigingen of andere privégebruikers. Wanneer deze wet in werking zou treden, dienen zoekmotoren en aggregatoren een licentie aan te gaan voor het hergebruik van deze perscontent.
Deze tekst zal de komende maanden verder worden besproken in de Bundestag en Bundesrat.
In Frankrijk hebben de Franse persuitgevers een gelijkaardig voorstel klaar. Zij engageren zich om afstand te doen van hun recht om de indexering van hun content door zoekmotoren te verbieden. Ratio legis hiervoor is dat de uitgevers de toegang tot informatie immers niet willen belemmeren. Wel dient hun content te worden opgewaardeerd. Ze vragen als tegenprestatie de invoering van een naburig recht hetgeen hen moet toelaten bij zoekmotoren een billijke vergoeding te innen telkens wanneer hun content geïndexeerd wordt. Het tekstvoorstel voorziet in de oprichting van een paritaire commissie waarin zowel persuitgevers als zoekmotoren zetelen. De Commissie dient geleid te worden door een voorzitter aangeduid door de regering en een beheersvennootschap zal instaan voor de verdeling van de geïnde sommen onder de verschillende kranten.
De door het Bundeskabinett goedgekeurde tekst vindt u hier.
Europees Parlement keurt voorstel Richtlijn verweesde werken goed
Door Sandrien Mampaey, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Verweesde werken zijn auteursrechtelijk beschermde werken zoals kranten, magazines, boeken of audiovisuele werken die zich in de collecties van een bibliotheek, onderwijsinstelling, museum, archief, erfgoedinstelling of publieke omroeporganisatie bevinden en waarvan de rechthebbende niet bekend of onvindbaar is.
Een auteursrechtelijk beschermd werk mag slechts publiek meegedeeld of gereproduceerd worden nadat men de voorafgaandelijke toestemming van de rechthebbende heeft verkregen. In het geval dat de rechthebbende niet bekend of onvindbaar is, kan moeilijk aan deze voorwaarde worden voldaan, hetgeen de digitale terbeschikkingstelling van het cultureel erfgoed afremt.
Op 13 september stemde het Europese Parlement dan ook voor het voorstel van Richtlijn betreffende bepaalde toegelaten gebruiken van verweesde werken waardoor bibliotheken en andere instellingen verweesde werken uit hun collectie mogen digitaliseren en online publiek meedelen zonder het auteursrecht te schenden.
Wanneer geconfronteerd met een mogelijk verweesd werk dient er in het land waar het werk voor het eerst is verschenen een zorgvuldig onderzoek te worden gedaan naar de rechthebbende alvorens het werk digitaal kan worden gereproduceerd. Dit zorgvuldig onderzoek dient te goeder trouw te worden uitgevoerd door een bibliotheek, onderwijsinstelling, museum, archief, erfgoedinstelling of publieke omroeporganisatie.
Als de rechthebbende niet bekend of onvindbaar is, wordt het werk verweesd verklaard voor de hele Europese Unie waardoor het werk zonder voorafgaande toestemming gedigitaliseerd en online kan worden meegedeeld tot de rechthebbende gevonden wordt. De rechthebbende van een werk dat als verweesd wordt beschouwd, heeft immers te allen tijde de mogelijkheid een einde te stellen aan de verweesde status van het werk.
De verweesde werken mogen enkel voor niet-commerciële doeleinden worden gereproduceerd met het oog op digitalisering, indexering, catalogiseren, bewaring en publieke mededeling. Met uitzondering van de kosten die een instelling dient te maken voor het digitaliseren van de werken mogen geen inkomsten worden gegenereerd.
Private kranten-, magazine- of boekenuitgevers kunnen zich, in tegenstelling tot de publieke omroeporganisaties, niet beroepen op deze richtlijn voor het publiek mededelen van verweesde werken die zich in hun archief of collectie bevinden.
De tekst zal als basis dienen voor de besprekingen en de goedkeuring van de definitieve tekst in de Raad van Ministers.
De volledige tekst vindt u hier.
Aanbevelingen European Media Futures Forum
5 juli 2012
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Het European Media Futures Forum werd in december 2011 gelanceerd door Europees commissaris Neelie Kroes en bestaat een uit een twintigtal personen uit de content industrie, de distributie en de technologiesector. Dit forum had tot doel de toekomst van de media te analyseren tegen de achtergrond van de huidige economische crisis en de internetrevolutie en de rol van de media te vrijwaren in een steeds meer convergerend medialandschap.
Het Media Futures Forum heeft eind juni haar aanbevelingen opgesteld voor de Europese Commissie. Deze moeten een einde moeten maken aan de onduidelijke situatie waarin de media vandaag op het internet over(leven) en tekenen op die manier de pijlers van het Europese mediabeleid van de komende jaren uit.
Een van de belangrijkste aanbevelingen die het door het forum werden gemaakt, is het feit dat de bestaande btw-tarieven in de offline en online wereld moeten worden gealigneerd om de creatie van kwalitatieve content te stimuleren. En omwille van de belangrijke rol die de media en de pers spelen in democratische Europese maatschappijen dient deze alignering aan het laagste tarief te gebeuren. Op die manier zou een einde worden gemaakt aan de evidente discriminatie die er vandaag de dag bestaat tussen lezers afhankelijk van de drager die ze hebben gekozen.
Even belangrijk is dat in het nieuwe ecosysteem er sprake moet zijn van een billijke vergoeding voor het verspreiden van content van derden. Het forum gelooft sterk in innovatie en nieuwe businessmodellen, maar kwaliteitscontent kan slechts blijven geproduceerd worden als de compensatie ervan billijk wordt verdeeld onder de verschillende spelers van de waardeketen. Dit is een noodzakelijke voorwaarde voor een algemeen gezond businessklimaat en om kwaliteitsjournalistiek blijvend te kunnen ondersteunen.
Het door het Media Futures Forum verspreide document met de acht aanbevelingen vindt u hier.
Hof van Justitie verzet zich niet tegen het overmaken van persoonsgegevens van inbreukmakers door ISP’s aan rechthebbenden
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Een aantal Zweedse uitgevers wiens luisterboeken zonder hun toestemming voor het publiek toegankelijk werden gemaakt, eisten dat Ephone, de internet service provider die de gestelde onrechtmatige uitwisseling van gegevens mogelijk maakte, de identiteit van de gebruiker van het IP-adres dat vermoedelijk werd gebruikt om de betrokken bestanden door te geven, zou overmaken. Het gerecht van eerste aanleg in Zweden heeft dit verzoek om een bevel tot mededeling toegewezen. Deze beslissing werd echter vernietigd in hoger beroep waardoor de uitgevers vervolgens hogere voorziening hebben ingesteld bij het hoogste Zweedse rechtscollege dat op haar beurt een prejudiciële vraag stelde aan het Hof van Justitie.
Het Zweedse rechtscollege vroeg zich af of Richtlijn 2006/24 (hierna Richtlijn Gegevensbewaring) in de weg staat aan de toepassing van een op Richtlijn 2004/48 (hierna Richtlijn Handhaving) gebaseerde nationale bepaling volgens welke in een burgerrechtelijke procedure een internet service provider, met het oog op de identificatie van een abonnee, kan worden gelast aan een auteursrechthouder informatie te verstrekken over de abonnee aan wie de internet service provider het IP-adres heeft toegewezen dat is gebruikt om inbreuk te maken op het auteursrecht. Dit op voorwaarde dat de verzoeker een duidelijk bewijs van de inbreuk op een bepaald auteursrecht heeft overgelegd en die maatregel in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel.
Het Hof is van oordeel dat de Richtlijn Gegevensbewaring enkel de verwerking en de bewaring van door aanbieders van openbare beschikbare elektronische communicatiediensten of van openbare communicatienetwerken gegenereerde of verwerkte gegevens betreft voor het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige criminaliteit en de verstrekking ervan aan de bevoegde nationale autoriteiten. De betrokken Zweedse nationale wettelijke regeling streeft een ander doel na dan dat van de Richtlijn Gegevensbewaring. Deze regeling heeft immers betrekking op het verstrekken van gegevens in het kader van een burgerrechtelijke procedure om een inbreuk op intellectuele eigendomsrechten te doen vaststellen ten voordele van de auteursrechthouder of diens vertegenwoordiger, dat wil zeggen een particulier, en niet ten voordele van een bevoegde nationale autoriteit.
Een verzoek om mededeling van persoonsgegevens ter verzekering van de doeltreffende bescherming van auteursrechten valt volgens het Hof dan ook wegens het voorwerp ervan binnen de werkingssfeer van de Richtlijn Handhaving.
Het Hof heeft reeds in het Promusicae arrest geoordeeld dat de Richtlijn Handhaving, gelezen in samenhang met Richtlijn 2002/58 (hierna Richtlijn privacy en Elektronische communicatie), zich er niet tegen verzet dat de lidstaten de verplichting opleggen persoonsgegevens aan particulieren door te geven met het oog op de burgerrechtelijke vervolging van inbreuken op het auteursrecht, maar de lidstaten evenmin ertoe verplicht, in een dergelijke verplichting te voorzien. Indien een dergelijke verplichting echter wordt opgelegd, moet er wel een juist evenwicht tussen de verschillende grondrechten worden verzekerd.
Volgens de betrokken nationale regeling kan een bevel tot mededeling van de betrokken gegevens slecht worden gegeven indien duidelijke bewijzen van een inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht op een werk zijn overgelegd, de gevraagde gegevens de opsporing van een inbreuk kunnen vergemakkelijken en het belang voor de redenen voor dit bevel opweegt tegen de ongemakken of andere nadelen ervan voor degene tot wie het gericht is, of tegen enig ander daarmee strijdig belang. In deze situatie kan worden aangenomen dat een dergelijke wettelijke regeling in beginsel een juist evenwicht tussen de bescherming van het intellectuele eigendomsrecht van de auteursrechthouders en de bescherming van de persoonsgegevens van een internetabonnee of gebruiker kan waarborgen.
Het Hof concludeert bijgevolg dat de Richtlijn Privacy en Elektronische Communicatie en de Richtlijn Handhaving aldus moeten worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling, voor zover deze regeling de nationale rechterlijke instantie waarbij door een persoon met procesbevoegdheid een verzoek om een bevel tot mededeling van persoonsgegevens is ingediend, in staat stelt om de in het geding zijnde tegengestelde belangen af te wegen op basis van de concrete omstandigheden van de zaak en daarbij terdege rekening te houden met de in het evenredigheidsbeginsel voortvloeiende vereisten.
Ook in België beschikken rechthebbenden over de mogelijkheid om persoonsgegevens op te vragen om inbreukmakers te identificeren (cfr. artikel 86ter §3 Auteurswet). Op basis van dit arrest van het Hof van Justitie zou een Belgische rechter, na een concrete belangenafweging, een internet service provider kunnen verplichten persoonsgegeven over te maken op vraag van een rechthebbende.
Het volledige arrest vindt u hier.
Geen verbod op online adverteren n.a.v. komende gemeenteraadsverkiezingen
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Politieke partijen of kandidaten mogen in de aanloop van de verkiezingen geen campagne voeren via commerciële reclamespots op radio en televisie en in bioscopen. Met betrekking tot de federale verkiezingen werd in 2007 deze bepaling in de wet van 4 juli 1989 betreffende de federale verkiezingen aangepast in die zin dat ook betalende boodschappen op internet onder dit verbod vallen.
Op 30 april 2007 heeft de controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen commentaar en aanbevelingen gegeven met betrekking tot de interpretatie van deze wetswijziging naar aanleiding van de federale parlementsverkiezingen van 10 juni 2007: “Dit verbod heeft een algemene draagwijdte. Sinds 28 maart 2007 is het gebruik van het internet voor verkiezingspropaganda expliciet bij wet geregeld. Er geldt sindsdien dus een verbod op de betalende verspreiding van verkiezingspropaganda op het internet. Dit verbod sluit evenwel niet uit dat partijen en kandidaten op hun eigen websites of andere niet betalende sites, verkiezingspropaganda mogen voeren, zelfs met door commerciële firma’s gerealiseerde spots. In dit laatste geval moeten de daarvoor gedane kosten inzake aanmaak en hosting wel worden aangegeven.”
Sinds 2009 geldt dit verbod van betalende boodschappen op internet ook voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement. Tijdens de drie maanden die de datum van de verkiezingen voorafgaan, mogen politieke partijen en kandidaten, evenals derden die propaganda wensen te maken voor politieke partijen of kandidaten, geen commerciële reclamespots op radio, televisie en in bioscopen alsmede betalende boodschappen op internet voeren, aldus artikel 5 §1 5° van de wet van 19 mei 1994.
Het decreet van 8 juli 2011 houdende de organisatie van de lokale en provinciale verkiezingen bepaalt in artikel 194 echter alleen dat tijdens de drie maanden die aan de datum van de verkiezingen voorafgaan, de politieke partijen en de kandidaten, evenals derden die propaganda wensen te maken voor politieke partijen of kandidaten, geen commerciële reclamespots op radio, televisie en in bioscopen mogen voeren. De uitbreiding van het verbod naar betalende boodschappen op internet werd met andere woorden niet ingevoerd bij de in 2011 nieuw aangenomen kieswet met betrekking tot de lokale en provinciale verkiezingen.
Er kan dan ook niet anders worden geconcludeerd dat in de komende drie maanden die de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober voorafgaan, bij gebreke aan andersluidende bepaling, politieke partijen of kandidaten online mogen adverteren.
Parlement keurt nieuwe cookie regels goed
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Op 21 juni 2012 keurde de Kamer, gevolgd door de Senaat op 28 juni 2012, het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake elektronische communicatie goed. Daarin is één van de 128 artikelen gewijd aan cookies. Hiermee is België er eindelijk in geslaagd Richtlijn 2009/136/EG om te zetten in nationaal recht.
Artikel 88 van het wetsontwerp bepaalt dat de opslag van informatie of het verkrijgen van toegang tot informatie die reeds is opgeslagen in de eindapparatuur van een abonnee of een eindgebruiker slechts is toegestaan op voorwaarde dat de abonnee of eindgebruiker zijn toestemming heeft gegeven nadat hij correct werd geïnformeerd over de verwerking. Slechts in twee gevallen moet geen toestemming worden gevraagd: (i) indien er sprake is van enige vorm van technische opslag of toegang met als uitsluitend doel de uitvoering van de verzending van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk en (ii) indien strikt noodzakelijk om er voor te zorgen dat de aanbieder van een uitdrukkelijk door de abonnee of gebruiker gevraagde dienst van de informatiemaatschappij deze dienst levert.
De Belgische wetgever heeft met dit wetsontwerp niets anders gedaan dan de verplichting uit de Richtlijn om de internaut vooraf te informeren en zijn toestemming te vragen, op zeer vage wijze te hernemen. Over de wijze waarop die toestemming in de praktijk door de internaut zal moeten gebeuren, rept het wetsontwerp met geen woord.
Het advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer aangaande dit wetsontwerp brengt enige duidelijkheid ter zake. Zo moet er een onderscheid gemaakt worden tussen first party cookies en third party cookies. First party cookies zijn cookies die door de website zelf worden geplaatst om het surfen vlotter te laten verlopen (bv. het onthouden van taalinstellingen en persoonlijke voorkeuren bij een webwinkel). Third party cookies zijn cookies die door een andere partij op de computer van de internaut worden geplaatst (bv. door adverteerders) om het surfgedrag van de internaut te registreren en zo efficiënter te kunnen adverteren.
De cookies die zijn vrijgesteld van de toestemmingsplicht zijn voornamelijk bepaalde first party cookies, van het type user input session cookies (bv. taalinstellingen, klantidentificatie, virtueel winkelwagentje). Cookies die duidelijk niet onder de vrijstelling vallen zijn cookies die niet op expliciet verzoek van de gebruiker worden geplaatst en die worden gebruikt voor ongedefinieerde doeleinden (voornamelijk third party cookies).
Niettegenstaande de opmerking van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer dat het bewuste artikel 88 een loutere technische omzetting is van het toestemmingsbeginsel en zodoende onvoldoende is als wettelijke bepaling om alle types en vormen van cookies afdoende af te bakenen en te legitimeren, blijft het wetsontwerp op dit punt vaag. Met als gevolg dat, net zoals in Nederland, waar de nieuwe cookie regels begin juni van kracht werden, de betrokken sectoren zich ook in ons land het hoofd zullen moeten breken over hoe de nieuwe regels correct kunnen worden geïmplementeerd.
Het wetsontwerp vindt u hier.
Het advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer vindt u hier.
Zuurstof voor de creatieve sector
6 juni 2012
Door Patrick Lacroix, voorzitter Reprobel en Managing Director Vlaamse Nieuwsmedia – Deze bijdrage verscheen eerder in het Reprobel Bulletin (Jg.11, Nr. 1, Voorjaar 2012)
Boeken, nieuwsmedia, films en muziek houden het leven draagbaar in barre economische tijden. Ze spelen ook een belangrijke rol in de lokale verankering van onze economie en helpen ons zo de crisis door te komen.
De creatieve sector haalt inkomsten uit drie verschillende bronnen: verkopen, advertenties en auteursrechten. Doordat er steeds sneller en gemakkelijker kan gekopieerd worden, dalen de inkomsten uit verkopen en advertenties en wordt het compensatiemechanisme van het auteursrecht steeds belangrijker.
Het zijn voornamelijk onze beheersvennootschappen die auteursrechten innen en onze rol wordt dus ook steeds relevanter. We vormen de brugfunctie tussen de mediaconsument en de creatieve sector. We moeten de sector voorzien van zuurstof om meer dan ooit creatief, innovatief en excellent te zijn en ondanks terugvallende verkoop- en advertentiecijfers niet te vervallen in saaie en middelmatige creaties.
Om onze taak goed te kunnen vervullen moeten we het vertrouwen genieten van alle partijen. Daartoe stellen we ons best open als een glazen huis, transparant en helder, zonder terughoudendheid. Hoeveel innen we? Hoeveel keren we uit? Wat zijn onze werkingskosten? Waartoe dienen onze reserves ook al weer?
Om onze sector te dienen moeten we proactief zijn, nieuwe technologie omhelzen en er zelfs aan de spits van durven staan. Welke innovaties voorzien fabrikanten van toestellen? Wat met prints van digitale publicaties? Hoe zit dat met cloudcomputing? Wat met smartphones en tablets? En leenrecht in een digitale omgeving?
Reprobel is een beheersvennootschap in het kwadraat. Een beheersvennootschap van beheersvennootschappen. Dat betekent dat we transparant en proactief moeten zijn in het kwadraat. We hebben meer dan anderen een voorbeeldfunctie te vervullen in de creatieve sector. Meer dan anderen moeten we ook zorgen voor zuurstof.
Auteursrecht is zuurstof. Zuurstof voor creaties. Creaties voor de kwaliteit van ons leven.
Stop de hannekesnesten: over nieuwssites en parasieten
25 mei 2012
Door Patrick LACROIX, Managing Director van Vlaamse Nieuwsmedia
Een “hanneke” is in vele Vlaamse steden en dorpen een bekend dialectwoord voor ekster. Deze vogel is in onze contreien weinig populair, omdat hij de neiging heeft om glimmende voorwerpen te stelen en naar zijn nest te brengen. Hij heeft dan ook zijn Latijnse naam – Pica pica – niet gestolen.
Een “hannekesnest” is dus letterlijk het nest van een ekster. Heel wat Vlamingen kennen het eerder als synoniem voor een rommeltje of een ongeregeld zootje. Wie ooit een eksternest van dichtbij gezien heeft, snapt wel waarom.
Het pikken van glinsterende voorwerpen mag dan getolereerd worden in het dierenrijk, mensen accepteren dit niet van elkaar. Iedereen met wat gezond verstand weet dat je de vruchten van andermans werk niet mag pikken, hoe glinsterend ze ook zijn.
Toch bestaan er exploitanten van nieuwssites die zich bezig houden met het overschrijven of afschrijven van nieuwsartikels die ze elders “gevonden” hebben.
Het meest flagrant zijn de gevallen waarin de uitbater van een site hele teksten knipt en plakt, er wat advertenties naast verkoopt en denkt dat hij een goede zaak doet. Dit soort van plagiaat-sites komt weinig voor in Vlaanderen en zij die het doen, maken serieuze auteursrechtelijke inbreuken en riskeren zelfs strafrechtelijke vervolging.
Daarnaast hebben we de slimmeriken die wel eens wat over auteursrecht gelezen hebben en weten dat alleen de vorm van een artikel en dus niet de inhoud beschermd is. Ze nemen een glinsterend “gevonden” pareltje van een nieuwsartikel en herschrijven hier en daar wat, gebruiken wat synoniemen en veranderen wat zinsconstructies. Hiermee lopen ze de kantjes van het auteursrecht af: ze weten goed dat het niet simpel is om te bewijzen dat de oorspronkelijke vorm nog herkenbaar is. Dit zijn wat we noemen parasieten.
Parasieten pikken met open ogen de vruchten van de creatieve inspanning van journalisten en de investering van uitgevers. Wat ze pikken, heeft wel degelijk economische waarde, als deel van een betalende publicatie of als deel van een site die inkomsten haalt uit advertenties.
Parasieten leveren zelf geen echte creatieve inspanning. Ze halen louter voordeel uit andermans werk en geld. Door dit pikken en herschrijven besparen ze op journalistieke en redactionele kosten, terwijl ze wel lustig advertentiegelden opstrijken.
Sommigen zijn zelfs niet te beroerd om zich te beroepen op het citaatrecht. Je moet echt geen jurist zijn om te snappen dat artikel 21 van de auteurswet het niet heeft over parasieten die met de bedoeling om advertenties te verkopen andermans teksten louter vormtechnisch herschrijven en de bron enkel erbij vermelden omdat het nieuwsmerk en de notoriteit ervan zouden afstralen op hun vervorming.
Wat deze parasieten vergeten is dat er in België nog zoiets bestaat als handelsrecht en dat zij met hun economische activiteit daar volledig onder vallen. De wet op de handelspraktijken maakt het mogelijk om schadevergoedingen van hen te eisen en hun websites te doen sluiten op basis van een handeling genaamd “parasiterende mededinging” of “slaafse aanhaking”.
Slaafse aanhaking, het woord heeft wel wat. Een exploitant van een site die deze stempel niet op zich wil, doet er goed aan om bij het “herschrijven” van “gevonden” glinsterdingen van onze professionele nieuwsmedia zelf aan research te doen, eigen waarde toe te voegen, zelf duiding te geven en met eigen achtergronden en inzichten een creatieve bijdrage te leveren.
Nacht van de Journalistiek: Winnaar ‘Prijs van de Minister van Media’ bekend
24 mei 2012
PERSBERICHT
Brussel, 23 mei 2012 – Woensdagavond 23 mei werd de Prijs van de Minister van Media 2012 uitgereikt aan een beloftevolle laatstejaarsstudent journalistiek tijdens de tweede editie van de Nacht van de Journalistiek (De eerste foto’s bekijkt u hier). De Nacht is een organisatie van Vlaamse Nieuwsmedia, The Ppress, VUKPP/UPP, de Vlaamse Vereniging voor Journalisten, Fonds Pascal Decroos en alle Vlaamse opleidingen journalistiek met de steun van de Vlaamse Overheid.
“De kwaliteit van de inzendingen was hoog. Dit is het bewijs dat er heel wat talent in de Vlaamse opleidingen journalistiek aanwezig is. Maar we willen volgend jaar nog meer inzendingen ontvangen. Vandaar een warme oproep naar docenten en studenten van alle opleidingen om zich via initiatieven als deze te ‘tonen’ – de beloning is overigens een mooi begin van een beroepscarrière”, zo sprak Michel VERMEERSCH namens Minister Ingrid LIETEN.
De Prijs van de Minister van Media ging dit jaar naar Barbara DZIKANOWICE, student aan de Plantijn Hogeschool Antwerpen. Laatstejaarsstudenten werd gevraagd een achtergrondartikel of reportage te schrijven over ‘Journalist zijn 2020’. Dzikanowice won met het stuk ‘De pioniers van morgen’, een artikel over de visie van een nieuwe generatie mediaprofessionals. De jury omschreef het werk als “een sterk stuk, vlot en helder geschreven vanuit een creatieve, frisse invalshoek en binnen een globale aanpak van een actueel thema. (…) De auteur houdt doorheen het artikel je aandacht vast met een aantal slimme vormelijke ingrepen – niet onbelangrijk in een tijd van een onophoudende stortvloed aan informatie.” Dzikanowice wint een betaalde startbaan van vier maanden op vier nieuwsredacties.
De Nacht van de Journalistiek zet jong journalistiek Vlaanderen in de verf. Laatstejaarsstudenten ontmoetten er bekende vakmensen via interactieve workshops en speeddates. Kristien Hemmerechts, Raf Weverbergh, Jan Antonissen, Danny Ilegems, Pieter Rombouts, Roland Legrand, Ewald Pironet, Wouter Verschelden, Wilfried Mostinckx, Michaël Van Droogenbroeck, Bart Van Belle, Michaël Opgenhaffen, Frank De Graeve, Vincent Tillieux, Bart Sturtewagen, Wim Verhoeven, Isabel Albers, Liesbeth Van Impe, Pascal Kerkhove, Ivo Vandekerckhove, Karel Degraeve, Bart Vanegeren, Faroek Özgünes, Hilde Sabbe, Linda De Win, Jan Hautekiet en Roel Wauters gaven het jonge volg inkijk in hun expertise. Nieuw dit jaar was ook een ‘job corner‘ waar aspirant-journalisten de kans kregen om mediahuizen te overtuigen van hun kunnen.
Lees hier het volledige artikel.
Duitsland: dienen zoekmotoren en content aggregatoren weldra te betalen voor het overnemen van snippets uit andere media?
12 april 2012
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia
Door het auteursrecht beschermde content wordt dagelijks ontelbare keren hergebruikt door zoekmotoren en nieuws aggregatoren zonder dat daar een correcte vergoeding tegenover staat. Het economische model dat door deze aggregatoren wordt verdedigd, is immers gebaseerd op het structureel graaien in het door derden gecreëerde content en het monetiseren van deze content in hun voordeel door middel van advertentie-inkomsten.
Een dergelijk model dat de kosten aan de ene partij laat en de inkomsten aan een andere partij geeft, is onbillijk en kan tot gevolg hebben dat onafhankelijke kwalitatieve content op termijn zal verdwijnen. In verschillende landen wordt dan ook gezocht naar nieuwe tools of remuneratiemodellen die persuitgevers in staat moeten stellen een gedeelte te recupereren van de winst die door content aggregatoren wordt opgestreken op de rug van hun content.
In Duitsland is het uitwerken van een vergoedingsregeling voor persuitgevers voor dergelijk hergebruik één van de prioriteiten van de huidige regeringscoalitie. Zoekmotoren en content aggregatoren dienen in de toekomst een vergoeding te betalen aan persuitgevers voor de verspreiding van artikels of zelfs snippets van artikels. Er wordt gedacht aan een variabel vergoedingssysteem waarbij de vergoeding afhankelijk zal zijn van hetgeen geproduceerd wordt. Het reproduceren van integrale artikels zal een hogere vergoeding tot gevolg hebben dan het enkel reproduceren van de titel en een korte snippet. De vergoeding dient te worden geïnd en verdeeld door een beheersvennootschap.
Deze regeling geldt niet voor individuele internetgebruikers. Zij zullen auteursrechtelijk beschermde content mogen blijven hergebruiken voor privégebruik zonder dat er een vergoeding dient te worden betaald.
Aan de Duitse minister van Justitie werd intussen de opdracht gegeven dit uit te werken. De nieuwe regeling zou volgend jaar in werking moeten treden.
De prioriteitennota vindt u hier.