Home » Archive by category "Kenniscentrum"

Workshop ‘Fair use van nieuwsberichten’ op 21 mei in The Egg, Brussel

13 mei 2013

Op dinsdag 21 mei organiseert Vlaamse Nieuwsmedia met de steun van de Vlaamse overheid de workshop ‘Fair use van nieuwsberichten’.

Mediabedrijven Concentra Media, Corelio, De Persgroep Publishing, Mediafin en Roularta Media Groep ondertekenden in maart 2013 een charter over een correct hergebruik van geschreven nieuwsberichten (Lees hier het volledige charter). Met dit fair use charter engageren ze zich om een aantal voorwaarden te respecteren in het geval van het hergebruik van nieuwsberichten. Het letterlijk overnemen of louter vormtechnisch aanpassen van teksten of delen van teksten wordt daarbij uitgesloten. Het charter onderstreept de waarde van nieuwsberichten als resultaat van het werk van professionele redacties.

Met deze praktijkgerichte workshop wordt het charter van de geschreven persuitgevers afgetoetst aan de ideeën van andere mediaspelers.

 

Inschrijven kan tot en met 16 mei via info@mediacademie.be met vermelding van ‘Inschrijving Fair Use Workshop’. De toegang is vrij, maar reservatie is noodzakelijk. Indien u een parkingplaats wenst, dient u dit te vermelden bij uw inschrijving. De workshop vindt plaats van 12u -14u in The Egg, Barastraat 175, 1070 Brussel.

Komt Nederland terug op strenge cookiewet?

29 maart 2013

De in mei 2012 In Nederland aangenomen cookiewet ligt al van in het begin onder vuur en blijft tot op vandaag voor irritatie zorgen. De Nederlandse wetgever heeft immers het woord “toestemming” streng uitgelegd in die zin dat de toestemming een vrije, specifieke en op informatie berustende wilsuiting moet betreffen, geen implied consent met andere woorden. Enige uitzondering hierop zijn technische cookies (bv. winkelmandje) die noodzakelijk zijn om de door de gebruiker gevraagde dienst van de informatiemaatschappij te leveren.
Minister Van Economische Zaken Kamp heeft nu aangekondigd dat hij van plan is de cookiewet wat betreft analytische cookies aan te passen zodat voor deze cookies geen toestemming meer nodig is. Voor het plaatsen van tracking cookies zou impliciete toestemming dan weer voldoende moeten zijn. De internetgebruiker zou nog steeds geïnformeerd moeten worden, maar als hij deze mededeling verschillende keren negeert, impliceert dat toestemming om deze cookies te plaatsen. Dit om te vermijden dat internetgebruikers te pas en te onpas met pop-ups geconfronteerd worden die hen de toegang tot de website weigeren, tenzij ze expliciet toestemming geven voor het plaatsen van die cookies.
Op 6 maart 2013 heeft ook de Tweede Kamer zich eveneens gekeerd tegen het behoud van een expliciete toestemming voor tracking cookies. Er werd een motie van de partijen PvdA en VVD aangenomen die het standpunt van minister Kamp enigszins bijtreedt zeggende dat er een actieve handeling van de gebruiker nodig is bij het akkoord op de cookies. Het is echter nog verre van duidelijk wat die actieve handeling nu precies inhoudt.
De komende weken wordt meer duidelijkheid verwacht. Er komt naar alle waarschijnlijkheid een wetswijziging die, naast de reeds bestaande uitzondering voor technische cookies, een uitzondering zal invoeren voor analytische cookies en een wetswijziging of Algemene Maatregel van Bestuur die zal bepalen in welke gevallen toestemming impliciet kan worden gegeven.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Duits Parlement keurt naburig recht voor persuitgevers goed

Nadat de Bundestag eerder al op 1 maart 2013 een gewijzigde versie van het wetsvoorstel Leistungsschutzrecht für Presseverleger goedkeurde, keurde de Bundesrat op 22 maart 2013 dit wetsvoorstel eveneens goed.
Het wetsvoorstel geeft, naar analogie van de regeling die al jaren geldt voor audiovisuele producenten, aan persuitgevers een gelijkaardige bescherming door de invoering van een naburig recht. De persuitgever heeft het exclusieve recht om het product of delen ervan voor commerciële doeleinden publiek mee te delen, tenzij het gaat om alleenstaande woorden of kleinste tekstfragmenten. Op grond van deze tekst hebben persuitgevers met andere woorden het recht om van zoekmotoren en andere aggregatoren een redelijke vergoeding te eisen voor het weergeven van tekstfragmenten uit kranten en tijdschriften die uit meer bestaan dan enkele woorden.
Ten gevolge van de door de Juridische Commissie ingevoerde wijziging is het  oorspronkelijke wetsvoorstel afgezwakt. Het overnemen van “alleenstaande woorden of kleinste tekstfragmenten” is immers toegelaten zonder licentie (en dus zonder het betalen van een vergoeding). Men is de overtuiging toegedaan dat vastgelegd moet worden wat nodig is om het gezochte begrip in een context in te bedden. Een vast aantal tekens kan hierbij niet worden gedefinieerd omdat het zoekbegrip in lengte kan verschillen. De scheidingslijn is de volgende: het bezoek van de oorspronkelijke site mag door het bezoek aan het zoekresultaat niet overbodig worden. Wanneer een zoekmotor of aggregator toch langere tekstfragmenten wenst aan te bieden, moet hij een licentie zien te bekomen.
De reikwijdte van deze bepaling zal nog veel vragen oproepen. Nergens wordt immers gespecificeerd hoelang de overname nu precies mag zijn. Het wetsvoorstel spreekt zich enkel in vage bewoordingen uit: enerzijds vallen afzonderlijke woorden of kleinste tekstfragmenten, zoals headlines in bijvoorbeeld ‘Bayern verslaat Schalke’ niet onder de bescherming van het naburig recht. Anderzijds wordt de vrije, beknopte maar doelgerichte omschrijving van de gelinkte inhoud gewaarborgd. Zoekmotoren en aggregatoren moeten de mogelijkheid hebben om te beschrijven naar welk zoekresultaat ze linken.
Volgens de federatie van de Duitse krantenuitgevers vallen snippets niet onder “alleenstaande woorden of kleinste tekstfragmenten” en dient hiervoor door zoekmotoren en aggregatoren een licentie te worden afgesloten. Het weze duidelijk dat het laatste woord hierover nog niet gezegd is en dat de rechtspraak de komende jaren zal uitwijzen wat precies bedoeld wordt met “kleine delen”.
De wet wordt nu ter uitvoering overgemaakt aan de President waarna het gepubliceerd zal worden en in werking zal treden de eerste dag van de derde maand volgend op de publicatie. De Europese Commissie had eerder deze maand nochtans aangekondigd nadere verduidelijking te zullen vragen aan de Duitse regering naar aanleiding van verschillende klachten betreffende dit wetsvoorstel. Richtlijn 98/34/EC verplicht lidstaten immers de Europese Commissie te notifiëren over voorstellen tot wijziging van regelgeving inzake producten en diensten van de informatiemaatschappij alvorens zij worden aangenomen in nationaal recht.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Hof van Justitie: streaming televisiezenders behoeft toestemming

Het Hof van Justitie oordeelde op 7 maart 2013 dat, aangezien de beschikbaarstelling van werken via wederdoorgifte op internet gebeurt volgens een specifieke technische werkwijze die verschilt van de werkwijze voor de oorspronkelijke mededeling, dit moet worden beschouwd als een mededeling aan het publiek die bijgevolg toestemming behoeft.
In casu ging het om een online platform TVCatchup dat het signaal van een aantal free-to-air televisiezenders uit het Verenigd Koninkrijk streamt zodat personen die over een kijkvergunning beschikken, de programma’s van deze zenders gratis via het internet kunnen bekijken.
Volgens het Hof richt de wederdoorgifte via internet zich tot alle personen die in het Verenigd Koninkrijk wonen, over een internetverbinding beschikken en beweren dat zij over een kijkvergunning beschikken. Deze personen kunnen bij de live streaming van de televisie-uitzendingen op internet tegelijk toegang hebben tot de beschermde werken waardoor er sprake is van een onbepaald aantal potentiële kijkers. De beschermde werken worden bijgevolg bij de betrokken wederdoorgifte daadwerkelijk aan een publiek meegedeeld, aldus het Hof.
In tegenstelling tot eerdere arrest van het Hof van Justitie is het in casu niet relevant of met deze wederdoorgifte een nieuw publiek wordt bereikt.  Deze zaak heeft immers betrekking op de doorgifte van de werken die zijn opgenomen in een uitzending via zendmasten en de beschikbaarstelling van deze werken op internet. Elk van deze twee doorgiften moet individueel en afzonderlijk door de betrokken auteurs worden toegestaan aangezien beide doorgiften onder specifieke technische omstandigheden gebeuren, met een andere manier van doorgifte van de beschermde werken en elk bestemd voor een publiek. De voorwaarde van een nieuw publiek is enkel relevant in de situaties waar het Hof zich eerder heeft over uitgesproken en waar het ging om een interventie zonder dewelke het relevante publiek geen toegang zou hebben tot de werken.
In het Vlaams Parlement ligt momenteel een voorstel van decreet over signaalintegriteit ter bespreking voor dat bepaalt dat dienstverdelers de lineaire omroepprogramma’s onverkort en in hun geheel dienen door te geven. Dit voorstel heeft tot doel de controle van de omroepen over hun signaal te versterken zodat omroepen het recht hebben zelf te bepalen op welke wijze hun signaal publiek wordt gemaakt en hun voorafgaandelijke toestemming noodzakelijk is wanneer men dit signaal wenst te gebruiken om het ter beschikking te stellen aan het publiek. Als het Vlaams parlement dit voorstel goedkeurt, heeft dit tot gevolg dat elke functionaliteit die een dienstenverdeler aan de eindgebruiker met betrekking tot lineaire omroepprogramma’s, de uitdrukkelijke en bijzondere toestemming van de betrokken omroeporganisatie vergt.
Het volledige arrest vindt u hier.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Vlaamse mediabedrijven ondertekenen fair use charter

De Vlaamse mediabedrijven Concentra Media, Corelio, de Persgroep Publishing, Mediafin en Roularta Media Groep hebben een charter ondertekend over een correct hergebruik van nieuwsberichten.
Met dit fair use charter engageren de uitgevers zich een aantal voorwaarden te respecteren in het geval van het hergebruik van nieuwsberichten: het zonder meer overnemen of louter vormtechnisch aanpassen van een tekst of delen van een tekst van een nieuwsbericht waarvoor geen licentie werd afgesloten, is niet toegelaten.
Om nieuwsberichten correct te hergebruiken, dienen er bij het letterlijk overnemen of louter vormtechnisch aanpassen van teksten of delen van teksten twee bijzondere voorwaarden nageleefd te worden:
1. De bron moet steeds correct worden vermeld: het weergeven van de naam van het mediabedrijf volstaat niet. Een bronvermelding impliceert het letterlijk weergeven van de merknaam van de oorspronkelijke publicatie, om mogelijke economische schade tot een minimum te beperken.
2. Er moet steeds waarde toegevoegd worden door een eigen creatieve inbreng op het vlak van duiding, toevoeging van extra feiten, achtergrond of context.
Het is de bedoeling in de komende maanden afspraken te maken met andere mediabedrijven, bloggers en alternatieve nieuwssites. Belanghebbende partijen worden hiervoor op 21 mei 2013 uitgenodigd op een workshop waar het charter wordt toegelicht en waar wordt nagegaan of het door de volledige sector gedragen kan worden.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Uitgevers akkoord over de fair use van nieuwsberichten

11 maart 2013

Vlaamse mediabedrijven Concentra Media, Corelio, De Persgroep Publishing, Mediafin en Roularta Media Groep ondertekenden vorige week een charter over een correct hergebruik van nieuwsberichten.
Met dit fair use charter engageren de uitgevers zich om een aantal voorwaarden te respecteren in het geval van het hergebruik van nieuwsberichten. Het letterlijk overnemen of louter vormtechnisch aanpassen van teksten of delen van teksten wordt daarbij uitgesloten.
Het charter onderstreept de waarde van nieuwsberichten als resultaat van het werk van professionele redacties. Het hergebruik van die nieuwsberichten wordt onderworpen aan twee bijzondere voorwaarden: de naam van de oorspronkelijke publicatie dient vermeld te worden en de globale indruk van het aangepaste artikel moet verschillen van die van het overgenomen artikel door een eigen creatieve inbreng.
De uitgevers organiseren 21 mei 2013 een workshop om dit charter toe te lichten en na te gaan of het door de volledige mediasector gedragen kan worden. Verder informatie over de workshop volgt.
Lees hier het volledige charter.

Mediawijs.be van start

4 maart 2013

Op woensdag 27 maart wordt in de KVS in Brussel Mediawijs.be voorgesteld aan de media-industrie, de onderzoekswereld, het middenveld, het beleid en iedereen met interesse in mediawijsheid.
De impact van media wordt steeds groter. We leven niet meer met media, maar in de media. Logischerwijs bestrijkt mediawijsheid een breed veld met tal van uitdagingen zoals toegang tot (nieuwe) media, het beoordelen en interpreteren van (nieuwe) media en het creëren van een veilige en verantwoorde mediaomgeving. Mensen kritischer en bewuster leren omgaan met een gemediatiseerde samenleving is de opdracht van “Mediawijs.be”, het ‘Vlaams Kenniscentrum voor Mediawijsheid’, dat in januari 2013 van start is gegaan.
Mediaminister Ingrid Lieten, iMinds CEO Wim De Waele en de verschillende vertegenwoordigers van het Kenniscentrum zullen die dag deze recent opgerichte netwerkorganisatie vanuit hun visie toelichten. Katia Segers (Cemeso) start de studiedag met de resultaten van de veldbeschrijving, d.i. een SWOT-analyse van de actoren inzake mediawijsheid en beleidsaanbevelingen uitgevoerd in opdracht van minister van Media, Ingrid Lieten. Er zal worden geïllustreerd waar we vandaag staan in Vlaanderen op gebied van Mediawijsheid en waarop we nog zullen moeten inzetten. De Nederlandse projectmanager van Beeld en Geluid John Leek zal de rol van een Kenniscentrum voor een samenleving uitleggen en strategisch beleidscoördinator Philippe Van Meerbeeck zal het Actieplan Mediawijsheid van VRT toelichten.
Alle praktische informatie vindt u via deze link.

Licenses for Europe

18 februari 2013

 
Op 4 februari 2013 werd door de Europese commissarissen Barnier, Vassiliou en Kroes de aftrap gegeven van een tien maanden durende consultatie “Licenses for Europe”. Dit initiatief komt er naar aanleiding van het debat over de toekomst van het auteursrecht dat op 5 december 2012 plaatsvond in de Commissie. De uitkomst hiervan zal bepalend zijn om te beslissen of het huidige Europese Copyright Framework, en in het bijzonder de Richtlijn 2001/29 Informatiemaatschappij, dient te worden heropend of dat er afdoende praktische licentieoplossingen gevonden kunnen worden voor alle huidige pijnpunten in het bestaande framework.
De besprekingen met de stakeholders vinden plaats in vier verschillende werkgroepen die de volgende topics behandelen: grensoverschrijdende toegang, user generated content en licenties voor gebruikers die op kleine schaal content hergebruiken, audiovisuele sector en culturele erfgoedinstellingen en tekst en datamining voor wetenschappelijke onderzoeksdoeleinden.
Een verslag van deze consultatieronde en een eventuele communicatie van de Europese Commissie worden tegen het jaareinde verwacht.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Auteursrecht versus het recht op vrijheid van meningsuiting: EHRM spreekt zich voor het eerst uit



Over de verhouding tussen het auteursrecht en het recht op vrijheid van meningsuiting is al heel wat inkt gevloeid. Beide rechten zijn niet absoluut en kunnen aan beperkingen worden onderworpen. Zo voorziet het auteursrecht zelf in een aantal beperkingen, met name de in de auteurswet voorziene uitzonderingen waar geen toestemming van de rechthebbende voor moet worden verkregen. Vele van deze uitzonderingen, het citaatrecht of de parodie bijvoorbeeld, zijn ingegeven door het recht op vrijheid van meningsuiting.  Er kan bijgevolg gesteld worden dat het auteursrecht door middel van deze beperkingen reeds rekening houdt met het recht op vrijheid van meningsuiting. In welke mate het recht op vrijheid van meningsuiting het auteursrecht nog kan beperken, naast deze reeds in de auteurswet voorziene beperkingen, is echter een ingewikkeldere kwestie.
Traditioneel gaat men ervan uit dat het auteursrecht niet extern kan worden getoetst aan het recht op vrijheid van meningsuiting, juist omwille van het feit dat het auteursrecht intern reeds voldoende rekening houdt met de vrije meningsuiting. Een standpunt dat overigens gevolgd wordt door het Hof van Cassatie. Het Hof oordeelde op 25 september 2003 immers dat het recht op vrijheid van meningsuiting het beschermingsmechanisme zoals uitgewerkt in de auteurswet onverlet laat. De in de auteurswet geboden bescherming aan de maker van een werk doet op geen enkele wijze afbreuk aan het recht op de vrijheid van meningsuiting van een ander, aldus het Hof.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft zich onlangs op 10 januari 2013 voor het eerst uitgesproken over de verhouding tussen het auteursrecht en de vrijheid van meningsuiting en is duidelijk een andere mening toegedaan. Het EHRM is immers van oordeel dat een veroordeling op basis van het auteursrecht voor het reproduceren of het mededelen van auteursrechtelijk beschermde content, in bepaalde gevallen beschouwd kan worden als een inbreuk op het recht van vrijheid van meningsuiting.  Een dergelijke veroordeling moet dan ook aan welbepaalde eisen voldoen, i.e. zij moet conform artikel 10§2 EVRM bij wet voorzien zijn, noodzakelijk zijn in een democratische samenleving en een legitiem doel nastreven. Hoe die afweging tussen het auteursrecht en het recht op vrijheid van meningsuiting moet worden gemaakt, is voorlopig nog onduidelijk. Het Hof heeft het immers nagelaten hiervoor in deze uitspraak duidelijke criteria te bepalen.
Deze uitspraak van het Europees Hof heeft als voornaamste consequentie dat er een afweging dient te gebeuren tussen beide rechten, daar waar voorheen de inbreuk op het auteursrecht op zichzelf voldoende was en niet werd afgewogen tegen andere rechten. De volledige uitspraak van het EHRM vindt u hier.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia

Weldra duidelijkheid inzake hyperlinking?



In een eerdere nieuwsbrief berichtten we reeds dat de Rechtbank van Amsterdam voor het eerst in de Nederlandse rechtspraak oordeelde dat een hyperlink in bepaalde specifieke omstandigheden een auteursrechtelijke inbreuk oplevert.  Op basis van door het Hof van Justitie uiteengezette criteria in twee zaken over naburige rechten (SFC en Phonographic Performance van 15 maart 2012) oordeelde de rechtbank dat er sprake was van een mededeling aan het publiek gezien met kennis van zaken gelinkt werd naar auteursrechtelijk beschermde content, hierdoor een nieuw publiek bereikt werd en er sprake is van een winstoogmerk.
Het is momenteel koffiedik kijken of het Hof van Justitie zelf dezelfde criteria zou toepassen in een auteursrechtelijke zaak rond hyperlinking. Enige verduidelijking zit er weldra aan te komen. Het Zweedse Hof van Beroep heeft immers een aantal interessante prejudiciële vragen inzake hyperlinking gesteld. In casu gaat het om vier journalisten van een Zweedse krant die een passende vergoeding eisen van de zoek- en aggregatiedienst Retriever omdat deze laatste zonder toestemming naar hun artikels op de krantenwebsite linkt.
Het Zweedse Hof van Beroep verzoekt het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

  1. Is sprake van mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, wanneer iemand anders dan de houder van het auteursrecht op een bepaald werk, op zijn website een aanklikbare link plaatst naar het werk?
  2. Is het voor het antwoord op de eerste vraag relevant of het werk waarnaar de link verwijst, geplaatst is op een website op het internet waartoe iedereen zonder beperkingen toegang heeft dan wel of de toegang op enige wijze is beperkt?
  3. Moet bij de beantwoording van de eerste vraag onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarin het werk, nadat de gebruiker op de link heeft geklikt, wordt getoond op een andere website, en gevallen waarin het werk, nadat de gebruiker op de link heeft geklikt, aldus wordt getoond dat de indruk wordt gewekt dat het op dezelfde website verschijnt?
  4. Kan een lidstaat een ruimere bescherming bieden aan het uitsluitende recht van auteurs door onder het begrip “mededeling aan het publiek” een groter aantal handelingen te verstaan dan welke zijn genoemd in artikel 3, lid 1 van richtlijn 2001/29?

Het Hof zal dus binnen afzienbare tijd moeten oordelen en duidelijkheid bieden of hyperlinken een mededeling aan het publiek uitmaakt en bijgevolg toestemming vereist. De European Copyright Society, een groep van prominente academici uit verschillende Europese landen, is alvast van mening dat hyperlinken niet kan worden beschouwd als een mededeling aan het publiek. Hyperlinken is eigen aan de werking van het internet. Dit reguleren zou de werking van het internet en bijgevolg de toegang tot informatie en de vrijheid van meningsuiting te fel belemmeren.  Hun volledige advies vindt u hier.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.