Home »
Archive by category "Featured" (Page 13)
PERSBERICHT: Reprobel wins national lawsuit against HP Belgium before the court of appeal of Brussels
16 mei 2017
English version
Hof van Beroep van Brussel geeft Reprobel gelijk in rechtsgeding met Hewlett Packard Belgium
Op 12 november 2015 velde het Hof van Justitie van de EU zijn arrest in de zaak Hewlett Packard Belgium / Reprobel (C-572/13). Dat arrest kreeg ruime aandacht in de pers. Vorige vrijdag (12 mei) sprak het hof van beroep in Brussel zich ten gronde uit in deze zaak in het licht van het arrest van het HvJ EU. Het hof van beroep geeft Reprobel over nagenoeg de gehele lijn gelijk. Auteurs en uitgevers verwelkomen het arrest van het hof van beroep.
Even terugspoelen naar de late herst van 2015. Na het oordeel van de Europese rechters in Luxemburg klonk het bij de importeurs van kopieer- en multifunctionele apparaten nagenoeg unisono dat de Belgische reprografieregeling in strijd was met het Europese recht. In navolging van HP Belgium zelf stopten de meeste importeurs na verloop van tijd met de maandelijkse aangifte van de geïmporteerde toestellen bij Reprobel en/of met de afdracht van de daarover verschuldigde reprografievergoedingen.
Reprobel is al die tijd blijven verdedigen dat de houding van de importeurs in strijd was met de wet. Het hof van beroep van Brussel geeft Reprobel nu gelijk.
Het hof bevestigt zonder meer dat de vergoeding van de uitgevers rechtmatig is en de eigen compensatie van de auteurs niet aantast. Hetzelfde geldt voor het criterium van de (objectieve) snelheid als tariefbasis voor de vergoeding. Ook acht het hof de vergoeding voldoende gemoduleerd in functie van het type gebruiker (privé of professioneel), en is het verder van het oordeel dat de Belgische regeling richtlijnconform kan worden geïnterpreteerd wat de reproducties van bladmuziek en de reproducties uit een illegale bron betreft.
De enige schending van het Europese recht die het hof van beroep vaststelt , is dat professionele gebruikers zowel een apparatenvergoeding als een vergoeding voor de fotokopieën moesten betalen terwijl er geen terugbetalingsmechanisme bestond. Omdat de relevante bepalingen van de achterliggende Europese Richtlijn 2001/29 niet duidelijk, precies en onvoorwaardelijk zijn, missen ze echter elke rechtstreekse werking. Die bepalingen kunnen het buiten toepassing verklaren van het (oude) Belgische recht inzake reprografie dan ook niet rechtvaardigen.
Het arrest veroordeelt HP Belgium tot het betalen van 1 EUR provisioneel aan Reprobel, en stelt een gerechtsdeskundige aan met als opdracht om (op basis van een ISO-norm) de objectieve snelheid te bepalen van alle apparaten die HP sinds eind 2002 op de Belgische markt heeft gebracht.
Auteurs en uitgevers verwelkomen dit arrest. Ze hopen dat HP en de andere betrokken importeurs spoedig met Reprobel rond de tafel zitten om het verleden te regelen, in gezamelijk overleg en met wederzijds respect.
Perscontact Reprobel:
Kurt Van Damme, adjunct-algemeen directeur / hoofd van de juridische dienst, mobiel: (0479) 58 66 35, mail: kvandamme@reprobel.be.
Europees Parlement staat positief tegenover het voorstel van de Europese Commissie over het verlaagd btw-tarief van e-publicaties
4 mei 2017
Voor digitale publicaties zoals e-boeken en online kranten en magazines geldt een btw-tarief van 21 procent. Dat is het gevolg van de Europese btw-regeling voor elektronische handel, die verlaagde tarieven hiervoor uitsluit. Digitale publicaties worden immers als elektronische dienst beschouwd, waardoor ze niet in aanmerking komen voor een verlaagd tarief. Hierdoor is er sprake van een grote ongelijkheid in de behandeling van digitale en papieren publicaties.
Europese krantenuitgevers roepen Europa al enige tijd op om dringend een verlaging van het btw-tarief voor digitale kranten door te voeren. De oproep komt er nadat het Europees Hof Frankrijk en Luxemburg op de vingers tikte omdat die landen goedkopere btw-tarieven voor e-books hanteerden.
Deze ongelijke behandeling zou deze zomer ongedaan kunnen worden gemaakt. België en de overige Europese lidstaten kunnen dan voor online media en e-boeken hetzelfde verlaagd, super verlaagd of zelfs het nultarief hanteren als voor papieren publicaties. De Commissie economische en monetaire zaken van het Europees parlement heeft in een rapport op 3 mei een positief advies gegeven over het eerder gecommuniceerde voorstel tot richtlijn[1] van de Europese Commissie. Op 1 december 2016 heeft de Europese Commissie reeds een persconferentie gegeven met het oog op de actualisatie van de huidige btw-regels zodat ze de eengemaakte markt beter ondersteunen, de grensoverschrijdende handel vergemakkelijken en in lijn blijven met de hedendaagse digitale en mobiele economie. De Commissie was er zich van bewust dat de huidige regelgeving onvoldoende rekening houdt met de technologische en economische ontwikkelingen.
Lidstaten kunnen zelf bepalen of ze gebruik willen maken van de mogelijkheid om het verlaagde tarief toe te passen en welke nieuwsproducten daar precies aanspraak op kunnen maken. De verlaagde btw-tarieven vormen een onderdeel van de Digital Single Market-strategie van de Europese Commissie. Om oneerlijke concurrentie over de grenzen heen te vermijden, zijn er binnen de EU afspraken gemaakt over de btw-tarieven en werden deze nu door de bevoegde commissie van het Europees Parlement onder de loep genomen.
Europees parlementslid en rapporteur Tom Vandenkendelaere leidde de onderhandelingen over het btw-tarief voor boeken, kranten en magazines: “Vandaag houdt het geen steek om een dubbele standaard te hanteren en een online krant zwaarder te belasten dan een papieren krant die je in de krantenwinkel koopt. Door elektronische boeken, kranten en magazines goedkoper te maken zullen auteurs, uitgevers en boekhandelaars maximaal gebruik kunnen maken van dit nieuwe platform”, maakt hij zich sterk. Hij sprak verder over uitzonderlijke eenheid in het parlementair comité over dit dossier. Het rapport van Vandenkendelaere brengt dan ook slechts enkele minieme wijzigingen aan.
Deze ontwikkelingen kunnen alleen maar worden toegejuicht. De bestaande praktijk dat er een verschillende btw behandeling bestaat tussen twee journalistieke producten, met dezelfde inhoud maar op een andere drager, valt niet te rechtvaardigen. Het hogere btw-tarief op online media creëert een onnodige drempel voor innovatie en belemmert de transitie van print naar digitaal.
Over het voorstel dient nog te worden gestemd op 31 mei of 1 juni door het voltallige Europees Parlement en zal daarna worden overgemaakt aan de Raad die het voorstel met unanimiteit dient goed te keuren.
[1] Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften betreft.
50/50 ruling auteursrechten voor freelancejournalisten van kracht vanaf 1 juli 2017
2 mei 2017
De Vlaamse krantenuitgevers de Persgroep Publishing, Mediafin en Mediahuis, Roularta, Belga en VVJ hebben met de Dienst Voorafgaande Beslissingen van de FOD Financiën een akkoord (ruling) bereikt over het fiscaal statuut van de vergoedingen die nieuwsmedia betalen aan freelancejournalisten voor de overdracht en/of licentie van auteursrechtelijke bijdragen. Volgens deze ruling wordt de helft van de globale vergoeding beschouwd als gewone beroepsinkomsten of ‘baten’ en de andere helft als ‘auteursrechtelijke vergoeding’, waarop een specifiek fiscaal regime van toepassing is. De nieuwe regeling geldt voor alle freelancers die voor een uitgever werken, zowel in hoofd- als in bijberoep en treedt in werking vanaf 1 juli 2017.
Wat voorafging
Auteursrechten worden al sinds 2008 beschouwd als roerende inkomsten waardoor het merendeel van de contracten tussen freelancejournalisten en uitgevers voorzien dat het totaalbedrag van de inkomsten uit gepubliceerde artikels en foto’s een “vergoeding voor auteursrechten” zijn. Hierdoor kunnen freelancejournalisten genieten van een fiscaal gunstiger regime, namelijk de betaling van slechts 15% roerende voorheffing op de inkomsten uit auteursrecht. Dit is voor hen uiterst voordelig aangezien op de gewone ‘baten’ tussen de 25% en 50% inkomstenbelastingen worden afgehouden.
Volgens de Belastingadministratie werd dit fiscaal gunstig regime echter onterecht toegepast op de inkomsten verkregen door freelancejournalisten. Zij zijn de mening toegedaan dat de inkomsten van freelancejournalisten slechts gedeeltelijk (en in bepaalde gevallen zelfs helemaal niet) kunnen worden gekwalificeerd als auteursrechtenvergoedingen waarop dit fiscaal regime van toepassing is. Het resterende deel zou volgens de Belastingadministratie moeten worden ondergebracht in een andere categorie, namelijk die van de (hoger belaste) baten. Dit heeft doorheen de jaren geleid tot enkele geschillen tussen bepaalde freelancejournalisten en de Belastingadministratie en een rechtzetting van hun fiscale situatie.
Hoewel de sector het niet eens is met deze positie van de Belastingadministratie, werd er besloten om samen met de hele sector (zowel de persuitgevers als de journalistenvereniging VVJ) te onderhandelen met de Belastingadministratie om tot een pragmatische oplossing te komen die rechtszekerheid biedt naar de toekomst toe over de toepassing van het gunstig fiscaal regime voor auteursrechtenvergoedingen op de inkomsten van freelancejournalisten.
De Vlaamse persuitgevers en de VVJ hebben een Protocolakkoord opgesteld betreffende de vergoeding van de freelancejournalisten en vervolgens overgemaakt aan de Dienst Voorafgaande beslissingen. Dit Protocolakkoord legt een verdeelsleutel vast die enerzijds tegemoet komt aan de bezwaren van de Belastingadministratie om een opsplitsing te maken tussen auteursrechtvergoedingen en baten, en anderzijds toch het doel van de fiscale wetgeving te respecteert, namelijk de fiscale ondersteuning van het artistieke beroep (schrijvers, fotografen, kunstenaars) niet teniet te doen.
De Dienst Voorafgaandelijke Beslissingen diende zich over deze verdeelsleutel uit te spreken en heeft de verdeelsleutel formeel bevestigd in een beslissing van 4 april 2017.
Wat zal er veranderen vanaf 1 juli 2017?
De ruling voorziet dat de inkomsten van freelancejournalisten in hoofd- en bijberoep vanaf 1 juli 2017 voor 50% als auteursrechtenvergoedingen en voor 50% als baten worden beschouwd. De belastingdiensten dienen zich vanaf dan te houden aan de bepalingen van deze overeenkomst, tenminste indien de betrokkenen voldoen aan de voorwaarden die in deze ruling zijn aangegeven. Het moet met name gaan om auteursrechtelijke beschermde werken waarvan de auteursrechten werden overgedragen in een geschreven contract. De overdracht van auteursrechten kan gebeuren bij wijze van vervreemding of licentie, of in eer fiscale termen door een cessie of concessie van de rechten op het werk.
Journalisten die verdere vragen hebben over dit nieuw regime, kunnen hiervoor terecht bij de uitgever of hier bijkomende informatie vinden.
Nieuws in de Klas: Fake News op Difference Day
26 april 2017
‘Fake news’ staat steeds vaker in de schijnwerpers. De betrouwbaarheid van nieuwsberichten of nieuwsmakers inschatten wordt steeds moeilijker. Valse nieuwsberichten zijn ook niet voorbehouden voor sociale media: ook de klassieke media en hun sites lopen het gevaar valse nieuwsberichten over te nemen. Maar wat kunnen we eraan doen? En hoe moeten we hier mee omgaan?
Studenten komen het te weten tijdens de Living Library op Difference Day op 3 mei 2017 van 09u30 tot 12u30 in Bozar in Brussel.
Tijdens deze Living Library kunnen studenten van de derde graad secundair onderwijs en studenten van de hogeschool/universiteit speeddaten met Nederlandstalige en Franstalige mediaprofessionals en opiniemakers over fake news.
Het Kenniscentrum Mediawijsheid ontwikkelde in samenwerking met Nieuws in de Klas en andere mediapartners een uitgebreid lespakket rond fake news. De opdrachten zijn bedoeld voor leerlingen van de derde graad secundair onderwijs. De studenten leren valse nieuwsberichten en misleidende informatie herkennen en krijgen inzicht in het fenomeen ‘filter bubble’. Er wordt kritisch stilgestaan bij verschillende soorten nieuwsberichten. De studenten gaan bovendien aan de slag met bestaand materiaal en stellen zelf berichten op.
Download hier het themadossier rond Fake News en ga ermee aan de slag!
Difference Day is een feest voor de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting
5 april 2017
Op 3 mei, de World Press Frreedom Day, vindt na een geslaagde editie vorig jaar, de derde editie plaats van Difference Day in het Brussels Centrum voor Schone Kunsten Bozar.
Difference Day wordt georganiseerd door de Vrije Universiteit Brussel, Université Libre de Bruxelles, Erasmushogeschool Brussel, Bozar, Evens Foundation en Imec en honoreert mensen, instellingen en organisaties die het verschil maken in het uitdragen van vrijheid van meningsuiting, zonder deze evenwel te verabsoluteren.De derde editie van Difference Day staat in het teken van Fake News. Op het programma staan een heleboel interessante debatten over dit thema:
- Is quality journalism an answer? (organised by Unesco & European Commission)
- Can laws stop Fake News (organised by Bozar, European Endowment for Democracy & 11.11.11.)
- What is the responsibility of the technology companies towards Fake News (organised by Association of European Journalists)
- Media Literacy and the public’s responsibility to Fake News (organised by ENPA)
Nadien kan u deel uitmaken van een speciale editie van “Live Magazine” waarbij auteurs, fotografen, journalisten live een aantal story’s zullen performen waarna nog een prijsuitreiking volgt.
Registeren kan hier.
Meer informatie: www.differenceday.com
Twitter account: https://twitter.com/differenceday16
Facebook Account: https://www.facebook.com/differencedaybxl/
Facebook event: https://www.facebook.com/events/1224594014267143/
You tube account: https://www.youtube.com/channel/UClM2MMCVaD3NNTGHxFM8Zuw
Instagram account: https://www.instagram.com/differenceday/
8puntenadvies van Centrale Raad voor het Bedrijfsleven "Samen met de overheid werken aan een sterke circulaire waardeketen van de papier-, grafische en uitgeverijsector"
14 maart 2017
Vertrekkende van de studie “Het ecosysteem van de waardeketen van de papier-, grafische en uitgeverijsector (CRB 2017-0313) hebben de sociale partners uit de sector, verenigd in de Bijzonder Raadgevende Commissie Papier van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, vandaag het 8-puntenadvies “Samen met de overheid werken aan een sterke circulaire waardeketen van de papier-, grafische en uitgeverijsector” aan het grote publiek voorgesteld.
Bepaalde beslissingen van de overheid kunnen de toestand van de waardeketen immers ten goede of ten slechte beïnvloeden. Dit advies is dan ook een oproep aan de verschillende overheidsniveaus om met een aantal concrete maatregelen mee te werken aan een structurele versterking van de sector.
Wat de uitgeverijsector betreft ondergaan uitgevers een belangrijke transformatie naar een multimediale omgeving, maar de snelheid waarmee de transitie plaatsvindt, varieert van medium tot medium. De mediasector investeert al jaren om zijn competenties uit te breiden naar de ontwikkeling en aanbieding van digitale alternatieven voor zijn kerndiensten.
Papieren en digitale publicaties met dezelfde inhoud kennen tot op de dag van vandaag evenwel nog een verschillende fiscale behandeling. Dit staat de ontwikkeling van innovatieve hybride producten in de weg. De sociale partners uit de sector vragen in deze context dan ook een gelijkschakeling van het btw-tarief voor de digitale publicaties met het btw-tarief dat van toepassing is op de papieren publicaties.
De sociale partners vragen in hun advies eveneens aan de regering om bijzondere aandacht te hebben voor de naleving van de mededingingsregels, gelet op de reeds sterke concentratie in de sector van de digitale distributie. Content producenten worden immers geconfronteerd met machtige distributieplatformen en eerlijke onderhandelingen tussen content producenten en content verspreiders dienen te worden gewaarborgd.
Het volledige persbericht van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven vindt u hier.
De Vlaamse krantenuitgevers betreuren het rapport van MEP Theresa Comodini dat het uitgeversrecht herleidt tot een minimaal handhavingsecht
9 maart 2017
Op 14 september 2016 stelden de Europese commissarissen Andrus Ansip en Günther Oettinger het voorstel van de nieuwe Auteursrechtrichtlijn voor. Artikel 11 van deze ontwerprichtlijn geeft uitgevers van perspublicaties eindelijk de noodzakelijke rechten om hun publicaties te kunnen vermarkten en hierdoor hun positie ten opzichte van derden te versterken.
Vlaamse Nieuwsmedia is voorstander van de invoering van een uitgeversrecht omdat dit een gelijk speelveld creëert tussen content makers en content verspreiders. Nieuwsuitgevers investeren miljoenen euro’s in onafhankelijke kwaliteitsjournalistiek. Nieuwsuitgevers moeten hun content dan ook eerlijk op de markt kunnen brengen.
Uit amendementen die de Commissie Juridische Zaken van het Europees Parlement op 8 maart 2017 presenteerde in haar conceptrapport, dat werd opgesteld door rapporteur Theresa Comodini Cachia, blijkt nu dat deze commissie de bedoeling heeft om het uitgeversrecht af te zwakken tot een minimaal handhavingsrecht dat enkel kan worden ingeroepen bij geschillenprocedures. Het uitgeversrecht wordt in het conceptrapport herleid tot een “vermoeden van vertegenwoordiging” dat uitgevers kunnen inroepen, wat hun bewijsplicht zou verlichten aangezien een uitgever niet langer zou moeten aantonen dat hij over alle rechten van een publicatie beschikt. Dit is een magere troost voor nieuwsuitgevers aangezien hierdoor nog steeds een rem wordt gezet op de innovatie en het maken van kwaliteitsvolle content.
Vlaamse Nieuwsmedia betreurt het feit dat het conceptrapport niet tegemoet komt aan de doelen die de Europese Commissie in de Digital Single Market strategie beoogde. Het verstoorde evenwicht dat nu bestaat tussen enerzijds nieuwsuitgevers en anderzijds aggregatoren en internetplatforms die content op ontoelaatbare wijze hergebruiken, wordt hierdoor enkel maar problematischer. Dit vormt een belangrijk maatschappelijk pijnpunt aangezien de journalistiek, als waakhond van de persvrijheid, hierdoor stelselmatig aan banden wordt gelegd.
Het minimale beschermingsniveau dat door de Europese Commissie werd aangereikt via artikel 11 van de Auteursrechtenrichtlijn, wordt grotendeels opzijgezet. Een wettelijke verankering van een uitgeversrecht is juist noodzakelijk om de diversiteit van nieuws en de toekomst van kwaliteitsvolle journalistiek in Europa te verzekeren. Vlaamse Nieuwsmedia hoopt dat nieuwsuitgevers alsnog de juridische erkenning zullen krijgen die ze nodig hebben om een sterkere onderhandelingspositie te bekomen en te kunnen optreden tegen ongeautoriseerd hergebruik van hun publicaties voor commerciële doeleinden.
Vlaamse Nieuwsmedia steunt dan ook volop de standpunten van de Europese associaties die de kranten-en magazine uitgevers vertegenwoordigen, namelijk EMMA, ENPA, EPC en NME. Zij benadrukken in hun persbericht het volgende:
“Mevrouw Comodini is voorbijgegaan aan de fundamentele problematiek die in het voorstel van de Commissie werd aangepakt, met name dat de regelgeving de nodige erkenning moet geven aan uitgevers zodat zij vrij over hun content kunnen beschikken en deze toegankelijk kunnen maken voor het publiek. Ze laat na de problematiek – die door haar eigen groep werd geïdentificeerd in hun position paper – aan te pakken, namelijk de relatie tussen uitgevers en aggregatoren en zoekmachines. Een juridische erkenning in de vorm van een uitgeversrecht is meer rechtdoorzee dan de door haar opgezette constructie die gerechtelijke procedures stimuleert in plaats van onderhandelingen.”
Dit rapport zal in de Commissie Juridische Zaken worden besproken op 22 maart, deadline voor amendering is 30 maart en de stemming zal plaatsvinden op 19-20 juni 2017.
De Hoge Raad der Nederlanden bakent het toepassingsgebied van “het recht op vergetelheid’ verder af en het Hof Amsterdam bevestigt het belang van online archieven van uitgevers
6 maart 2017
Recente rechtspraak zorgt voor enorm veel onduidelijkheid over het toepassingsgebied van het recht op vergetelheid, waar tegenwoordig steeds meer mensen beroep op doen om informatie over zichtzelf te laten verwijderen. Dit recht op vergetelheid kan in bepaalde gevallen een inmenging verantwoorden in de vrijheid van meningsuiting en in het bijzonder de persvrijheid. In een recent arrest van de Hoge Raad der Nederlanden werd een extensieve interpretatie gegeven aan het eerder gevelde Google Spain arrest van het Hof van Justitie. Zelfs criminelen kunnen nu ook het recht op vergetelheid inroepen.
In een arrest van 24 februari 2017 heeft De Hoge Raad geoordeeld dat een zoekmachine een verzoek tot verwijdering van gegevens in principe altijd moet naleven behalve in bijzondere omstandigheden, die bij elk verzoek in concreto moeten worden onderzocht en gemotiveerd. De Hoge Raad heeft hiermee het arrest van het Hof Amsterdam vernietigd, omdat het Hof bij de vraag van de eiser om informatie over zichzelf te verwijderen uit de zoekresultaten van Google, heeft nagelaten om de belangenafweging tussen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de eiser en het recht op informatie van het publiek vast te stellen. Het Hof diende te onderzoeken wat het belang van het publiek was om informatie over de veroordeling van de eiser te krijgen bij het zoeken op zijn volledige naam. Ook heeft het Hof volgens de Hoge Raad daarbij verzuimd vast te stellen of de eiser een rol in het openbare leven speelt. Daarnaast had het Hof moeten vaststellen hoe belangrijk het feit was dat de strafrechtelijke veroordeling van de eiser niet onherroepelijk is. Het feit dat de eiser strafrechtelijk is veroordeeld voor een ernstig misdrijf en dat er daarover publiciteit is geweest, is volgens de Hoge Raad onvoldoende om een uitspraak te kunnen doen ten aanzien van de belangenafweging tussen de eiser en het publiek.
In dit arrest van de Hoge Raad draait het om het recht op vergetelheid, waarover het Europees Hof van Justitie zich heeft gebogen in het Google Spain-arrest. In deze zaak was het Hof van oordeel dat iemand op basis van zijn recht op privacy kan verlangen dat op hem betrekking hebbende informatie niet meer door opneming in een resultatenlijst van een zoekmachine ter beschikking wordt gesteld aan het grote publiek. Dit zal echter niet het geval zijn indien de inmenging in de grondrechten van de betrokkene wegens bijzondere redenen, zoals de rol die deze persoon in het openbare leven speelt, wordt gerechtvaardigd door het belang dat het publiek erbij heeft om toegang tot de informatie te krijgen. Er dient dus altijd een belangenafweging plaats te vinden tussen verschillende grondrechten.
De Hoge Raad heeft nu uit het Google Spain arrest afgeleid dat de belangen van de privépersoon in beginsel zwaarder wegen dan het economisch belang van de zoekmachine Google en het belang van het publiek om toegang te hebben tot de zoekresultaten. Een verzoek tot verwijdering moet in beginsel worden toegewezen, zelfs bij criminele feiten. Uit deze “hoofdregel” volgt wel dat er bijzondere omstandigheden denkbaar zijn die rechtvaardigen dat het belang van de zoekmachine toch zwaarder weegt. Het Hof argumenteert:
“Dat kan in bijzondere gevallen anders zijn, afhankelijk van de aard van de betrokken informatie en de gevoeligheid ervan voor het privéleven van de betrokkene en van het belang dat het publiek erbij heeft om over deze informatie te beschikken, wat met name wordt bepaald door de rol die deze persoon in het openbare leven speelt”.
De Hoge Raad oordeelt dat het Gerechtshof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de uitzonderingssituatie zich in dit geval zou voordoen. Opmerkelijk is dat uitdrukkelijk wordt vermeld dat het enkele feit dat de man veroordeeld is, nog niet maakt dat vermelding in de zoekmachine gerechtvaardigd is. De Hoge Raad oordeelt verder nog dat het enkele feit dat de doelpagina’s uit de resultatenlijst de naam van de man alleen met initialen vermelden, nog niet maakt dat hij geen belang heeft bij het verwijderverzoek.
Een andere vraag die rijst is of uitgevers medeverantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de online resultatenlijst van een zoekmachine. Het Hof Amsterdam heeft in een arrest van 7 februari 2017 eerst en vooral het belang van het online archief en de blijvende online beschikbaarheid van mediapublicaties bevestigd. Nieuwsuitgevers vinden het cruciaal dat berichten vindbaar blijven in digitale archieven van nieuwsmedia, omdat anders het risico bestaat dat men via het recht op vergetelheid de geschiedenis kan herschrijven.
Bovendien concludeert het Hof dat de verwerking van persoonsgegevens, bestaande uit het zoeken van gegevens bij een ingetoetste naam en het weergeven van de zoekresultaten, wordt uitgevoerd door de exploitant van de zoekmachine en niet door de uitgever.
Nieuwsmedia hebben dus niet de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat bepaalde berichten onvindbaar worden door zoekmachines. Volgens het Hof zijn zoekmachine-exploitanten zelf verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens door hun zoekmachines op internet en niet de uitgever.
Dit oordeel is terecht in lijn met het Google Spain-arrest dat reeds heeft bevestigd dat het recht op vergetelheid niet van toepassing is op nieuwsmedia die persoonsgegevens verwerken, maar enkel op zoekmachines. Uitgevers benadrukken bovendien het merendeel van de verzoekers die een recht van vergetelheid vorderen, reeds tevreden zijn indien hun naam uit de online zoekmachine wordt gehaald en men de nieuwsarchieven intact kan laten.
Vacature administratieve kracht bij de Erkenningscommissie voor Beroepsjournalisten
19 januari 2017
De AVBB (Belgische journalistenvereniging) en de Belgische mediabedrijven werven aan:
een administratieve kracht (m/v) voor het secretariaat van de Erkenningscommissie voor Beroepsjournalisten
De Erkenningscommissie voor Beroepsjournalisten is een wettelijk ingerichte bestuursinstantie die bevoegd is om journalisten die aan de voorwaarden van de wet van 1963 voldoen de officiële titel van ‘beroepsjournalist’ toe te kennen, en in het verlengde daarvan een officiële perskaart met de faciliteiten daaraan verbonden.
De Erkenningscommissie werkt onafhankelijk van de beroepsorganisaties van uitgevers en journalisten. Ze valt onder de verantwoordelijkheid van de kanselarij van de federale regering en wordt paritair beheerd door de AVBB (Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België) en de Belgische mediabedrijven waar beroepsjournalisten werken.
Voor het secretariaat van de Erkenningscommissie – feitelijk gaat het om een commissie met een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling – zoeken we nu een administratieve medewerk(st)er met volgende eigenschappen:
Je bent verantwoordelijk voor:
- De vlotte afhandeling van de aanvragen en de opvolging van de dossiers
- Post, mail, telefoon, klassement, het maken van verslagen, het opstellen van brieven en documenten
- Het bewaken van de onafhankelijkheid van de Erkenningscommissie en van de privacy van de indieners van de dossiers
Vereisten:
- Perfect tweetalig Nl/Fr, zowel mondeling als schriftelijk (er wordt een test afgenomen); goede kennis van het Engels
- Goede kennis van informatica, meer bepaald Office Suite (Word, Excel, Outlook, PowerPoint)
- Sterke communicatieve vaardigheden
- Servicegericht, onthaalminded, klantvriendelijk
- Nauwkeurig en zelfstandig werken met oog voor detail
- Beschikbaar vanaf 1 april 2017
- Affiniteit met de mediasector is een plus, geen noodzaak
- Een minimum aan juridisch-administratieve kennis is een pluspunt
Wij bieden aan:
- een 4/5 contract
- een competitief loon, aangevuld met maaltijdcheques, terugbetaling kosten openbaar vervoer
- een aangename werksfeer
Locatie: Brussel, Wetstraat en Zennestraat.
Ben jij de administratieve medewerker die we zoeken? Stuur dan je cv en motivatiebrief ten laatste op 15 februari 2017 naar Pol Deltour, nationaal secretaris AVBB, Zennestraat 21 in 1000 Brussel, of per mail naar pol.deltour@journalist.be.
Voor meer info: www.cebj.be en www.journalist.be of mail naar pol.deltour@journalist.be
De Europese Commissie maakt werk van gelijke btw-behandeling tussen digitale en papieren publicaties
2 december 2016
Op 1 december 2016 heeft de Europese Commissie een persconferentie gegeven waarin een aantal maatregelen werden aangekondigd om het huidige Europese btw-stelsel te moderniseren en het eenvoudiger, fraudebestendiger en bedrijfsvriendelijker te maken. De huidige btw-regels moeten hoognodig worden geactualiseerd zodat ze de eengemaakte markt beter ondersteunen, de grensoverschrijdende handel vergemakkelijken en in lijn blijven met de hedendaagse digitale en mobiele economie. Hierdoor kunnen zowel consumenten als ondernemingen, waarbij vooral de startende en kleinere ondernemingen worden geviseerd, makkelijker hun goederen en diensten online kopen en verkopen.
Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt het voorstel van de Europese Commissie inzake e-perspublicaties aangezien het de mogelijkheid invoert voor lidstaten om het nul, super verlaagd of verlaagd btw-tarief dat reeds bestaat voor print producten, toe te passen op de digitale producten van de uitgever. Naar deze aanpassing van de Btw-richtlijn werd lang uitgekeken in de perssector. De bestaande praktijk dat er verschillende btw-tarieven bestaan tussen twee journalistieke producten, met dezelfde inhoud maar op een andere drager, valt niet te rechtvaardigen. Het hogere btw-tarief op digitale publicaties creëert een onnodige drempel voor innovatie en belemmert de transitie van print naar digitaal. Deze verandering zal de rol van de vrije en kwaliteitsvolle pers versterken, aldus Vicepresident Andrus Ansip.
Eurocommissaris Pierre Moscovici benadrukte in zijn toelichting dat hij de lidstaten meer vrijheid wil geven in de btw-toepassing. De lidstaten kunnen zelf bepalen of ze gebruik willen maken van de mogelijkheid om het verlaagde tarief toe te passen en welke nieuwsproducten daar precies aanspraak op kunnen maken. Momenteel bedraagt het marktaandeel van digitale publicaties in Europa ongeveer 5% en de Europese Commissie hoopt met dit voorstel dat dit tegen 2021 zal groeien naar 20%.
Het wetgevend voorstel wordt nu overgemaakt aan het Europese Parlement (ter raadpleging) en aan de Raad die het voorstel met unanimiteit dient goed te keuren. Het Europees Parlement toonde zich eerder al groot voorstander van een verlaagd btw-tarief op digitale publicaties.
De voorgestelde richtlijn van de Europese Commissie kan u hier terugvinden: https://ec.europa.eu/taxation_customs/sites/taxation/files/com_2016_758_en.pdf
Vlaamse Nieuwsmedia juicht deze hervorming toe omdat het erkenning geeft aan de rol van de journalistiek in onze democratische samenleving, zowel offline als online, in een tijdperk waar deze erkenning meer dan ooit nodig is.