Home » Archive by category "Featured"

Nieuws in de Klas is terug – bestel je nieuwspakketten en speel de nieuwsquiz!

8 oktober 2024

Ook dit jaar is Nieuws in de Klas terug van de partij. Het educatieve project dat jongeren op verschillende manieren met nieuws leert omgaan, speelt in op de hedendaagse noden en bedeelt niet enkel nieuwspakketten, maar voorziet ook verschillende digitale manieren om in de klas op een creatieve manier met nieuws om te gaan.

  • Zo kan er maandelijks een Nieuwsquiz worden gespeeld. De quiz wordt klassikaal gespeeld waarbij je tweemaandelijks kans maakt op tal van leuke klasprijzen (educatieve workshops, rondleidingen, cadeaupakketten, etc). De quiz is bedoeld voor klassen uit het 5e en 6e leerjaar lager onderwijs. De eerste quiz wordt half oktober online geplaatst.
  • Er is videomateriaal beschikbaar via het Youtube-kanaal van Nieuws in de Klas. Altijd al willen weten hoe het eraan toe gaat op een redactie? Hoe bronnen worden gecheckt? Hoe je een goed interview afneemt? Alles is online te bekijken!
  • Altijd al eens zelf nieuws willen maken? Via Krantenmaker kan je een eigen klas- of schoolkrant in elkaar steken.

Er worden uiteraard nog steeds papieren en digitale nieuwspakketten voorzien. De papieren pakketten worden steeds aangevuld met digitale logins, zodat de klas kennis kan maken met papieren en digitaal nieuws te.

Zoals vorig jaar wordt voorzien in twee verschillende nieuwspakketten:

  • Het pakket voor 10 tot 14 jarigen omvat een papieren nieuwspakket met de belangrijkste krantentitels gedurende een week, met in parallel een digitaal nieuwspakket gedurende drie weken.
  • Het pakket voor 14 tot 18+ jarigen omvat een digitaal nieuwspakket, gedurende drie weken, met in de eerste week een papieren pakket met enkele tijdschriften.

De nieuwspakketten kunnen vanaf 27 september hier besteld worden.

Grondwettelijk Hof stelt prejudiciële vragen in de procedure inzake het uitgeversrecht

30 september 2024

Het Grondwettelijk Hof heeft op 26 september 2024 een gedeeltelijke uitspraak gedaan in de procedure die aangespannen werd door enkele platformen die de (gedeeltelijke) vernietiging vorderen van de Belgische implementatie van de Europese richtlijn inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (de DSM Richtlijn).

De wet van 19 juni 2022 (BS 1 augustus 2022) introduceert onder meer het uitgeversrecht, een nieuw exclusief naburig recht voor persuitgevers op basis waarvan platformen voorafgaande toestemming van de uitgever nodig hebben voor het online hergebruik van perspublicaties. Deze regeling werd op Europees niveau ingevoerd om de uitgevers de mogelijkheid te bieden om de door hun gemaakte investeringen in degelijke journalistiek te kunnen recupereren, gelet op het grootschalige gebruik door online platformen zoals Google en Microsoft.

De Belgische omzetting houdt rekening met de praktische moeilijkheden voor de uitgevers om een correcte vergoeding te kunnen bekomen van de platformen, die immers vaak een zeer groot commercieel gewicht hebben, en soms zelfs een (semi)monopolie. Daarom voorziet de Belgische wetgeving in een geschillenbeslechtingsprocedure wanneer geen akkoord kan worden bereikt, alsook informatieverplichtingen om de waarde van het uitgeversrecht te kunnen bepalen.

Begin 2023 dienden onder andere Google LLC en Google Ireland alsook Meta Platforms Ireland een beroep tot vernietiging in bij het Grondwettelijk Hof tegen de Belgische implementatie van het persuitgeversrecht, in het specifiek gericht op de bindende geschillenbeslechtingsprocedure voor het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie en de informatieverplichting, omdat deze beweerdelijk in strijd zouden zijn met onder meer de vrijheid om handel te drijven. Vlaamse Nieuwsmedia kwam, samen met haar zusterfederaties LAPRESSE.be en WE MEDIA, tussen als belanghebbenden, om de Belgische Staat bij te staan en om mee te argumenteren dat de verzoeken van Google en Meta gebaseerd zijn op een verkeerde interpretatie van de Belgische implementatie.

Het Grondwettelijk Hof spreekt zich niet uit over de verenigbaarheid van de Belgische implementatie maar oordeelt dat er nood is aan het stellen van prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie, waarbij zij het Hof van Justitie vraagt om hulp bij de interpretatie van de artikelen 16, 20 en 21 van het Handvest, van artikel 15 van de richtlijn (EU) 2019/790 en van artikel 15 van de richtlijn 2000/31/EG. Gedurende de behandeling van de procedure voor het Hof van Justitie wordt de procedure voor het Grondwettelijk Hof geschorst.

Drie prejudiciële vragen hebben betrekking op het uitgeversrecht:

  • Dient artikel 15 van de richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 « inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG » in die zin te worden geïnterpreteerd dat het zich verzet tegen een nationale wetgeving die voorziet in een afgebakende onderhandelingsprocedure, waarop wordt toegezien door een administratieve overheid waarvan de beslissingen vatbaar zijn voor beroep voor een rechtsinstantie, en die kan leiden tot een verplichting om de persuitgevers te vergoeden voor het onlinegebruik van hun perspublicaties, los van het feit dat die publicaties door de persuitgevers zelf online zijn geplaatst ?
  • Dient artikel 15 van de voormelde richtlijn (EU) 2019/790, in samenhang gelezen met de artikelen 16, 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in die zin te worden geïnterpreteerd dat het zich verzet tegen een nationale wetgeving die de aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij een eenzijdige en niet-wederkerige informatieplicht oplegt naar de persuitgevers toe, wat met name aan de persuitgevers te verstrekken vertrouwelijke informatie over de exploitatie van de perspublicaties betreft, en dat zelfs wanneer de persuitgevers zelf de perspublicaties online hebben geplaatst, en zonder rekening te houden met de winst die door de persuitgevers wordt gegenereerd, noch met de mate waarin zij hun investering hebben gerecupereerd door het onlinegebruik van hun perspublicaties op de door de voormelde aanbieder ter beschikking gestelde platformen, zonder te waarborgen dat de informatie vertrouwelijk zal blijven overeenkomstig de door die aanbieder opgelegde voorwaarden ?
  • Dient artikel 15 van de voormelde richtlijn (EU) 2019/790, in samenhang gelezen met de artikelen 16, 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 15 van de richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 « betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt », in die zin te worden geïnterpreteerd dat het zich verzet tegen een nationale wetgeving die voorwaarden oplegt waaronder met elke persuitgever overeenkomsten moeten worden gesloten voor het onlinegebruik van zijn perspublicaties, met inbegrip van de verplichting om een vergoeding te betalen voor het onlinegebruik van de perspublicaties, los van het feit of de persuitgevers zelf de betrokken publicaties online hebben geplaatst, verplichting die voor alle perspublicaties zou gelden zonder een onderscheid te maken naargelang de inhoud al dan niet beschermd is door auteursrechten of naargelang de gebruikers toegang kunnen krijgen tot de integrale publicaties of enkel tot uittreksels ervan, en die zou leiden tot een verplicht nauwlettend toezicht op de content die door de gebruikers op het platform wordt geplaatst ?

Het Hof van Justitie wordt nu verzocht advies te geven hoe het Europees verdrag en de Europese Richtlijn moet worden uitgelegd, dan wel hoe die van toepassing is op de procedure voor het Grondwettelijk Hof. Indien het Hof kiest om advies uit te brengen, kunnen alle betrokken partijen een opinie bezorgen aan het Hof van Justitie, waarna de rechter-rapporteur een rapport opstelt ten behoeve van de hoorzitting. Elk van de partijen kan verzoeken de zaak mondeling te behandelen, dit kan een hoorzitting of binnenskamers zijn. Tot slot volgt, na de conclusie van de advocaat-generaal, de bindende beslissing. Het Grondwettelijk Hof is vervolgens gebonden rekening te houden met deze beslissing in haar eindoordeel. De duur voor de behandeling van prejudiciële zaken bedraagt gemiddeld zo’n 17 maanden, waardoor een finale uitspraak nog even op zich zal laten wachten.

In tussentijd blijft de Belgische implementatie gelden, aangezien de procedure voor het Grondwettelijk Hof geen schorsende werking heeft.

Nieuws in de Klas zet nog meer in op digitaal

27 november 2023

Nieuws in de Klas is al twee decennia een vaste waarde in de klaslokalen. Leerlingen komen door het project op diverse manieren met nieuws in aanraking en leren zo een kritische houding aannemen, wat in tijden van fake news en in aanloop van de verkiezingen van bijzonder groot belang is. Het herkennen van kwalitatief nieuws, online en offline, staat hier dan ook centraal.

Naar goede gewoonte verdeelt Nieuws in de Klas papieren en digitale nieuwspakketten. Daarnaast wordt er vanaf dit jaar extra aandacht gegeven aan het digitale aspect. Zo voorzien de nieuwspakketten meerdere digitale logins, worden er nieuwe video’s beschikbaar gemaakt om te tonen hoe het er aan toe gaat op de verschillende nieuwsredacties en kan een maandelijkse nieuwsquiz gespeeld worden.

Nieuwspakketten

Er worden vanaf dit jaar twee verschillende nieuwspakketten voorzien:

  • Het pakket voor 10 tot 14 jarigen omvat een papieren nieuwspakket met de belangrijkste krantentitels voor een week, met in parallel digitaal pakket voor drie weken.
  • Het pakket voor 14 tot 18+ jarigen omvat een digitaal pakket, voor drie weken, met in de eerste week een papieren pakket met enkele tijdschriften.

De nieuwspakketten kunnen hier besteld worden.

Journalist in de Klas

Vanaf dit jaar wordt er extra ingezet op nieuw videomateriaal. De verschillende uitgevers bieden een unieke blik achter de schermen op de nieuwsredacties. Je kan zo kennismaken met politieke journalisten, podcasters, sportjournalisten en de algemene redacties en ontdekken waarom al deze mensen kozen voor een job bij de krant.

De eerste filmpjes, namelijk het leven op de redacties van Mediahuis, live gaan bij HLN Live, een dag op de sportredactie van News City en hoe maak je nieuws voor TikTok, zijn alvast beschikbaar via het YouTube kanaal van Nieuws in de Klas België. Volgende filmpjes volgen snel!

Nieuwsquiz

De Nieuwsquiz, met als doelgroep leerkrachten en hun leerlingen uit het 5e en 6e leerjaar lager onderwijs, wordt dit jaar uitgebreid. Waar deze normaal startte in januari, kan je dit schooljaar vanaf november reeds quizzen. De eerste quiz kan dus gespeeld worden vanaf nu!

De quiz wordt klassikaal gespeeld en je maakt tweemaandelijks kans op tal van leuke klasprijzen (educatieve workshops, rondleidingen, cadeaupakketten, etc).

Nieuws in de Klas kijkt er naar uit ook dit jaar bij te dragen aan de mediawijsheid van een nieuwe generatie geëngageerde leerlingen. Veel leesplezier!

PERSBERICHT: BTW- nultarief op kranten en tijdschriften essentieel voor toegang tot onafhankelijke informatie

5 juli 2023

In het kader van de fiscale hervorming ligt momenteel een voorstel op tafel om het bestaande BTW- nultarief voor de geschreven pers op te heffen. Sinds meerdere jaren dient de consument geen BTW te betalen op de aankoop van kranten en weekbladen, (zowel in papieren als digitale vorm) voor zover deze producten aan enkele voorwaarden voldoen.

Het nultarief werd ingevoerd om de persvrijheid en het recht van toegang tot onafhankelijke informatie te garanderen. In de democratische samenleving speelt de geschreven pers met haar breed netwerk van beroepsjournalisten en correspondenten een cruciale rol als grootste producent van kwalitatieve informatie. Kranten en tijdschriften leveren op die manier een essentiële bijdrage tot informatievoorziening voor de burgers. Zij stimuleert open geïnformeerde debatten over belangrijke sociale en economische ontwikkelingen in de samenleving en bevordert het actief burgerschap door het publiek te voorzien van een brede waaier aan nieuws, opinie en duiding. Belangrijke nieuwsgebeurtenissen zoals onder meer de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne hebben aangetoond hoe cruciaal de nood aan correcte berichtgeving is, zeker gezien de ongecontroleerde berichtenstroom via sociale media en andere vormen van fake nieuws.

Het is dan ook van het grootste belang dat de geschreven pers haar democratische rol kan blijven vervullen en dit tegen een toegankelijke prijs voor elke burger. Elke BTW-verhoging zou hiermee in tegenspraak zijn.

De toepassing van het verlaagde tarief is wettelijk beperkt tot (papieren en digitale) kranten en weekbladen met de klemtoon op actuele en algemene informatie. Meer in het bijzonder wordt vereist dat het gaat om persartikels die zijn geschreven en samengesteld door een professionele redactie van beroepsjournalisten.

Het BTW- nultarief is bovendien ingegeven door sociale motieven en geeft een positief signaal om lezen, geletterdheid, toegang tot informatie en kennis te promoten en te stimuleren, wat in de huidige omstandigheden alleen maar aan belang heeft toegenomen.

De duurzame toekomst van de lokale media wordt mede mogelijk gemaakt door het BTW- nultarief. Om een kwalitatieve pers ook in de toekomst te garanderen, moeten er voldoende inkomsten zijn om de nodige financiële investeringen te doen en om te blijven investeren in journalistiek talent. Het belang van het BTW- nultarief is enkel maar toegenomen in het licht van recente uitdagingen op de markt (verschuiving van reclame-inkomsten naar grote internationale technologiespelers; sterk gestegen papierprijzen; ongeoorloofd en grootschalig gebruik van de content door derden). Zonder sterke lokale media, dreigt ons land overspoeld te worden door informatie die afkomstig is van andere niet-verifieerbare en niet-journalistieke bronnen.

De Belgische kranten- en weekbladuitgevers pleiten bijgevolg voor het behoud van het BTW- nultarief als garantie voor een performante, onafhankelijke en voor iedereen toegankelijke geschreven pers.

Richtlijnen voor het gebruik van Artificiële Intelligentie in de journalistiek

22 maart 2023

Het gebruik van artificiële intelligentie kent met onder meer de nieuwe versie van ChatGPT een ware opmars. OpenAI, een Amerikaans bedrijf dat werd opgericht door o.a. Elon Musk, creëerde eind november 2022 een chat-engine die wordt getraind met data die beschikbaar is op het internet. Deze machine is in staat om antwoorden te geven op eender welke vraag op een wijze zoals een mens dat ook zou doen.

De eerste versie van ChatGPT kon enkel ‘oudere’ bronnen, tot en met 2021, raadplegen om antwoord te bieden op vragen. Hoewel de antwoorden van deze chat-engine degelijk waren in het Engels, liet de vertaling in andere talen het soms afweten. Een van de grootste kritieken was bovendien dat de machine vaak feiten verzon, aangezien het geen kennis had van de hedendaagse realiteit.

In februari 2023 werd de nieuwe versie in Bing geïncorporeerd. In tegenstelling tot zijn voorganger, heeft deze machine wel toegang tot actuele informatie en schrijft integrale teksten, in ogenschijnlijk perfect Nederlands. Bing kan feiten en inzichten uit artikelen afleiden en combineren en zo een eigen analyse opstellen. Daarnaast wordt in teksten ook verwezen naar de gehanteerde bronnen via internetlinks, vaak artikelen achter een betaalmuur. Eender wie kan de chat-engine gebruiken, dit om simpelweg een vraag te stellen maar eveneens als hulp bij een onderzoek, bij het opstellen van een paper, enz.

Ook Google investeerde de laatste jaren enorm in AI. In 2021 demonstreerde ze een gelijkaardig chatsysteem aan ChatGPT, namelijk Lamda, maar vond het te vroeg om het publiek te maken. Voorafgaand de lancering van Bing, maakte Google bekend dat hun verbeterde versie, ‘Bard’, binnenkort toegankelijk zou zijn en zou worden toegevoegd aan de gewone zoekopdrachten.

Ondanks de verdere ontwikkelingen en verbeteringen aan artificiële intelligentie, zijn er nog steeds bekommernissen om de feitelijke correctheid van de gegeven output, en de risico’s rond de verspreiding van fake news door AI’s die met feitelijk incorrecte of kwaadwillige input worden gevoed/getraind. Verder kan men zich vragen stellen of de huidige vormen van artificiële intelligentie de auteursrechten en andere intellectuele eigendomsrechten voldoende naleven (zowel aan input- als aan outputzijde).

 (Zelf-)regulering

Op Europees vlak werd op 21 april 2021 een voorstel van verordening, de AI Act, gelanceerd. Het voorstel heeft als doel een gemeenschappelijk regelgevend en juridisch kader voor artificiële intelligentie in te voeren. De Raad en het Europees Parlement bepalen momenteel hun standpunten, vooraleer in trialoog te treden. Een akkoord wordt pas verwacht eind dit jaar.

Op Vlaams niveau heeft de Raad voor de Journalistiek nu ook richtlijnen opgesteld voor het gebruik van AI in de journalistiek. De nieuwe richtlijn stelt dat de (hoofd-)redactie verantwoordelijk blijft voor wat ze publiceren, ook als AI een rol speelt bij de garing, productie en verspreiding van de content. Het gebruik van AI moet alle bestaande principes uit de Code van de Raad voor de Journalistiek respecteren, waaronder de verplichting om alleen informatie te publiceren indien met de oorsprong ervan kent. Daarnaast moet een redactie transparant zijn over hun gebruik van AI, zodat het voor de lezer duidelijk is wanneer content op basis van AI gemaakt of geselecteerd is.

AI in de toekomst

Artificiële Intelligentie lijkt enerzijds veelbelovend, maar brengt anderzijds verschillende risico’s met zich mee. De technologische ontwikkelingen, hoewel reeds vergevorderd, zijn nog lang niet finaal. Het is dan ook afwachten hoe AI in de toekomst zal evolueren en zal worden aangewend. Wel is zeker dat we nog lang niet alles hebben gezien van wat AI kan en zal kunnen in de toekomst.

 

Echte persvrijheid en de Media Freedom Act

8 februari 2023

Afgelopen september publiceerde de Europese Commissie haar voorstel van Media Freedom Act, met het oog op de bescherming van mediapluralisme en -onafhankelijkheid. Een wetsvoorstel dat als doel heeft de persvrijheid te beschermen, verdient in principe lof en steun. Anderzijds is het zo dat het huidige voorstel van de Europese Commissie op bepaalde vlakken de persvrijheid juist inperkt in plaats van te beschermen. De tekst dient dan ook op bepaalde punten te worden herzien.

Het belang van persvrijheid

Persvrijheid is een van de grondvesten van een goed werkende democratie. Het is dan ook van uiterst belang om deze te allen koste te beschermen. De Media Freedom Act kan hierbij een rol spelen.

Gelet op de diversiteit van culturen en mediagewoontes in de verschillende lidstaten, is er geen eengemaakte markt in media, en is het dan ook niet aan de Europese Commissie om in dit verband maatregelen te nemen, maar aan de lidstaten (indien er al maatregelen moeten genomen worden).

Persvrijheid wordt in de verschillende lidstaten reeds op verschillende manieren gegarandeerd. Zo is persvrijheid in België verankerd in artikel 25 van de Grondwet, dat ook voorziet in een verbod op censuur. Daarnaast is er een zeer goed ontwikkelde en performante zelfregulering. In Vlaanderen bieden onder meer de Raad van de Journalistiek (RvdJ), de Jury voor Ethische Praktijken (JEP) en de bestaande redactiestatuten de nodige waarborgen om de persvrijheid te beschermen.

Elke invloed van bovenaf, zelf indien deze van de Europese Unie komt, kan de persvrijheid beperken en kan leiden tot ongewenste gevolgen, wat te allen tijde moet worden vermeden.

Opportuniteiten en valkuilen

De Media Freedom Act omvat enkele positieve elementen, die steun verdienen. Zo voorziet het wetsvoorstel in een verbod van staatsinmenging bij redactionele beslissingen (art. 4), de garantie dat eender welke inmenging in de media markten proportioneel en niet-discriminatoir moet zijn (art. 20) en de verplichting voor grote platformen om voorafgaand te melden dat zij content offline zullen halen en de prioritaire behandeling van klachten door deze platformen (art. 17).

Bij elk van deze punten is er echter nog ruimte voor verbetering. Zo is er nood aan bijkomende regels met betrekking tot de handhaving. Daarnaast moet verzekerd worden dat elke inmenging in de media enkel na publicatie kan gebeuren zodat elke vorm van censuur wordt uitgesloten, en moeten er concrete deadlines opgelegd worden aan de grote platformen.

Enkele elementen in de Media Freedom Act kunnen net een negatieve impact hebben op de persvrijheid.

Het wetsvoorstel omvat regelgeving die bepaalt dat de financiering van publieke omroepen adequaat moet zijn (art. 5,3), wat in geval van een overfinanciering van deze publieke omroepen, juist oneerlijke concurrentie kan teweegbrengen tussen private en publieke media. Het is hier van belang dat de regels m.b.t. (ongeoorloofde) staatssteun gerespecteerd worden.

Daarnaast worden ook regels voorzien om de mediaconcentratie te beperken (art. 21). Het is echter niet zo dat consolidatie automatisch een gevaar voor persvrijheid betekent. In kleinere markten is consolidatie onvermijdelijk en soms noodzakelijk voor verdere innovatie om zo te kunnen concurreren met de GAFAs. De Belgische situatie is vergelijkbaar met landen als Noorwegen en Zweden, die respectievelijk op plaatsen 1 en 3 staan op de wereldranglijst persvrijheid. Beslissingen inzake mediaconcentratie dienen dan ook met de nodige realiteitszin en de economische omgevingsfactoren behandeld te worden, en bij voorkeur door één autoriteit (zoals bijvoorbeeld de nationale mededingingsautoriteiten). Er is inderdaad een groot verschil tussen een geconcentreerde markt in handen van een beperkt aantal private spelers die investeren in onafhankelijke kwalitatieve content en een geconcentreerde markt in handen van bijvoorbeeld een oligarch, die de media naar zijn eigen hand zet.

Er wordt ook voorzien in de oprichting van een European Board for Media Services (art. 8 e.v.). Een dergelijke Raad zou in eerste instantie rechtstreeks indruisen tegen zelfregulering, wat essentieel is en de echte garantie vormt voor een vrije pers. Daarnaast is de samenstelling van de Raad, enerzijds door personen die geen ervaring hebben met nieuwsmedia en anderzijds door personen die afkomstig zijn uit lidstaten die elk eigen mediaregels hebben, problematisch. De Raad zou ook nauwelijks onafhankelijk zijn van de Europese Commissie, wat wil zeggen dat media, voor de eerste keer ooit, gereguleerd zouden worden op Europees niveau.

Nog werk aan de winkel

In tijden waar de pers meer en meer geviseerd wordt en waar fake news steeds vaker voorkomt, is het beschermen van persvrijheid, de kwaliteit van nieuws en journalisten een must. Elk initiatief dat hiertoe bijdraagt wordt dan ook gewaardeerd.

Waakzaamheid is evenwel geboden wanneer deze bescherming net het tegenovergestelde dreigt te veroorzaken. Hoewel het doel van de Europese Commissie met haar wetsvoorstel duidelijk is, zorgt de Media Freedom Act op sommige vlakken net voor minder persvrijheid. Het ontwerp dient in die zin dan ook te worden aangepast en herleid tot zijn initiële doelstelling, namelijk de onafhankelijkheid van mediabedrijven garanderen.

 

 

Klokkenluiders krijgen de nodige bescherming

25 november 2022

Op 24 november 2022 werd de wet betreffende de bescherming van melders van inbreuken op het Unie- of nationale recht vastgesteld binnen een juridische entiteit in de private sector, goedgekeurd. De wet, die de omzetting van een Europese richtlijn omvat, beschermt klokkenluiders die inbreuken op het EU-recht en nationaal recht melden. Ze krijgen de nodige bescherming tegen ontslag, overplaatsing en andere vormen van vergelding en kunnen melding doen via veilige kanalen.

Toepassingsgebied

De wet is van toepassing op:

  • Private ondernemingen met 50 tot en met 249 werknemers;
  • Private ondernemingen met meer dan 250 werknemers.

Melder

De melder kan werknemer zijn, maar eveneens een ex-werknemer, consultant, freelancer, sollicitant, stagiair, aandeelhouder, bestuurder, enz. De melder krijgt bescherming op voorwaarde dat (i) hij gegronde redenen had om aan te nemen dat de gemelde informatie juist was en binnen toepassingsgebied van de wet viel en dus te goeder trouw is en (ii) hij intern of extern meldt, dan wel openbaar maakt. De identiteit van de melder mag enkel bekendgemaakt worden met diens vrije en uitdrukkelijke toestemming.

Soorten meldingen

De klokkenluider kan drie soorten meldingen doen: (i) interne meldingen; (ii) externe meldingen en (iii) openbare meldingen.

Private ondernemingen moeten een kanaal creëren om interne meldingen te doen. Dit moet in de eerste plaats mogelijk zijn voor werknemers maar is best ook toegankelijk voor derden. De procedure om een melding te maken, is vertrouwelijk, beveiligd en gebruiksvriendelijk, en moet zowel mondeling als schriftelijk kunnen gebeuren.

De ontvanger van de melding en de meldingsbeheerder moeten onafhankelijk zijn. De melder moet binnen een redelijke termijn feedback krijgen (max. drie maanden). Daarnaast geldt eveneens een geheimhoudingsplicht en er moeten beschermingsmaatregelen worden voorzien. Bij grote ondernemingen moet ook de mogelijkheid voorzien worden om anoniem meldingen te doen; kleine ondernemingen kunnen middelen delen met andere entiteiten.

De externe meldingen worden opgevolgd door de bevoegde autoriteiten en volgen dezelfde procedure als de interne meldingen. De openbare meldingen worden opgesplitst in indirecte meldingen (bij gebrek aan zorgvuldige opvolging) en directe meldingen (wanneer er gegronde redenen zijn dat de inbreuk een dreigend of reëel gevaar vormt voor het algemene belang).

De wet treedt in werking twee maanden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, behalve voor ondernemingen met minder dan 249 werknemers, waarbij de deadline ligt op 17 december 2023.

Lancering Nieuws in de Klas– bestel nu je pakketten!

14 oktober 2022

Het aannemen van een kritische houding bij het lezen van nieuws is vandaag de dag van groter belang dan ooit tevoren. Zeker online komt fake news spijtig genoeg op regelmatige basis voor, wat ervoor zorgt dat het belangrijk is om de kwaliteit van nieuws in te schatten en desinformatie op te sporen. Om jongeren hierbij te helpen, biedt ook dit jaar Nieuws in de Klas hulp.

Nieuws in de Klas verdeelt dit jaar enerzijds papieren nieuwspakketten waarbij ook online toegang tot de content van nieuwssites wordt aangeboden en anderzijds digitale nieuwspakketten, waarbij je twee weken lang online toegang krijgt tot alle nieuwssites. Er wordt dus optimaal ingezet op digitaal nieuws, wat de voornaamste manier van nieuwsgaring is bij jongeren.

Smartphones in de klas

Ook dit jaar kunnen er smartphones besteld worden om tijdens de lessen te gebruiken. Bij interesse kan je contract opnemen met info@nieuwsindeklas.be.

Bestel nu je pakket!

Leerkrachten kunnen vanaf vandaag, 14 oktober 2022, een aanvraag indienen voor een digitaal of papieren nieuwspakket, voor een periode naar keuze. Bestel nu je pakket via www.nieuwsindeklas.be!

Het Belgisch uitgeversrecht is een feit

16 juni 2022

Vlaamse Nieuwsmedia verwelkomt de goedkeuring vandaag, 16 juni 2022, door de Kamer van Volksvertegenwoordigers van de wet tot omzetting van de Europese richtlijn inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt (de zogenaamde DSM Richtlijn). De wet wordt nu ter bekrachtiging voorgelegd aan de Koning.

De Lidstaten hadden tot 7 juni 2021 om de richtlijn om te zetten, maar slechts drie landen slaagden erin deze deadline te halen. België werd vervolgens al tweemaal door de Europese Commissie op de vingers getikt.

De omzetting van de DSM Richtlijn introduceert onder meer het uitgeversrecht, een nieuw exclusief naburig recht voor persuitgevers op basis waarvan eenieder toestemming van de uitgever nodig heeft bij het hergebruik van een perspublicatie. Uitgevers krijgen met andere woorden het beslissingsrecht in handen over hoe en waar hun content online wordt verspreid.

Het uitgeversrecht mag dan wel een nieuw gegeven zijn voor persuitgevers, andere content producenten genieten al jaar en dag van een eigen naburig recht. Met deze richtlijn en de nationale omzetting ervan, komt er een einde aan dit ongelijk speelveld dat nooit had mogen bestaan en krijgen persuitgevers eindelijk waar zij recht op hebben.

De wet is in grote mate gelijk gebleven aan het wetsvoorstel dat afgelopen april in de Kamer werd ingediend, met als terechte verduidelijking een bijkomende nadruk op het exclusieve karakter van het uitgeversrecht.

De wet, die in werking zal treden van zodra deze in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd wordt, voorziet in o.a. (i) geschillenbeslechtingsprocedures tussen platformen en uitgevers enerzijds en tussen uitgevers en journalisten anderzijds;  (ii) informatieverplichtingen zowel ten opzichte van platformen als van uitgevers; (iii) uitzonderingen inzake het hergebruik van perspublicaties zoals deze in de richtlijn beschreven stonden; (iv) een passende vergoeding voor journalisten die langs journalistenzijde collectief via een beheersvennootschap zal moeten worden onderhandeld.

 

Europa zet in op bescherming van journalisten

29 april 2022

De Europese Commissie heeft haar langverwachte anti-SLAPP regelgeving voorgesteld. SLAPPs, Strategic lawsuits against public participation,  zijn een opkomend fenomeen waarmee verschillende journalisten en/of mediabedrijven jammer genoeg meer en meer in aanraking komen. Het gaat om gerechtelijke procedures die worden opgestart om (kritische) nieuwsmedia het zwijgen op te leggen. In die (soms op niets gegronde) procedures worden torenhoge bedragen gevorderd met als enige intentie de journalisten/mediabedrijven te intimideren en op kosten te jagen zodat ze niet langer over bepaalde zaken zullen schrijven.  

SLAPPs zijn niet alleen problematisch voor de journalisten en mediabedrijven maar vormen ook een bedreiging voor de persvrijheid en de vrijheid op vrije meningsuiting. Het is dan ook noodzakelijk dat er concrete maatregelen genomen worden zodat journalisten en mediabedrijven hiertegen beschermd worden en dat de persvrijheid én de vrijheid van vrije meningsuiting gewaarborgd wordt. Vlaamse Nieuwsmedia juicht het Europees initiatief dan ook toe.  

De maatregelen die de Europese Commissie voorstelt, spitsen zich toe op twee luiken: (i) een Europese richtlijn die van toepassing is op burgerlijke procedures met een grensoverschrijdend karakter en (ii) aanbevelingen voor lidstaten om dezelfde maatregelen op nationaal vlak te laten gelden, dit voor alle rechtszaken.  

Het voorstel van richtlijn omvat volgende zaken: 

  • De rechter krijgt de mogelijkheid om een dergelijke procedure vroegtijdig kennelijk ongegrond te verklaren op vraag van de verweerder. De eiser krijgt vervolgens de kans om te bewijzen dat de zaak niet ongegrond is.  
  • Wanneer een zaak kennelijk ongegrond is verklaard, moet de eiser alle gerechtskosten (met inbegrip van alle advocatenkosten van de gedaagde partij) op zich nemen en kan deze ook onderworpen worden aan effectieve, proportionele en afschrikkende straffen. De rechter kan voorafgaand de procedure een zekerheid eisen van de eiser met betrekking tot de procedurekosten. 
  • De verweerder zal de mogelijkheid krijgen om een schadevergoeding te vragen voor alle geleden materiële en immateriële schade. 
  • Niet-gouvernementele organisaties die de rechten van personen betrokken bij dergelijke zaken beschermen, mogen als derde partij tussenkomen om steun te verlenen aan de verweerder of om informatie te verlenen.  

De aanbevelingen van de Europese Commissie treden onmiddellijk in werking en worden na achttien maanden gecontroleerd. Deze sporen de lidstaten aan bovenstaande maatregelen ook op nationaal vlak te hanteren:  

  • Er moet een nationaal wettelijk kader voorzien worden waarin de nodige waarborgen verzekerd worden. Dit omvat o.a. de mogelijkheid tot het vroegtijdig ongegrond verklaren van de procedure, tot het toekennen van de schadevergoeding aan de verweerder en het toewijzen van alle gerechtskosten en het opleggen van straffen aan de eiser. Lidstaten moeten ook zorgen dat het wettelijk kader inzake laster geen onrechtvaardige gevolgen heeft op de vrijheid van meningsuiting of voor de open, vrije en pluralistische media. 
  • Lidstaten moeten opleidingen voorzien voor enerzijds juridische beroepen en anderzijds voor de partijen die het doelwit kunnen worden van SLAPPs. Juridische beroepen leren hoe ze best een dergelijke procedure aanpakken en journalisten (en mediabedrijven) hoe ze een dergelijke zaak kunnen erkennen en wat hun rechten zijn.  
  • Er moeten bewustmakingcampagnes worden georganiseerd zodat SLAPPs onmiddellijk erkend worden. 
  • Slachtoffers moeten toegang krijgen tot individuele en onafhankelijke steun. Dit kan in de vorm van bijstand door advocatenkantoren zijn maar eveneens door andere organisaties zoals media- en persraden en mensenrechtenorganisaties.  Lidstaten voorzien hiervoor een centraal punt. 

 


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.