Home » Kenniscentrum » Weldra duidelijkheid inzake hyperlinking?

Weldra duidelijkheid inzake hyperlinking?

18 februari 2013



In een eerdere nieuwsbrief berichtten we reeds dat de Rechtbank van Amsterdam voor het eerst in de Nederlandse rechtspraak oordeelde dat een hyperlink in bepaalde specifieke omstandigheden een auteursrechtelijke inbreuk oplevert.  Op basis van door het Hof van Justitie uiteengezette criteria in twee zaken over naburige rechten (SFC en Phonographic Performance van 15 maart 2012) oordeelde de rechtbank dat er sprake was van een mededeling aan het publiek gezien met kennis van zaken gelinkt werd naar auteursrechtelijk beschermde content, hierdoor een nieuw publiek bereikt werd en er sprake is van een winstoogmerk.
Het is momenteel koffiedik kijken of het Hof van Justitie zelf dezelfde criteria zou toepassen in een auteursrechtelijke zaak rond hyperlinking. Enige verduidelijking zit er weldra aan te komen. Het Zweedse Hof van Beroep heeft immers een aantal interessante prejudiciële vragen inzake hyperlinking gesteld. In casu gaat het om vier journalisten van een Zweedse krant die een passende vergoeding eisen van de zoek- en aggregatiedienst Retriever omdat deze laatste zonder toestemming naar hun artikels op de krantenwebsite linkt.
Het Zweedse Hof van Beroep verzoekt het Hof van Justitie om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

  1. Is sprake van mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, wanneer iemand anders dan de houder van het auteursrecht op een bepaald werk, op zijn website een aanklikbare link plaatst naar het werk?
  2. Is het voor het antwoord op de eerste vraag relevant of het werk waarnaar de link verwijst, geplaatst is op een website op het internet waartoe iedereen zonder beperkingen toegang heeft dan wel of de toegang op enige wijze is beperkt?
  3. Moet bij de beantwoording van de eerste vraag onderscheid worden gemaakt tussen gevallen waarin het werk, nadat de gebruiker op de link heeft geklikt, wordt getoond op een andere website, en gevallen waarin het werk, nadat de gebruiker op de link heeft geklikt, aldus wordt getoond dat de indruk wordt gewekt dat het op dezelfde website verschijnt?
  4. Kan een lidstaat een ruimere bescherming bieden aan het uitsluitende recht van auteurs door onder het begrip “mededeling aan het publiek” een groter aantal handelingen te verstaan dan welke zijn genoemd in artikel 3, lid 1 van richtlijn 2001/29?

Het Hof zal dus binnen afzienbare tijd moeten oordelen en duidelijkheid bieden of hyperlinken een mededeling aan het publiek uitmaakt en bijgevolg toestemming vereist. De European Copyright Society, een groep van prominente academici uit verschillende Europese landen, is alvast van mening dat hyperlinken niet kan worden beschouwd als een mededeling aan het publiek. Hyperlinken is eigen aan de werking van het internet. Dit reguleren zou de werking van het internet en bijgevolg de toegang tot informatie en de vrijheid van meningsuiting te fel belemmeren.  Hun volledige advies vindt u hier.
Door Sandrien MAMPAEY, Legal & Administration Manager van Vlaamse Nieuwsmedia


© 2019 Vlaamse Nieuwsmedia

Intranet

U heeft een login nodig om de intranet te kunnen raadplegen.
Naar het intranet

Zoeken

Newsalerts

Schrijf je in op onze nieuwsalerts en blijf op de hoogte.